ALLE artikelen Inleiding Pedagogiek Radboud samenvatting (SOW-PWB1060)
90 views 3 purchases
Course
Inleiding pedagogiek (SOWPWB1060)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
An Introduction to Child Development
Met deze samenvatting heb ik het vak gehaald !
Samenvatting van alle artikelen van het vak Inleiding Pedagogiek, Radboud Universiteit, bachelor pedagogische wetenschappen/pre-master pedagogiek, orthopedagogiek, onderwijswetenschappen. Begrippen zijn dikgedrukt en belangrijke schema's toegevoegd. E...
Download the official test bank for An Introduction to Child Development,Keenan,3e
An Introduction to Child Development, Keenan - Exam Preparation Test Bank (Downloadable Doc)
An Introduction to Child Development, Keenan - Complete Test test bank - exam questions - quizzes (updated 2022)
All for this textbook (4)
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Pedagogische Wetenschappen
Inleiding pedagogiek (SOWPWB1060)
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
sharonvlot
Reviews received
Content preview
Artikelen Inleiding Pedagogiek
Week 1
Wat is opvoeding? Een conceptuele analyse – Sleutel, & de Ruyter, 2019
Doel van het artikel: het begrip ‘opvoeding’ aan een analyse onderwerpen om mogelijk tot een
goede systematische reflectie van het begrip te komen.
Opvoeding kan duiden op een geheel van daden, activiteiten of praktijken, dat loopt van de vroege
kindertijd tot aan de volwassenheid, en dat ruwweg bedoeld is om bij te dragen aan de ontwikkeling
van het kind tot een volwassen persoon. -> vergelijkbaar met “upbringing”, aangeduid met
“opvoeding”
- Getypeerd op inhoud; in termen van datgene wat tot ontwikkeling wordt gebracht, denk aan
een humanistische of communistische opvoeding.
- Nadruk op vorm van het geheel; de kenmerkende stijl, de manier waarop dingen worden
overgebracht, denk aan liefdevolle of strenge opvoeding.
- Nadruk op inhoud en vorm in samenhang; denk aan een Spartaanse opvoeding.
Opvoeding kan ook duiden op een specifieker moment, een individuele handeling of een beperkte
reeks van daden of activiteiten. Bv. wanneer een opvoeder een kind verbiedt, waarschuwt, of
aanspoort. -> vergelijkbaar met “to discipline”, aangeduid met “opvoeden”
- Het is meestal een handeling (intentionaal gedrag of een intentionele activiteit), en een
middel tot een doel; de opvoeder heeft door middel van opvoeden de intentie om iets te
bereiken of tot stand te brengen.
- Opvoeden; handelen dat bewust verricht wordt om een opvoedingsdoel te bereiken.
- Definitie Diekstra en van Hintum: opvoeden is iedere invloed die mensen, bedoeld of
onbedoeld, uitoefenen op de ontwikkeling van een kind. Ofwel opvoedende werking.
Kenmerken van opvoeden;
1. Het dat wordt nagestreefd bestaat in bepaald gedrag van het kind, zowel bepaalde dingen
doen als laten. -> een daad die deel uitmaakt van de opvoeding is altijd doelgericht, maar het
is niet noodzakelijk dat het doel ook wordt bereikt.
Kan gebruikt worden om negatief gedrag te corrigeren, te voorkomen of een reactie
op positief gedrag.
Bij opvoeden wordt blijvend gedrag van het kind nagestreeft, het doel is dat het kind
dit gedrag uiteindelijk uit eigen beweging laat zien.
Opvoeden is een poging om invloed uit te oefenen op de wil van het kind, waarbij
het zowel kan gaan om de richting van het willen als de kracht van het willen.
Regelgeleid gedrag; gedrag dat bepaald wordt door normen -> afstemmen van het
gedrag van het kind op morele regels. -> overtreden van regels is onafhankelijk van
de conventie.
Conventies; regels die tot een andere categorie behoren dan morele regels
(gebruiken, rituelen, verkeersregels etc.). -> overtreden van regels is afhankelijk van
een conventie.
Prudentie; regels van wat verstandig of onverstandig is om te doen.
- Morele regels en conventies zijn categorische imperatieven; regels die vertellen wat we
moeten doen, ongeacht eigen wensen of belangen.
- Prudentieregels zijn hypothetische imperatieven; regels die vertellen wat we moeten doen
vanuit eigenbelang.
, - Opvoeden heeft als doel het kind bepaalde regels bij te brengen, morele regels, bepaalde
conventies en regels van prudentie. Dit is beperkt tot regels die breed van toepassing zijn in
het dagelijks elven en waar geen bijzondere expertise bij komt kijken.
2. De opvoeder is een volwassene en de opvoedeling een kind
Twee normatieve claims van opvoeden;
1. De opvoeder heeft de mening dat het nagestreefde effect van diens handelen wenselijk is. ->
wanneer de effecten van de opvoeding zichtbaar zijn, wordt dit gezien als een verbetering of
een positieve ontwikkeling.
2. Gezagsclaim; een opvoeder claimt formeel en inhoudelijk gezag.
Formeel gezag; het gedrag van mensen -> volgens eenf unctie heeft een mens de
bevoegdheid om te bepalen wat er op dat gebied gebeurd.
Inhoudelijk gezag; overtuigingen/opvattingen van mensen -> op grond van kennis
kan iemand ergens aanspraak op maken over een mening over uiten, en deze
meningsvorming wordt zwaar meegerekend.
Het inhoudelijk gezag van een opvoeder gaat vooral over theoretische kennis in
praktische inzichten.
Volwassenheid is het einddoel van opvoeding; opvoeding wordt voltrokken met de bedoeling bij te
dragen aan de ontwikkeling van een kind in de richting van een volwassen mens.
