Ontwikkeling & ontwikkelingsproblemen van kinderen (441085B6)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
psychologietiustudent
Content preview
Begrippen ontwikkeling en ontwikkelingsproblemen van kinderen
Week 1
Begrip Definitie
Statistische afwijking Criterium abnormaliteit: relatieve
zeldzaamheid/onregelmatigheid in de algemene bevolking.
Probleem: context van het gedrag wordt niet altijd
meegenomen.
Handicap Criterium abnormaliteit: gebaseerd op gedachten, gevoelens,
handelingen die interfereren met sociaal en/of academisch
functioneren. Probleem: veel psychische stoornissen
vertonen geen beperkingen.
Distress Criterium abnormaliteit: gebaseerd op mate van emotionele
stress. Probleem: subjectief criterium en sommige
stoornissen leiden niet per definitie tot distress.
Schadelijk functioneren Volgens Wakefield een combinatie van de drie criteria.
Abnormaal gedrag weerspiegelt een onderliggende
disfunctie in een biologisch of psychologisch systeem en
veroorzaak beperking/handicap en distress.
Geestelijke stoornis Volgens DSM-V: een geestelijke stoornis is een syndroom
dat wordt gekenmerkt door een klinisch significante
stoornis in iemands cognitie, emotieregulatie of gedrag die
een disfunctie weerspiegelt in de psychologische,
biologische of ontwikkelingsprocessen die ten
grondslag liggen aan het geestelijk functioneren.
Mentale stoornissen gaan gewoonlijk gepaard met
aanzienlijke problemen of beperkingen in sociale,
beroepsmatige of andere belangrijke activiteiten.
Een verwachte of cultureel goedgekeurde reactie op
een alledaagse stressfactor of verlies, zoals de dood
van een dierbare, is geen geestelijke stoornis.
Sociaal afwijkend gedrag (bijv. politiek, religieus,
seksueel) en conflicten die voornamelijk tussen het
individu en de samenleving bestaan zijn geen
geestelijke stoornissen tenzij de afwijking of het
conflict het gevolg is van een disfunctie in het
individu, zoals hierboven beschreven.
Deze definitie richt zich op de medische visie. Er is een
onderliggende stoornis als oorzaak.
Diagnostische benadering Diagnose gebaseerd op symptomen en tekenen.
volgens DSM-V
Symptoom Subjectieve ervaring geassocieerd met een stoornis.
Teken Openlijk kenmerk van een stoornis
Categorische classificatie Mentale stoornissen zijn onderverdeeld in elkaar uitsluitende
groepen op basis van bepaalde criteria. Dit wordt gebruikt in
de biologie of geneeskunde. Tot deze classificatie behoren
bijvoorbeeld criterium A, B en C van stoornissen.
Prototypische classificatie Mate waarin de aanwezige tekenen en symptomen
overeenkomen met het ideaalbeeld (het prototype) van de
stoornis. Dit houdt in dat iemand bijvoorbeeld 5 of meer
symptomen van een stoornis moet voldoen om een diagnose
te mogen stellen.
Dimensionale classificatie Stoornissen vertegenwoordigen een continuüm van ernst
(mild – ernstig). Dit is een nieuwe toevoeging aan de DSM-
, classificatie. Je hebt hiervoor de DSM-5 Cross Cutting
Symptom Measure als meetschaal.
Puntprevalentie Prevalentie van een stoornis of ziekte op een bepaald
moment in de tijd
Lifetime prevalentie Prevalentie van een stoornis of ziekte op een bepaald
moment in het leven
Incidentie Frequentie van nieuwe gevallen van een stoornis of ziekte in
een tijdsperiode, bijvoorbeeld 1 jaar.
Comorbiditeit Twee of meer stoornissen zijn tegelijk aanwezig bij dezelfde
persoon.
Ontwikkelingspathologie Multidisciplinaire benadering om de oorzaken en het
ontstaan van de ontwikkeling van kinderen en
ontwikkelingsstoornissen te begrijpen. Dit is gericht op een
biologisch, psychologisch en sociaal-cultureel deel. Deze
interacteren allemaal met elkaar op verschillende niveaus (=
probabilistisch en transactioneel).
Homotypische continuïteit Stoornissen blijven onveranderd gedurende de ontwikkeling
Heterotypische continuïteit Symptomen van stoornissen veranderen in de loop van de
tijd.
Interindividuele variabiliteit Verschillen tussen personen door factoren waaraan een
individu wordt onderworpen, bijvoorbeeld risicofactoren,
protectieve factoren en veerkracht.
Diathese-stress model Caspi: sychopathologie is de interactie in de tijd van
kwetsbaarheid voor een psychische stoornis (bijvoorbeeld
genetische opmaak) en de ervaring van stressvolle
gebeurtenissen. Je bent dus kwetsbaarder in tijden van
stress. In deze periode komen eerder problemen aan het
licht.
Gen-omgevingscorrelatie Scarr & McCartney: ontwikkelingsverloop is gebaseerd op
model biologische basis (genotype, genen) en omgeving
(ervaringen. Genen sturen als het ware ervaringen, maar
kansen in de omgeving zijn noodzakelijk voor de
ontwikkeling. Er zijn correlaties tussen genen en omgeving:
passief, evocatief, actief.
Passieve correlatie Correlatie gen-omgevingsmodel: ouders zorgen voor een
verrijkende omgeving die gecorreleerd is aan het genotype
bij zowel ouders als kind. Bijvoorbeeld: ouders met hoog
intellect zorgen voor meer stimulerende omgeving.
Evocatieve correlatie Correlatie gen-omgevingsmodel: genotype roept reactie op
in de omgeving. Bijvoorbeeld: een lachende baby krijgt meer
sociale aandacht.
Actieve correlatie Correlatie gen-omgevingsmodel: mensen zoeken
stimulerende omgevingen op in relatie tot genotypes.
Bijvoorbeeld: sport beoefenen.
Falsificeerbaarheid Hypothese kan getest en onjuist bevonden worden.
Bijvoorbeeld: gefaciliteerde communicatie in ASS-therapie.
Kritisch denken Sceptisch blijven en zoeken naar plausibele alternatieven.
Precisie Nauwkeurig en voorzichtig zijn in de manier waarop
conclusies getrokken worden
Reproduceerbaarheid Dezelfde methoden gebruiken moet leiden tot dezelfde
conclusies
Parsimonie/ Zoeken naar de meest simpele of meest spaarzame
spaarzaamheid verklaring voor het probleem.
Wetenschappelijk Welke methoden werken volgs onderzoeksliteratuur het
, onderzoek beste voor een specifiek probleem?
Klinische expertise Volgens eigen professionele ervaring en oordeel, wat is de
beste behandeling voor een cliënt?
Patiënt karakteristieken Hoe kunnen leeftijd, gender, socio-culturele achtergrond of
verwachtingen van de familie en voorkeuren voor
behandelingen de hulpverleners beïnvloeden?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psychologietiustudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.82. You're not tied to anything after your purchase.