100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting pedagogiek 2.3 $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting pedagogiek 2.3

 114 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Met deze samenvatting heb ik de kennistoets van periode 2.3 behaald

Preview 2 out of 8  pages

  • October 31, 2017
  • 8
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Kennistoets | Periode 3.2 Pedagogiek
Micha de Winter is van mening dat opvoeding niet waardenvrij kan zijn. Opvoeden houdt zich bezig met persoonsvorming,
identiteitsontwikkeling en zingeving. Opvoeden is dus niet korte termijn opvoeden (wat Nanny doet) Opvoeden gaat over
waarden, ideeën en een zinvol leven. Opvoeden is niet iets wat maakbaar is. Het is een grote opgave en een zware opgave.

Cultuur pedagogische kwestie = Wat moet een kind leren, waarom moet een kind dat leren, hoe moet een kind dat leren,
wanneer moet een kind dat leren? Wat is het goede wat we kinderen willen leren. (Stellingvraag)
Cultuur pedagogische context = de normen en waarden van de tijd waarin we leven.

Morele opvoeding - Kroon & Lodewijks-Frencken
• Volgens Lodewijks-Frencken heeft een kind recht op een waarden-volle opvoeding, zeker in deze tijd
(individualisering, geen kaders, slechte invloeden, behoefte aan structuur).
- Kinderen hebben recht op een waardevolle opvoeding. Je bent bezig met wat is goed, wat is wenselijk,
wanneer mag je liegen etc. Je moet kinderen na laten denken; over de waarden. Recht op waarden-volle
opvoeding; introduceren in de wereld van de waarden. Kinderen hebben recht op een ander beeld dan dat zij
bijvoorbeeld van de tv hebben. Je moet ze duidelijkheid en structuur bieden. Dit alles is een waarden-volle
opvoeding volgens Lodewijks-Frencken.
 Dit stelt morele eisen aan de opvoeder. Opvoeder moet bieden waar het kind recht op heeft.
- Dit komt vanuit ons zelf. Wij weten wat het goede voorbeeld is. Kinderen spiegelen zich aan ons gedrag. wat
is de boodschap die je uitdraagt, daar gaat het over.
 Opvoeden vanuit waarden en niet tot waarden.
- Het gaat vanuit de intentie. Je moet kinderen niet maken. Het gaat niet om het doel, maar het gaat om de
intentie. Kinderen moeten niet worden wat jij ze voorspiegeld, maar je geeft ze een richting. Je kunt kinderen
dingen voordragen, kinderen kiezen dan zelf welk pad ze willen bewandelen.
 Kind moet het uiteindelijk zelf doen (is niet maakbaar).
- Gedrag is niet maakbaar is tegenstelling tot de behavioristische principes van Nanny.
• Moraal leer je kinderen niet vanuit de theorie, maar vanuit de praktijk. Je kunt geen moraliteit leren uit een boek,
uit een film of uit een theaterstuk. Je leert het alleen in het sociale leven; tijdens de interactie met anderen.

Drie elementen van de morele opvoeding: (lodewijks-Frencken)
1. Pedagogisch klimaat (sfeer en voorbeeld): volwassenen laten zien hoe het is om volwassen te zijn.
2. Collectiviteit: opvoeden is een zaak van de gemeenschap (samen sta je sterker)
3. Pedagogische relatie: ontwikkeling n&w in een dialogische relatie(in gesprek gaan) Wederkerigheid

Volgens Kroon hebben waarden 3 componenten:
- Cognitief (denken) je kunt ervoer nadenken
- Affectief (voelen)
- Conatief (willen) (ik wil tolerant zijn, ik wil aardig zijn etc.)
Een norm is de gedragsregel behorende bij de waarden. Waarden zijn abstract. Normen zijn concreet.

Hoe leren kinderen normen en waarden? Van DAT EN HOE, NAAR WAT EN WAAROM
1. Kinderen leren eerst dat er normen en waarden zijn (leren dat) (opvoeder moedigt iets aan, keurt iets af)
2. Kinderen leren n&w in de praktijk brengen (leren hoe)
3. Kinderen leren waarden onder woorden te brengen (leren wat) en redenen geven voor handelen (leren waarom).
Van praktische kennis naar theoretische kennis (stellingvraag of casusvraag)

Tom Kroon voegt hieraan toe:
Jonge kinderen bezitten een morele intuïtie (intuïtief handelen: handelen vanuit je hart, zonder je hoofd). De intuïtie om
het juiste te doen; zit al deels in kinderen, maar wij moeten deze activeren, en laten uitgroeien bij kinderen. (stellingvraag)

De pedagogische opdracht: opvoeden tot waarden
Expliciete waardenoverdracht: (intentioneel/van te voren bedacht)
- het bewust doorgeven van waarden
- de desbetreffende waarden daarmee een opvoedingsdoel
Impliciete waardenoverdracht: (het onbewuste gedrag)
- het onmerkbaar/stiekem doorgeven van waarden
- het verborgen leerplan (Stellingdeel)



1

, 3 Manieren om kinderen te introduceren in waarden – Vanneste




 Waardenoverdracht: (gaat dus in tegen Lodewijks-Frencken)
Autoritaire vorm van opvoeden. Bevelshuishouding, eenrichtingsverkeer, de opvoeder bepaald, het kind is een object en
doet wat de opvoeder voor ogen heeft. Er is gehoorzaamheid. De opvoeder is dominant. Fuhren oder wachsenlassen?
Furhen! – sturen. De opvoeder weet wat goed is en draagt dat goede krachtdadig over. Wat niet goed is, wordt verboden.
 Waardenverheldering:
Kinderen moeten ervaren wat de waarden zijn. Het is meer met het hart dan met het hoofd. De 100 talen van kinderen.
Kinderen zijn een subject, ze ervaren de waarden en wij volgen het kind. Fuhren oder wachenlassen? Wachsenlassen!
Er wordt nu uitgegaan van de waarden van degene die opgevoed wordt. Ervaring staat centraal en de opvoeder verheldert,
legt uit. De opvoeder is begeleider of brengt kinderen in ervaringssituaties.
 Waardencommunicatie:
De meest bekende manier. We leiden kinderen in door met hen te communiceren en te praten (Langeveld); mondigheid,
communicatie. Wederkerigheid, maar wel op een cognitief niveau. Het geven van redenen en vragen van redenen; oftewel
mondigheid! Het gaat om confronteren van waarden en normen. De opvoeder komt uit voor, verwoordt de eigen waarden
en normen en laat het kind ook de eigen waarden en normen expliciteren. Dan komt de dialoog op gang of de
communicatie. De opvoeding is geslaagd als de jongere een verantwoorde eigen keuze maakt.



Morele ontwikkeling - Kohlberg




1. Preconventioneel (0-6 jr.) – doen wat de opvoeder van hen
wenst (straffen/belonen)
2. Convetioneel (7-16 jr) – doen wat de groep van hen wenst
(peergroup, groepsdruk)
3. Post-convetioneel (> 17 jr.) – doen wat ze zelf willen (eigen
principes, eigen oordeel)

Een terugval is mogelijk bij kinderen. Door een gemankeerde aanleg, opvoedingsverwaarlozing etc., is het mogelijk dat
niveau 3 niet wordt bereikt.



2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JolijnS. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  1x  sold
  • (0)
  Add to cart