EU PERSPECTIEF:
Rechtstreekse toepasselijk + directe werking:
Van Gend & Loos, 1963, HvJ: Het unierecht is in al zijn lidstaten een
rechtstreeks toepasselijk en heeft een directe werking.
De grondslag die het Hof biedt voor rechtstreekse werking, is dat de Europese
verdragen <-> internationale verdragen en de burgers rechtstreeks
aanbelangen.
De grondslag voor de directe werking is, dat de burgers de normen kunnen
inroepen voor de nationale instanties. De voorwaarde voor de directe werking is:
voldoende duidelijk, precies en onvoorwaardelijk geformuleerd.
Voorrang:
Costa t. Enel, 1964, HvJ : Het unierecht heeft voorrang op het nationale recht
van de lidstaten.
De grondslag uit het voorrrangsbeginsel: vloeit voort uit de aard van het
unierecht zelf. De lidstaten hadden immers de bedoeling om met de EU een
autonome rechtsorde op te richten, als deze autonome rechtsorde zijn doel wil
realiseren moet het unierecht in elke lidstaat voorrang krijgen op het nationale
recht, anders kan de uniforme toepassing ervan niet gegarandeerd worden.
Internationale Handelsgesellschaft, 1970, HvJ: De voorrang is absoluut en
onvoorwaardelijk. (obv arrest Costa t. Enel)
Het unierecht krijgt dus voorrang op elke rechtsregel, ongeacht welke
hiërarchische plaats die inneemnt in de interne rechtsorde, of wanneer die is
uitgevaardigd.
Hoe voorrang toepassen? + Gevolgen?:
Simmenthalarrest, 1987, HvJ: Elke nationale rechter is bevoegd om nationale
normen (ook wetten <-> art. 159 Gw) te toetsen aan het unierecht en, indien er
een schending is, ze buiten toepassing te laten.
Fratelli Costanzo, 1989, HvJ: Net zoals de nationale rechter moeten de OH-
instanties het voorrangsbeginsel toepassen. (Strijdige nationale wetgeving buiten
toepassing laten)
IN.CO.GE, 1998, HvJ: Maakt een onderscheid tussen buiten toepassing laten en
nietigheid van nationale regel. (Vervolg: simmenthal-arrest)
NAT. PERSPECTIEF:
Grondslag voorrang:
Café Jacques Vabre, 1975, Cass. FR: De voorrang van het unierecht op het
Franse interne recht vindt zijn grondslag in art. 55 Constitution en vloeit dus niet
voort uit de aard van het unierecht.
, Arrest Honeywell, 2010, BVerfG: De voorrang van het unierecht op het Duitse
interne recht vindt zijn grondslag in art. 23.1 GG en vloeit tegelijkertijd voort uit
de aard van het unierecht.
UITZ: Arrest HR 2 november 2004, Hoge Raad Nederland: verklaart het
autonoom karakter van EU-recht als grondslag van het voorrangsbeginsel, Art. 93
en 94 Gw, is een omweg die niet nodig is volgens de hoge raad. Het EU-recht
werkt door en gaat voor op eigen gezag.
Beperking voorrang:
Arresten Solange I en II, 1974/1986, BVerfG:
Solange I: BVerfG acht zich bevoegd om het EU-recht te toetsen aan de eigen
grondrechten, zolang de EU niet zelf voorziet in een volwaardige
grondrechtencatalogus (obv arrest Honeywell). Doet afbreuk aan arrest
Internationale Handelsgesellschaft van HvJ.
Solange II: EU heeft wel een volwaardige grondrechtencatalogus (het Handvest)
en, zolang die volwaardig blijft, zal het BVerfG niet meer zelf het unierecht aan
zijn eigen grondrechten toetsen.
Ultra vires controle:
Arrest Honeywell, 2010, BVerfG: Het BVerfG is bevoegd om zelf een ultra
vires controle (bevoegdheidsoverschrijdingscontrole) op de EU-instellingen uit te
voeren om ervoor te zorgen dat de EU niet zomaar vrij spel krijgt.
Het BVerfG erkent wel dat deze controle gevaarlijk is: indien elke lidstaat een
strenge ultra vires controle zou uitvoeren, zou de uniformiteit en het
primaatschap van het unierecht in gevaar komen. Daarom stellen ze zich
terughoudend op, door te wachten op uitspraak over grenzen rond toegekende
bevoegdheid.
BELGISCH PERSPECTIEF:
Rechtstreekse toepasselijkheid:
Smeerkaasarrest (Arrest Franco-Suisse le ski), 1971, Cass.: Het
internationaal/EU-recht heeft voorrang op het interne Belgische recht, het is
rechtstreeks geldig. Vanaf dit arrest is België overgegaan van een dualistisch
naar en monistisch rechtssysteem.
Directe werking:
Arrest Thonon, 1983, Cass.: Het internationaal/ EU-recht heeft directe
werking/is rechtstreeks inroepbaar voor de rechter zolang het voldoet aan
volgende 2 cumulatieve voorwaarden:
Obj. Criterium: verdrag moet voldoende duidelijk, precies en onvoorwaardelijk
zijn.
Subj. Criterium: moet de bedoeling hebben om subjectieve rechten toe te kennen
(Note: het Hof verwart in zijn redenering wel de begrippen rechtstreekse
toepasselijkheid en directe werking.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuvia129318. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.