Inhoud
Tips om te studeren RV1: strafrecht........................................................................................................................1
Leerdoel 1 De student kan vier doelen van het Nederlandse recht opnoemen en uitleggen wat deze doelen
inhouden..................................................................................................................................................................3
Leerdoel 2 De student kan de 8 vragen van het rechterlijke beslissingsmodel van art. 348 en 350 Sv en de
bijbehorende uitspraken van de rechter met behulp van de wet opsommen........................................................3
Leerdoel 3 De student kan met behulp van de wet uitleggen of een delict valt onder een misdrijf of overtreding
en waarom dit onderscheid van belang is voor het strafrecht................................................................................5
Leerdoel 4 De student kan uitleggen wat het legaliteitsbeginsel inhoudt..............................................................6
Leerdoel 5 De student kan in een gegeven casus aangeven of er sprake is van een verdachte krachtens art. 27
Sv..............................................................................................................................................................................7
Leerdoel 6 De student kan aangeven uit welke vier componenten / voorwaarden het strafbaar feit is
opgebouwd en kan deze koppelen aan artikel 350 Sv.............................................................................................8
Leerdoel 7 De student kan met behulp van de definities van verschillende verwijtbaarheidsvormen in een
gegeven casus herkennen welke van de verschillende verwijtbaarheidsvormen van toepassing is......................9
Leerdoel 8 De student kan de vier causaliteitsleren opsommen...........................................................................11
Leerdoel 9 De student kan de voorwaarden die de wet en jurisprudentie stelt aan een strafbare poging en
voorbereiding uitleggen.........................................................................................................................................12
Leerdoel 10 De student kan de verschillende deelnemingsvormen opnoemen...................................................14
Leerdoel 11 De student kent het onderscheid tussen de deelnemingsvorm medeplegen en medeplichtigheid en
kan uitleggen waarom dit onderscheid voor de oplegging van de straf van belang is..........................................14
Leerdoel 12 De student kan in een gegeven casus met behulp van de wet aangeven op welke van de 5
rechtvaardigingsgronden de verdachte een beroep kan doen..............................................................................16
Leerdoel 13 De student kan in een gegeven casus met behulp van de wet aangeven op welke van de 5
schulduitsluitingsgronden de verdachte een beroep kan doen............................................................................18
Leerdoel 14 De student kan uitleggen wat de rol en taken zijn van de verschillende procesdeelnemers in een
strafzaak.................................................................................................................................................................20
Leerdoel 15 De student kan met behulp van de wet BOB aangeven wat de voorwaarden zijn om gebruik te
maken van bijzondere opsporingsbevoegdheden zoals de doorzoeking, observatie en infiltratie......................20
Leerdoel 16 De student kan in een gegeven casus met behulp van de wet aangeven of de verdachte mag
worden staande gehouden, aangehouden (op of buiten heterdaad) en opgehouden voor verhoor...................23
Leerdoel 17 De student kan met behulp van de wet aangeven wat de voorwaarden zijn om de dwangmiddelen
inverzekeringstelling en de voorlopige hechtenis toe te passen...........................................................................25
Leerdoel 18 De student kan de vier voorvragen van artikel 348 Sv beantwoorden met behulp van de wet in een
gegeven casus.........................................................................................................................................................27
Oefencasus.............................................................................................................................................................29
Tips om te studeren RV1: strafrecht
1. Leerdoelen bekijken en voor jezelf proberen te beantwoorden;
2. Het boek lezen en proberen de leerdoelen te beantwoorden
, - Daar waar mogelijk je wettenbundel erbij pakken en onderstrepen.
- Noteer vragen voor jezelf.
