De Oudheid
Kenmerken:
Klanken hadden een mythische/rituele betekenis.
Jagers ritme? (afwisseling langere en kortere noten)
Landbouwers melodie? (afwisseling hogeren en lagere noten)
Herders ritme en melodie?
Min of meer geordend geluid, door de mens geproduceerd.
Instrumenten:
Rendiervoetkootjes (vanaf 60.000 v. Chr.)
Fluiten met toongaten (50.000 – 10.000 v. Chr.)
Oudste fluit ter wereld:
- 35.000 – 42.000 v. Chr.
- Gemaakt van botje van een vale gier
- Gevonden in Blaubeuren, bij Ulm, Duitsland
Pythagoras (700 v. Chr.)
Wiskundige wetten, toonhoogte en ritme
Diatonisch (zeven tonen) (= gewone toonladder)
Plato en Aristoteles (380 – 330 v. Chr.)
Beïnvloeding van karakter en gedrag van mensen ethosleer
Muziek en lichamelijke opvoeding net zo belangrijk als wiskunde in het onderwijs.
Kruistochten en Zijderoute:
Verspreiding van muziek en instrumenten
- Saz en Zurna uit Turkije
- Guzheng (= soort citer) uit Japan
De Middeleeuwen (600 – 1400)
In de vroege middeleeuwen is de ontwikkeling van de muziek gebonden aan de ontwikkeling
van de kerkmuziek. De in de kerk gezongen melodieën waren voornamelijk uit Azië
afkomstig. Deze melodieën ondergingen een verandering: zij werden ontdaan van hun
versieringen, zodat slechts de belangrijkste tonen overbleven. Deze kerkgezangen staan
bekend als Gregoriaanse muziek, eenstemmige gezangen.
Basis Westerse klassieke muziek
Ontwikkeling muziek gebonden aan kerkmuziek (vroege middeleeuwen)
- Gregoriaans eenstemmig (monofoon)
- Ontstaan meerstemmigheid (Ars Antiqua)
- Van kerk- naar wereldse muziek (Ars Nova)
Verfijning van ritme en harmonie
, Christelijke kerk dominant
Machtig
Stabiliserend
Centrum der kunsten:
- Architectuur (kathedralen)
- Beeldhouw- en schilderkunst
- Muziek (erediensten)
Karel de Grote:
Verordonneert christelijke geloof
Behoefte aan eenheid in liturgie en in de gezangen
Paus Greorgius I (540 – 604)
Verordonneerde ordening en structuur in liturgie
Gregoriaans (600 – 1150)
Kenmerken:
Eénstemmig
A capella (= geen instrumentele begeleiding)
Kleine toonhoogte verschillen (intervallen)
Melismatisch (= meerdere tonen op één lettergreep)
Wisselzang tussen voorzanger en koor
Geen genoteerde maat (maatstrepen)
Wel soort ritme (verschillen in toonduur), maar heel anders dan nu
Tot de twaalfde eeuw is het Gregoriaans een muziek in ontwikkeling. Daarna treedt het
verval in door nieuwe ontwikkelingen zoals meerstemmigheid en de ontwikkeling van
muziek met een vaste maatindeling (ritmische verdelingen in tweeën en drieën).
Guido van Arezzo (995-1050), een Italiaanse monnik, heeft een grote bijdrage aan de
ontwikkeling van het notenschrift geleverd. Het was zijn idee om de tekens (neumen) op
parallelle lijnen te zetten, zodat de tekens in feite voor noten stonden. Op deze manier kon
hij de koorzangers die hij onder zijn hoede had nieuwe liederen laten zingen zonder dat ze
deze eerst gehoord hadden.
Troubadours en minstreels: professionele musici op weg van stad tot stad, van kasteel tot
kasteel. Sommige minstreels hadden een vaste betrekking.
Zanger en instrumentalist tegelijk
Organiseerden zichzelf in gilden voor een professionele training
Zongen en speelden muziek door anderen gecomponeerd
jongleurs: acrobatiek, toneelspel, dans
Organum = de eerste meerstemmige stukken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Setje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.