De student beschrijft wat Probleemgestuurd onderwijs inhoudt (doel en werkwijze), welke fases (van de
7-sprong) er te onderscheiden zijn en welke rollen en taken verschillende groepsleden hierbij vervullen
en wat deze rollen/taken inhouden.
De zevensprong
Tijdens iedere PGO-bijeenkomst wordt de Zevensprong doorlopen. Dit is een systematische manier
om kennis te verwerven. Hieronder volgen enkele algemene aanwijzingen per fase in de 7-sprong. Het
is belangrijk dat alle fases (inclusief de brainstorm) met de groep worden doorlopen.
Taak Titel + beschrijving taak
Elke taak begint met een korte tekst of een of meerdere afbeeldingen die betrekking hebben op
een relevant onderwerp in de ergotherapie. Een taak kan in diverse vormen beschreven zijn; een
casus, verhaaltje, vignet(ten). In een vignet wordt één aspect van het onderwerp gepresenteerd.
Om de taak te beschrijven kan van één of meerdere vignetten gebruik gemaakt worden. De
vignetten moeten met elkaar in verband worden gebracht om tot de kern van het beschreven
onderwerp/probleem te komen.
Fase 1 Moeilijke woorden:
In deze fase leren de studenten een tekst te interpreteren. Dat wil ook zeggen dat ze begrijpen wat
Tekst er staat ook al zitten er een paar onbekende elementen in.
verhelderen en
onduidelijke Studenten geven aan welke begrippen/woorden hen niet helder zijn. Ook begrippen die op het
begrippen eerste gezicht duidelijk zijn kunnen door verschillenden mensen verschillend worden
verklaren geïnterpreteerd. Dat moet in deze fase boven tafel komen. De tutor geeft geen antwoorden;
dingen die onduidelijk blijven, kunnen later in de leerdoelen verwerkt worden. De notulist
notuleert de moeilijke woorden.
(Handleiding voor de Tutor: blz. 74-83)
Fase 2 Aard van de taak:
Studenten bepalen welke aard de taak heeft. Mogelijkheden zijn:
Aard van de - Verklaringstaak
taak bepalen en - Studietaak
probleem - Discussietaak
definiëren. - Strategietaak
- Toepassingstaak (actietaak)
Centrale vraag:
Studenten formuleren een vraag die de kern van de taak betreft. De vraag moet zodanig
geformuleerd zijn dat het voldoende aanleiding geeft om over te brainstormen. De tutor stuurt de
studenten eventueel in de goede richting. De notulist notuleert de centrale vraag.
(Handleiding voor de Tutor: blz. 42-50 + 83-86)
Fase 3 Studenten gaan brainstormen over de centrale vraag. Hiermee wordt hun voorkennis geactiveerd.
Studenten moeten tot hypothesevorming over de mogelijke antwoorden komen. Of de
Het probleem antwoorden kloppen dat is dan waar de zelfstudie op gericht is.
analyseren en
1
,mogelijke Er zijn diverse manieren om zoveel mogelijk uit de brainstorm te halen. Enkele voorbeelden:
oplossingen - Pas de mind map methode toe (m.b.v. het programma FreeMind)
aandragen - Laat studenten eerst 3 minuten voor zichzelf een brainstorm opschrijven, daarna plenair
- Laat studenten een antwoord (+ toelichting) op de centrale vraag formuleren
Belangrijk is verder dat de notulist goed oplet wat er gezegd wordt en zoveel mogelijk notuleert. De
notulist moet het tempo van de groep volgen!
(Handleiding voor de Tutor: blz. 86-92)
Fase 4 Resultaat uit brainstorm kritisch bekijken. Orden de resultaten in hoofdthema’s. Laat studenten
verbanden leggen en bekijk of er dingen weggelaten kunnen worden. Laat hen tevens bepalen
Uitwerken, welke kennis zeker is en wat daarin verder uitgediept kan worden door verdere studie om de
toetsen en centrale vraag op een gefundeerde manier te kunnen beantwoorden.
systematisch
ordenen Zoekstrategieën bedenken; infovaardigheden, mediatheek.
(Handleiding voor de Tutor: blz. 92- 98)
Fase 5 Studenten formuleren leerdoelen. Deze zijn afgeleid van fase 4 en gericht op het beantwoorden
van de centrale vraag. Hoeveelheid en inhoud leerdoelen kan dus variëren per groep. Per taak
Leerdoelen staan doelstellingen aangegeven. Het is de bedoeling dat de studenten aan de hand van de
formuleren leerdoelen minimaal de kennis opdoen die in de doelstellingen staat aangegeven. Studenten
bespreken met elkaar waar zij deze informatie zouden kunnen vinden.
(Handleiding voor de Tutor: blz.98-101)
Fase 6 Studenten gaan zelfstandig op zoek naar informatie om de leerdoelen en daarmee de centrale
vraag te kunnen beantwoorden.
Aanvullende
informatie Zorg dat er minimaal 3 verschillende soorten studiebronnen gebruikt worden:
zoeken buiten - boeken in de bibliotheek, artikelen uit (vak)tijdschriften
de groep - internet
- andere bronnen: t.v., ervaringsdeskundige enz.
De bron moet na te trekken zijn door anderen studenten en de docent. (Handleiding voor de Tutor:
blz. 101-106)
Fase 7 De student komt met zijn uitgewerkte leerdoelen naar de nabespreking.
Nieuwe Belangrijk: Gevonden informatie moet vooraf worden gelezen en samengevat. Dit is een
informatie vaardigheid. Dus niet tijdens de groepsbijeenkomst gevonden teksten oplezen. Dat is een
synthetiseren onvoldoende voorbereiding. In de bijeenkomst moeten ze de gevonden informatie in eigen
en testen woorden kunnen weergeven.
Breng een vaste structuur in de nabespreking aan, op de volgende wijze:
- Benoemen van de bron waarin gezocht is.
- Beschrijving van de aard van de bron en hun motivatie voor de keuze van deze bron (o.a.
betrouwbaarheid).
- Samenvatting van de gevonden kennis uit die bronnen.
- Dit herhalen per bron.
(Handleiding bij zevensprong: blz.87- 91 &Handleiding voor Tutor: blz. 106-113)
2
,Achter-liggende Soms is het handig om na te gaan uit welke wetenschapsgebieden de kennis gehaald moet worden.
disciplines
Bronnen Gebruik de bronnen die vermeld staan per taak.
De student beschrijft wat het beroep ergotherapie inhoudt, met welke doelgroepen ergotherapeuten
werken en in welke werkvelden zij werkzaam zijn.
Een ergotherapeut richt zich op het handelen, zodat participatie, het deelnemen van mensen aan het
dagelijks en maatschappelijk leven, gerealiseerd wordt ten behoeve van gezondheid en welzijn. Het is
het enige paramedische beroep dat zich afvraagt wat de wensen van de cliënt zijn.
Doelgroepen waarmee ergotherapeuten te maken krijgen zijn:
o Kinderen
o Jeugd
o Gehandicapten
o Revalidanten
o Volwassenen
o Ouderen
o Mensen die advies nodig hebben op het gebied van participatie
o Psychische patiënten
o Arbo gerelateerde situaties
o Adviseren
o Advies aan verzorging/verpleging/mantelzorg
De werkvelden waarin ergotherapeuten werken zijn:
o Eigen praktijk (eerste-lijn)
o Revalidatiecentrum
o Ziekenhuis
o Zorginstelling (gehandicapten zorg/verpleeghuizen)
o Medisch (kinder) dagverblijf
o Jeugdzorg
o WMO (gemeente)
o Communicatie
o GG&GD
o Leveranciers
o Re-integratie
De student beschrijft de inhoud van de ergotherapeutische beroepscompetenties en benoemt
voorbeelden van activiteiten waaruit een specifieke competentie blijkt.
Een competentie is een combinatie van kennis, inzicht, vaardigheden en attitude
Beroepscompetenties zijn bepalend voor inhoud van het onderwijsprogramma, de toetsing,
eindniveau van de opleiding en het kwalificatieniveau van de beginnend ergotherapeut in de
beroepspraktijk.
Cliëntgericht Organisatiegericht Beroepsgericht
Screenen samenwerken onderzoeken
Inventariseren en analyseren ondernemen innoveren
Behandelen en begeleiden organiseren leren en ontwikkelen
Adviseren aan derden zorg dragen voor kwaliteit
3
, Cliëntgerichte competenties
SCREENEN
De ergotherapeut inventariseert methodisch bij een individuele cliënt die zich zonder verwijzing van
een arts aanmeldt, de ervaren handelingsproblemen. Hij onderzoekt of er sprake is van medische rode
vlaggen en evalueert of ergotherapie geïndiceerd is, zodat hij een onderbouwd advies kan geven aan
de cliënt en de huisarts over het al dan niet vervolgen van ergotherapie
INVENTARISEREN EN ANALYSEREN
De ergotherapeut inventariseert, prioriteert en analyseert methodisch in dialoog met de cliënt (en zijn
systeem) de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/zorgen, leren/werken
en/of spelen/vrije tijd als ook zijn wensen en mogelijkheden tot verandering.
BEHANDELEN EN BEGELEIDEN
De ergotherapeut behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt op methodische wijze om het
betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen, zodat de cliënt naar vermogen
activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren.
Cliëntgerichte competentie
ADVISEREN AAN DERDEN
De ergotherapeut adviseert op methodische wijze aan derden over zorg of begeleiding, hulpmiddelen
en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie en inclusie van de
belanghebbende(n) toenemen.
ONDERSTEUNEN EN VERSTERKEN
De ergotherapeut ondersteunt (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie om de
aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren,
zodat participatie en sociale inclusie toenemen.
Signaleren en erkennen van handelingsvragen.
Organisatiegerichte competenties
SAMENWERKEN
De ergotherapeut werkt samen met professionals binnen en buiten de eigen werkorganisatie en
levert zo een beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en het gezamenlijke resultaat
van het interprofessionele team, zodat de totale dienstverlening aan de cliënt effectief en efficiënt
verloopt.
ORGANISEREN
De ergotherapeut draagt bij aan de continuïteit en de effectiviteit van de bedrijfsvoering van de
organisatie. Hij organiseert de eigen dienstverlening met effectieve en efficiënte inzet van
medewerkers, middelen en materialen, zodat hij de cliënt kwalitatief goede zorg biedt tegen
aanvaardbare kosten (doelmatigheid).
ONDERNEMEN
De ergotherapeut speelt in op veranderende vragen en behoeften en neemt initiatieven om nieuwe
klanten en markten te vinden om diensten en producten te positioneren en te realiseren, zodat
continuering of uitbreiding van ergotherapeutische zorg en dienstverlening binnen de organisatie in
de toekomst gewaarborgd is.
ZORG DRAGEN VOOR KWALITEIT
De ergotherapeut analyseert en evalueert op systematische wijze de effectiviteit en efficiëntie van de
ergotherapeutische zorg en dienstverlening, zodat hij bijdraagt aan het planmatig verbeteren en
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariëllevoskuijl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.