Deel I: Machtige media
H1: Almacht van de media
Boodschap (zender) effect (ontvanger) = zender-ontvangermodel
1 richting = geen interveniërende factoren
Massamedia = massamens kwetsbaarder dan elite, dachten aanhangers van het model
Kenmerken ‘almacht van de media-theorie’:
- Massamedia bereiken iedereen
- Beïnvloedingsproces is eenrichtingsverkeer
- Direct verband tussen inhoud boodschap en invloed op ontvanger
- Ontvanger in staat en bereid alle boodschappen op te nemen
- Ontvanger neemt inhoud passief en kritiekloos over
- (Slechte) invloed van media wordt niet betwijfeld
- Geen ‘filter’ tussen zender en ontvanger
- ‘Massamens’ meer ontvankelijk voor invloed media dan elite
Stimulus-responstheorie = gedrag mensen (respons) directe gevolg van confrontatie (stimulus)
Media = transportband (directe verband boodschap / effect)
Injectienaald = passiviteit ontvangers
Lont in kruitvat = grote onzekerheid over effect
Bullet theory = eenrichtingsverkeer en passieve ontvanger
Onderzoekers = geen rekening met mogelijkheid dat boodschap vertekend wordt / dat mensen
verschillende reageren
Model = gesimplificeerd raamwerk van (deel) werkelijkheid, weergave relaties tussen variabelen
Functie model:
- Organiseren werkelijkheid
- Inzichtelijk maken werkelijkheid
- Kunnen doen van voorspellingen
- Kunnen meten van werkelijkheid
Lasswell (1948):
- Who = zender
- Says what = boodschap
- In which channel = kanaal / medium
- To whom = ontvanger
- With what effect = effect
Shannon en Weaver (1949) = mogelijk dat onbedoelde dingen tijdens het proces gebeuren
Bron kanaal ruis ontvanger eindbestemming
boodschap signaal signaal boodschap
, Oorlog tegen vijand = goedgekeurd door propaganda over monsterlijke vijand, geld nodig voor
oorlog
Propaganda = verspreiding communicatieboodschap met als doel publiek in gewenste richting te
beïnvloeden, na WO II kreeg het de huidige negatieve connotatie
1937 = Institute for Propaganda Analysis, 7 propagandatechnieken identificeren
Propagandatechnieken:
1. Name calling = aanduiden met een negatieve connotatie
2. Glittering generality = aanduiden met een positieve connotatie
3. Transfer = iets wordt acceptabeler door gerespecteerde eigenschappen (product /
reclame)
4. Testimonial = getuigenis van goede / slechte mensen waardoor idee in goed / slecht
daglicht wordt geplaatst
5. Plain folks = opvatting van gewone mensen, opvatting is daardoor normaal en juist
6. Bandwagon = mensen sluiten zich graag bij nieuwe trend aan, niet goed of slecht
7. Card stacking = selectieve presentatie van argumenten, persoon in positieve / negatieve
zin afgeschilderd
Onderzoekers overtuigt door macht media = onderzoek daarnaar overbodig
Reclamewerkingsmodellen:
1. Sales-responsmodel = informatief, argumenten moeten interesse opwekken; nadruk op
gunstige prijs-waardeverhoudingen- en aanbiedingen
2. Persuasionmodel = nieuwe productvoordelen overbrengen
3. Emotionsmodel = associaties tussen merk en gevoelens oproepen
4. Symbolismmodel = symbolische betekenissen ontwikkelen, door gebruik kunnen
consumenten betekenissen over zichzelf communiceren
5. Relationshipmodel = ontwikkelen persoonlijke betrokkenheid door aansluiten
persoonlijke interesses
6. Awarenessmodel = bekendheid product vergroten
7. Likeabilitymodel = positieve waardering bereiken, product zo ook positief gewaardeerd
Reclame = onderzoekers proberen in onderzoek vast te stellen of modellen echt werken, meestal
achteraf nagaan welke model(len) zijn gebruikt
30 oktober 1938 = hoorspel the War of Worlds, invasie aliens in Noord-Amerika
Heftige reacties:
- De realistische aard van het hoorspel
- Het vertrouwen in het medium radio
- Het niet horen van de aankondiging van het hoorspel
- Geen aandacht besteden aan de aankondiging
- De wijze waarop men probeert de feiten te verifiëren is onjuist of de verificatie wordt
verkeerd uitgelegd
War of Worlds = paniek voorbeeld macht media
1949, Ecuador = woede na uitleg hoorspel vanwege de paniek die was ontstaan
Payne fund-studies = onderzoek naar invloed film
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebartelds. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.