3. Hoorcollege volgen (en antwoord krijgen op vragen)
4. MC oefenvragen maken
5. Tentamentraining bijwonen en nakijken (eventuele vragen stellen)
6. Foute vragen opnieuw bekijken
7. Leerdoelen nog een keer langslopen
8. In je leerteam praten over de thema’s
9. Actualiteiten lezen (rechtspraak.nl bijvoorbeeld)
Verschil materieel en formeel strafrecht
Materieel (Strafrecht):
- Wat is strafbaar en welke personen zijn hiervoor strafbaar?
Formeel (Strafvordering):
- Wat zijn de bevoegdheden van, en de regels voor de verschillende organen (OM,
rechters, politie, verdachte enz.)?
De leerdoelen week 2
1. De student kan vier doelen van het Nederlandse strafrecht opnoemen en uitleggen wat deze
doelen inhouden.
2. De student kan de 8 vragen van het rechterlijke beslissingsmodel van art. 348 en 350 Sv en
de bijbehorende uitspraken van de rechter met behulp van de wet opsommen.
3. De student kan met behulp van de wet uitleggen of een delict valt onder een misdrijf of
overtreding en waarom dit onderscheid van belang is voor het strafrecht.
2
, Leerdoel 1 De student kan vier doelen van het Nederlandse recht opnoemen en uitleggen wat deze
doelen inhouden.
De vier doelen van het Nederlandse recht
Vergelding: ‘terugbetaling’ (straffen) door leedtoevoeging.
Leedtoevoeging: is een sanctie die de veroordeelde geacht wordt als een straf te ervaren.
Preventieve werking: mensen willen geen straf krijgen, dus zullen zij gedrag dat mogelijk tot straf
leidt, zoveel mogelijk proberen te voorkomen.
- Speciale preventie: de speciale preventie moet voorkomen (ontmoedigen), dat de gestrafte
wederom in de fout gaat.
- Generale preventie: mensen kijken naar elkaar dus de gestrafte schrikt de potentiële
wetsovertreders af.
Resocialisatie
Ervoor zorgen dat mensen weer terug kunnen komen in de maatschappij. (Door middel van een
behandeling of een maatregel.
Voorkomen van eigenrichting
Eigenrichting: voor eigen rechter spelen, het recht in eigen handen nemen.
Snelle toekomstgerichte Meervoudige kamer
Voordelen
- Naast het efficiënter maken van het strafproces, is met snelle berechting ook het
terugdringen van recidive het doel van de STMK. In het vonnis schrijft de rechtbank: ‘naast
vergelding… wil de rechtbank ook de andere doelen van straf goed voor ogen houden:
speciale preventie… generale preventie… en resocialisatie… Als de verdacht
verantwoordelijkheid neemt voor de feiten biedt dit meer ruimte om… naar een
maatschappelijk meer aanvaarde invulling van het leven (te gaan) dan een rol in de
georganiseerde criminaliteit.
Leerdoel 2 De student kan de 8 vragen van het rechterlijke beslissingsmodel van art. 348 en 350 Sv
en de bijbehorende uitspraken van de rechter met behulp van de wet opsommen.
Het rechterlijk beslissingsmodel
1. Het rechterlijke beslissingsmodel = het rijtje met 8 vragen in de artt. 348 en 350 Sv
2. De volgorde van de 8 vragen (voor- en hoofdvragen) staat vast
3. Uitgangspunt voor alle partijen: OM, advocaat en rechter
4. Uitspraken staan in de artikelen 349, 351 en 352 Sv
Om een einduitspraak te kunnen doen in een strafzaak, moet de rechter na afloop van het
onderzoek ter terechtzitting drie typen vragen beantwoorden:
- Formele vragen (ook wel: voorvragen, deze moet de rechter als eerste beantwoorden).
- Materiële vragen (ook wel: hoofdvragen);
- Straftoemetingsvraag
De volgorde waarin deze vragen in de artikelen 348 en 350 Sv zijn vermeld, is dwingend: deze
volgorde moet de rechter aanhouden. Zie hieronder een compacte versie van het beslissingsschema.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ArindaVerwijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.12. You're not tied to anything after your purchase.