Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete Guide | Grade A+.
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete Guide | Grade A+.
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete A+ Guide
All for this textbook (22)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Pedagogische Wetenschappen
Neuropsychologie (PABA3021)
All documents for this subject (21)
Seller
Follow
senneidsardi
Reviews received
Content preview
Samenvatting fundamentals of human neuropsychology
Hoofdstuk 1: de ontwikkeling van neuropsychologie
Mri= magnetische resonantiebeeldvorming, een hersenscanmethode die de structuur van de
hersenen tot in detail kan onthullen.
➢ In dit boek wordt neuropsychologie beschreven met onderzoeken naar de relaties
tussen hersenfunctie en gedrag. Neuropsychologie wordt sterk beïnvloed door
hersentheorie en neuronentheorie. (neuron of een zenuwstelsel is de eenheid van de
hersenen)
1.1 de hersentheorie
Wat zijn de hersenen?
De hersenen zijn bijna twee symmetrische helften (hemisferen). Door de hersenen loopt de
neurale buis met zoute vloeistof (hersenvocht, CSF). CSF beschermt de hersenen en helpt
met het verwijderen van metabolisch afval.
- Longitudinale spleet deelt de twee hersenhelften.
- De hersenstam bemiddelt regulerende functies.
Voorhersenen bemiddelt hogere functies, zoals
uitvoerende en cognitieve functies. En het ruggenmerg
transporteert sensorische informatie naar de hersenen en
stuurt commando’s om spieren te laten bewegen.
➔ Meeste delen werken samen om ons gedrag teweeg te
brengen, dus bron van gedrag.
➔ Temporaal (spraak), frontaal (executieve
functies), pariëtaal (ruimtelijke oriëntatie) en
occipitaal. (visuele informatie)
Hoe verhouden de hersenen zich tot de rest van
het zenuwstelsel?
De hersenen en ruggenmerg zijn belangrijkste
onderdelen van het menselijke zenuwstelsel en zijn beschermd door de schedel en de
wervels, samen is het de centrale zenuwstelsel (CZS). Dit is met zenuwvezels met de rest
van het lichaam verbonden. (perifere zenuwstelsel, PNS) Dit perifere zenuwstelsel is
verdeelt in het somatische zenuwstelsel (SZS) die zintuigen waarneemt en het autonome
zenuwstelsel (ANS) die dit detecteert en reageert op organen. Beide hebben een
sensorische (verzamelen van boodschappen van zintuigen) en motorische gedeelte.
(verbonden met spieren)
- Het autonome zenuwstelsel beïnvloedt spieren van onze inwendige organen, zoals
hart, maag, middenrif en dit heeft minder verbinding met CZS, dus zijn we ook niet
echt van bewust. Bij SNS gaat het om gekruiste hersenen, de ene hersenhelft voelt
van ene lichaamshelft en reageert met spieren aan de andere kant.
1.2 perspectieven op de hersenen en gedrag
Aristoteles: Mentalisme
Aristoteles stelde voor dat een niet-materiële psyche verantwoordelijk is voor de menselijke
gedachten, percepties en emoties en voor processen als verbeelding, plezier, pijn en rede.
Deze psyche is onafhankelijk van het lichaam en deze niet-materiële psyche regeert het
gedrag.
- Mentalisme= de filosofische positie die iemand heeft waarbij de geest
verantwoordelijk is voor gedrag. Het beïnvloedt ideeën van mensen over hoe de
hersenen werden, omdat werd voorgesteld dat de geest onstoffelijk is.
,Descartes: Dualisme
Descartes gaf aan dat ook het fysieke brein een prominente rol heeft in gedrag. Het lichaam
is materiaal en reageert mechanisch en reflexmatig op gebeurtenissen die er invloed op
hebben. De geest besliste hierbij wat voor bewegingen de machine moet maken.
- Kritiek: er zijn geen duidelijke gedragsveranderingen als pijnappelklier beschadigt is.
➔ Dualisme: geest en lichaam zijn gescheiden, maar wel in interactie. Maar hoe kan
niet-materiële geest bewegingen in materieel lichaam produceren? Dit is niet te
verklaren doordat de wet van behoud van materie en energie bestaat.
Darwin: materialisme
Darwin zegt dat rationeel gedrag volledig verklaard kan worden door de werking van het
zenuwstelsel. Het is niet nodig om naar iets niet-materieels te verwijzen voor verstand.
➢ Evolutie door natuurlijke selectie: de natuuronderzoekers vonden veel
overeenkomsten tussen organismen, dit ondersteund het idee dat levende wezens
wel gerelateerd moeten zijn. (gemeenschappelijke voorouder) Dieren hebben
vergelijkbare eigenschappen en het zenuwstelsel is hier een van. Natuurlijke selectie
is Darwins theorie om uit te leggen hoe nieuwe soorten ontstaan en evolueren in de
loop van de tijd.
➢ Natuurlijke selectie en erfelijke factoren: het ongelijke vermogen van individuele
organismen om te overleven is gerelateerd aan de verschillende genen die zij van
hen erven en doorgeven aan hun nakomelingen.
➔ Omgeving speelt een rol in de omgeving en ervaring beïnvloedt genexpressie.
Omgeving en beleving spelen een belangrijke rol in de manier waarop dieren leven
aanpassen en leren. Aanpassing en leren wordt mogelijk gemaakt door het vermogen
van hersenen om nieuwe verbindingen en paden te vormen. Neuroplasticiteit
verklaart hoe hersenen letsel compenseren en wat hersenen fysiek en chemisch
kunnen veranderen.
1.3 hersenfunctie: inzichten uit hersenbeschadiging
Bij hersenbeschadiging gaat bepaald gedrag verloren.
➢ Lokalisatie van functie: Gall en Spurzheim stellen dat
verschillende delen van de hersenen verschillende functies
hebben. De cortex stuurt zo instructies naar ruggenmerg voor
beweging. Zij hebben elke eigenschap toegewezen aan een
bepaald deel van de schedel naar onderliggend hersendeel.
- Bult op schedel duidt op goed ontwikkelde onderliggende corticale
gyrus en daarom grotere capaciteit van bepaald gedrag
(wiskunde, muziek, strijdlust). Grote ogen zegt grote
geheugengebied van de cortex.
➢ Lateralisatie van functie: ene hersenhelft kan een functie vervullen
die andere helft niet kan, zoals taal in linkerhelft. Broca ontdekte
de herseneigenschap van functionele lateralisatie. Het voorste
spraakgebied van hersenen wordt ook gebied van Broca genoemd.
➢ Het lateraal taalmodel: Wernicke creëerde het eerste model van
hoe hersenen taal produceren. De auditieve cortex bevindt zich in
temporale kwab. Het Wernicke-syndroom is dat mensen wel
kunnen horen maar het niet begrijpen. