Objectief recht / positief recht: law → geheel van alle geldende rechtsregels op een bepaalde
plaats, op een bepaald tijdstip
Subjectief recht: right → bevoegdheid die een persoon ontleent aan het objectieve recht
Leviathan
➢ Hobbes: Leviathan staat symbool voor soevereine staat die als enige het
geweldsmonopolie draagt en geschillen onder het volk kan beslechten, die voor orde
zorgt. Volk moet angst hebben voor de Staat. Sociaal contract → macht naar soeverein
met geweldsmonopolie.
➢ Locke: staat mag als onderdeel sociaal contract niet boven de wet staan. Angst is geen
goede raadgever, vrijheid burgerlijke rechten moet worden gerespecteerd.
Legaliteitsbeginsel + grondrechten = rechtsstaat.
➢ Rousseau: kern sociale contract = de algemene wil van het volk zal moeten leiden tot
wetgeving. De wet moet volgens Rousseau de uitdrukking zijn van de algemene wil,
waarbij de burgers en staat samenwerken om deze concreet vast te leggen.
Volkssoevereiniteit = democratie.
Rechtspluralisme
➢ Rechtspluralisme: er kunnen diverse opvattingen zijn over wat recht inhoudt, iedereen
interpreteert de wet anders. Rechtspluralisme betoogt dat het recht niet één gesloten
systeem is, er kunnen meerdere meningen zijn die elkaar tegenspreken.
➢ Hart zegt dat moraal en recht gescheiden dienen te zijn, maar benoemt dat de rechter
wel regels op moreel vlak mag formuleren.
➢ Dworkin benoemt dat juist de moraal van rechtvaardigheid en waardigheid belangrijk is,
waarvan het gelijkheidsbeginsel het belangrijkste element van het recht vormt.
Rechtsbronnen
1. Verdragen + besluiten van volkenrechtelijke organisaties
2. De wet
3. Jurisprudentie: de facto, niet de iure
4. Gewoonte: langdurig gebruik + rechtsovertuiging
5. Gepubliceerde beleidsregels
6. Algemene rechtsbeginselen (bijv. rechtszekerheidsbeginsel)
➢ Geschreven rechtsbronnen: de wet en volkenrechtelijke besluiten en verdragen.
➢ Ongeschreven rechtsbronnen: de gewoonte + jurisprudentie.
Trias Politica (Montesquieu)
1. Wetgevende macht
● Wetgeving: het stellen van algemene, voor iedere burger in gelijke mate
geldende regels
● Wetgever
● Wet: algemeen verbindende voorschriften (avv)
2. Uitvoerende macht
● Bestuur: de toepassing van algemeen verbindende voorschriften in concrete
gevallen
● Beschikking: rechtsvaststelling in een concreet geval
3. Rechtsprekende macht
● Rechtspraak: beslechting van geschillen door de toepassing van algemeen
verbindende voorschriften (in concrete gevallen)
● Onafhankelijke rechters
● Vonnis / arrest / uitspraak: rechtsvaststelling in een concreet geval o.g.v. een
geschil
,Trias Politica in Nederland
1. Wetgevende bevoegdheid
● Regering en Staten-Generaal gezamenlijk, art. 81 Gw
○ Regering: Koning + ministers, art. 42 lid 1 Gw → heeft ook een
alleenstaande algemene regelgevende bevoegdheid, art. 89 Gw
○ Staten-Generaal, art. 50 jo. 51 Gw
● Wet
○ Inhoud: algemeen verbindend voorschrift
○ Naam: wet in formele zin
2. Bestuurlijke bevoegdheid
● Regering: ongeschreven bevoegdheid
● Besluit
○ Inhoud: beschikking
○ Naam: Koninklijk Besluit
● Formele wetgever heeft ook bestuurlijke bevoegdheden, bijv. het verlenen van
toestemming bij wet in formele zin voor een koninklijk huwelijk (art. 28 lid 3 Gw)
● Rechters kunnen ook een bestuurlijke taak hebben, bijv. in het civiele recht, met
name in het personen- en familierecht (procedure eindigt in beschikking
3. Rechtsprekende bevoegdheid
● Rechtspraak: art. 112 + 113 Gw
● Eigenlijke rechtspraak: (vermogensrechtelijke) geschilbeslechting, procedure
begint normaliter met een dagvaarding en eindigt in een vonnis
● Vonnis / arrest / uitspraak
Wet in formele zin: een wet afkomstig van de formele wetgever, dus de regering en S-G
tezamen.
Wet in materiële zin: besluit van een daartoe bevoegd orgaan dat algemeen verbindende
voorschriften bevat.
Koninklijk Besluit (KB): wet afkomstig van de regering, zonder de S-G (kan zowel avv (AMvB)
als beschikking zijn).
Ministeriële regeling: wet afkomstig van een minister (bijv. van Veiligheid en Justitie).
, Week 2 - Recht en Staat
Legaliteitsbeginsel
➢ Overheid is gebonden aan eigen regels
● Wet (bijv. art. 5 lid 3 Wom)
● Algemene rechtsbeginselen → abbb (bijv. rechtszekerheid/vertrouwensbeginsel)
➢ Overheidshandelen moet basis hebben in wet
➢ Strafrecht: art. 16 Gw / art. 1 Sr / art. 7 EVRM
Grondrechten
➢ Twee soorten:
● Klassiek (1e generatie)
1. Vrijheidsrechten (bijv. van godsdienst, meningsuiting)
2. Politieke rechten (democratische bevoegdheden, zoals kiesrecht)
3. Gelijkheidsrechten (overheid mag geen onderscheid maken tussen
burgers)
○ Hands-off: overheid bemoeit zich er niet mee (vrijheid voor de burger)
○ Afdwingbaar
○ Positieve verplichtingen
● Sociaal (2e generatie)
○ Hands-on: overheid moet zich inspannen om iets te garanderen voor het
volk
○ Niet afdwingbaar
○ Bijv. medische zorg, pensioen, woongelegenheid, onderwijs
➢ Werking:
● Verticaal: bescherming tegen macht van de overheid
● Soms ook horizontaal, bijv. discriminatieverbod
Democratie: parlementair stelsel
➢ Verhouding parlement - regering
● Ministeriële verantwoordelijkheid (art. 42 Gw); koning is onschendbaar
● Vertrouwensregel
● Recht van interpellatie (art. 68 Gw)
● Recht van enquête (art. 70 Gw)
● Bij conflict tussen parlement en regering stapt de regering op (gewoonterecht
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femke302. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.