Uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 4, 5 en 6 van het boek Economics and Business environment. Voor de toets Macro Economics Bedijfseconomie/Accountancy jaar twee.
Inhoud
H4 Produceren........................................................................................................................................2
4.1 Welvaart.......................................................................................................................................2
4.3 Productie factoren........................................................................................................................2
4.4 De structuur van de Europese economie......................................................................................3
H5 Uitgaven............................................................................................................................................4
5.1 Consumptie...................................................................................................................................4
5.2 Investeringen................................................................................................................................5
5.3 Overheidsuitgaven........................................................................................................................5
5.4 Buitenlandse uitgaven..................................................................................................................5
5.5 De circulaire flow van inkomen.....................................................................................................6
H6 Conjunctuur en Conjunctuurbeleid...................................................................................................7
6.1 Conjectuur....................................................................................................................................7
6.2 Inflatie...........................................................................................................................................8
6.3 De overheid..................................................................................................................................8
6.5 Industrie en conjunctuur..............................................................................................................9
,H4 Produceren
4.1 Welvaart
Mensen met veel goederen en diensten ter beschikking zijn welvarend. Goederen en diensten
worden geleverd door bedrijven en overheden. De mensen die de producten kopen of van diensten
gebruik maken, zijn consumenten.
Het bruto binnenlandsproduct is een verzameling van alle inkomen dat een land geniet. Als we het
welvaartsniveau beoordelen op landelijk niveau, gebruiken we in de economie veelal het bruto
binnenlandsproduct, om te beoordelen of een land welvarend is. Echter zegt het bruto
binnenlandsproduct niet alles over de welvaart in een land. Dat komt doordat er welvaartsverschillen
bestaan tussen de bevolking in een land, dat kan voorkomen tussen personen en tussen gebieden.
Om een gemiddelde beeld te vormen over de welvaart in een land wordt daarom het bruto
binnenlandsproduct per hoofd gehanteerd. Deze geeft het gemiddelde inkomen per inwoner van het
land en wordt dus berekend door het bruto nationaal product te delen door het aantal inwoners.
Maar zelfs het bruto binnenlandsproduct per hoofd zegt nog weinig over de welvaart tussen landen.
Als je een vergelijking wilt maken tussen verschillende landen door middel van het bruto nationaal
product, zal je het volgende moeten doen:
- De valuta’s aan elkaar gelijk stellen, bijv. in euro’s of dollars;
- De koopkracht aan elkaar gelijk stellen, prijzen verschillen tussen landen.
Daarnaast wordt welvaart ook beoordeeld aan de hand van de Human Development Index, die een
cijfer geeft van 0 tot 1. In de HDI zijn de volgende elementen opgenomen:
- Een lang en gezond leven, levensverwachting;
- Onderwijs, primair, secondair en tertiair onderwijs;
- Een redelijke levensstandaard: per kapitaalinkomen.
4.3 Productie factoren
De productie factor kapitaal- kapitaalgoederen- bestaat uit alle goederen die gebruikt of verbruikt
worden in het productieproces.
Vlottende kapitaalgoederen worden verbruikt tijdens het maken van het eindproduct. Dit zijn ruwe
materialen zoals grondstoffen. Daarnaast gebruiken productiebedrijven energie, water en ligt, deze
vormen samen de verbruiksgoederen.
De kapitaal coëfficiënt geeft weer hoeveel euro aan kapitaal nodig is voor de productie van een
product. De kapitaal coëfficiënt wordt dus berekend door het kapitaal te delen door de productie.
Daarnaast vormt arbeid een van de productie factoren. De potentiele beroepsbevolking wordt
gevormd door alle personen tussen de 15 en 65 jaar. De bruto participatiegraad is het gedeelde van
de potentiele beroepsbevolking dat deelneemt aan het arbeidsproces, dat wilt zeggen de werkenden
plus de werklozen die op zoek zijn naar een baan. De Netto participatiegraad bestaat uit het aantal
werkenden.
Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt tussen fulltime werkers en parttimers. Hierin wordt het
aantal parttime werkers gerekend tot gedeeltelijke fulltimewerkers, dit noemt men de deeltijdsfactor.
Stel dat je een fulltimer hebt en een parttime werker die 20 uur werkt, dan is de deelfactor 1,5/2=
0,75.
Er bestaat een relatie tussen het bruto binnenlandsproduct en de arbeid in een land:
BBP= Ap + Av
Ap= arbeidsproductiviteit
Av= Arbeidsvraag
vBBP= vAp + vAv
vBBP= verandering BBP
, vAp= verandering arbeidsproductiviteit
vAv= verandering arbeidsvraag
Naast het aantal werkende is het aantal werklozen een belangrijke indicator voor het bepalen van de
welvaart in een land. Over het algemeen geld, hoe hoger de werkloosheid, hoe lager de welvaart.
De werkloosheid valt als volgt te bepalen:
De potentiële beroepsbevolking* de participatie(in percentage)= de vraag naar arbeid
Productie/ arbeidsproductiviteit= het aanbod van arbeid
De potentiële beroepsbevolking- het aantal werkende= de werkloosheid
Daarnaast speelt de kosten per werknemer in rol in het bepalen van de welvaart, de
concurrentiepositie, het prijsniveau, het onderwijs en de productiviteit in een land.
- Krapte op de arbeidsmarkt zorgt voor een verhoging van de kosten per werknemer;
- Een hoge arbeidsproductiviteit zorgt voor hogere kosten per werknemer;
- Inflatie, zorgt voor eisen van hogere salarissen en dus voor hogere kosten p werknemer;
- Indien sociale zekerheid duurder wordt, verhoogt de kosten per werknemer, denk aan
werkgevers premies;
- De leeftijd van de werknemers speelt ook een rol, oudere werknemers krijgen meer betaald.
Verandering van de kosten per stuk= verandering van kosten per werknemer- verandering van de
arbeidsproductiviteit.
4.4 De structuur van de Europese economie
De Europese economie kenmerkt zijn door een grote diensten sector en een lage landbouwsector. Dit
is een kenmerk van een ontwikkeld land, want over het algemeen geld, hoe lager de landbouwsector
des te welvaarder het land is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BramNorder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.