- Dus opvoeding zijn daden die zijn gericht van een volwassene op een kind, en die ook
bedoeld zijn om het kind naar volwassenheid te begeleiden.
- Volwassenheid is een statusbegrip; niet afhanhankelijk van de opvoeder maar van de
samenleving. -> opvoeding is het geheel van daden waarin en waardoor het kind wordt
bijgebracht wat het nodig heeft om de volwassen status te bereiken.
Een volwassen persoon kan ook worden gekenmerkt door een eigen en relatief stabiele
levensoriëntatie.
- “Eigen” betekent hier dat die persoon een geheel van normatieve opvattingen zelf heeft
aanvaard en waar die achter staat.
- Opvoeding kan dan worden opgevat als het bieden van hulp aan het kind bij het ontwikkelen
van zijn eigen levensoriëntatie.
Deze twee visies op wat opvoeden is kunnen samen worden opgevat, en horen ook samen bij wat
opvoeding is.
Opvoeden maakt per definitie deel uit van het grotere geheel dat opvoeding heet.
- De opvoeder is zich er niet altijd van bewust dat diens handelen een bijdrage levert aan de
ontwikkeling richting volwassenheid.
Alle instanties van opvoeden maken deel uit van de opvoeding, maar deze instanties zijn een
subklasse van alle daden die bedaald zijn voor de ontwikkeling richting volwassenheid. Dit zijn daden
die niet specifiek vallen onder opvoeden maar wel deel uitmaken van opvoeding;
- Daden die in de babytijd plaatsvinden, echt opvoeden kan pas plaatsvinden als het kind de
opvoeder kan begrijpen. Maar bv. een veilige hechtig bereidt wel voor op volwasssenheid.
- Het creëren van een omgeving waarvan een opvoedende werking wordt verwacht.
- Het creëren van idealen; zaken die de opvoeder als nastrevenswaardig ziet -> het kind wordt
niet verbeterd als het de idealen overneemt, maar de opvoeder maakt het kind wel
enthousiast voor deze idealen.
- Daden die ervoor zorgen dat capaciteit of vermogen ontwikkeld kan worden.
, Week 2
Opvoedvaardigheden en opvoedstijlen – van der Horst et al., 2016
De relatie tussen opvattingen over opvoeden van ouders en het daaderkelijke gedrag dat zij vertonen
is klein. -> heeft te maken met de situatie en het gedrag van het kind.
- Opvoedstijl; algemene manier waarop een ouder zich gedraagt tegenover een kind in
verschillende opvoedistuaties. Dit is een weergave van het algemene patroon van het
opvoeden, maar gaat niet over specifieke situaties.
Basisdoelen/functies van opvoeding die in het algemeen gelden voor opgroeiende kinderen; de
opvoedomgeving moet in alle gevallen afgestemd zijn op de ontwikkelingsfase en de individuele
behoeften van het kind.
- Basale behoeften; zorgen voor voeding en verzorging, en het bieden van een fysiek vielige
en stabiele omgeving.
- Emotionele ondersteuning; het waarborgen van emotionele veiligheid, het ervaren van een
warme, affectieve relatie met ouders.
- Stimulering voor het ontwikkelen van cogniteive, verbale, psychomotorische en sociaal-
emotionele vaardigheden en toegang tot onderwijs.
- Opvoedomgeving moet de mogelijkheid tot contact met andere kinderen bieden en het kind
binnen een breder sociaal netwerk laten opgroeien.
- Toezicht op het kind; ouders brengen waarden en normen over door regels en grenzen te
stellen.
Wanneer het kind nog jong is, gaat toezicht vooral over het voorkomen van
ongelukken.
Wanneer het kind adolescent is, is het een interesse die uiteindelijk kan zorgen voor
beter aangepast gedrag.
Wanneer het kind ouder wordt, neemt ouderlijke verantwoordelijkheid af en ontwikkelen kinderen
zich tot een zelfstandiger en autonomer leven onafhankelijk van ouders.
- Opvoeden; het kind ondersteunen om een moreel en betrouwbaar deelnemer te worden
van de maatschappij via een proces dat stapsgewijs de verantwoordelijkheid voor deze
morele keuzes aan het kind overlaat -> uiteindelijk doel is zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
- Ontwikkelingsopgaven; vaardigheden of opdrachten die een kind moet leren beheersen of
ontwikkelen. -> min of meer vaste volgorde, eerdere taken zijn vaak een voorwaarde voor
het ontwikkelen van volgende taken.
Sensitiviteit; het afstemmen van opvoedgedrag op de behoeften en signalen van het kind, in staat
om unieke behoeften en signalen van het kind te lezen en te interpreteren en hierop het gedrag
flexibel af te stemmen zodat er op een gepaste manier wordt gereageerd op het kind.
Belangrijkste ontwikkelings- en opvoedingsopgaven per fase
Baby – opbouwen van een veilige hechting, angst en beweging ontstaan, communicatie en
cognitieve vaardigheden nemen toe, er ontstaan onbewust plan van aanpakken.
Dreumes en peuter – autonomie belangrijker, zelfstandige ontdekking vindt plaats en daarbij is het
belangrijk dat ouders de ruimte geven, balans tussen autonomie en stellen van grenzen. Basis van
zelfvertrouwen en vertrouwen in omgeving. Grote ontwikkeling in taal en cognitieve vermogens.
Opvoedingsopgaven gericht op zindelijkheid, driftbuiten, druk gedrag.
Schoolkind – meer autonomie en zelfstandigheid, langere tijd concentreren, leren verplaatsen in
anderen (theory of mind), meer relaties met leeftijdsgenootjes en ontstaat een sociale gerichtheid.
Opvoedingsopgaven gericht op het naar school gaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharonvlot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.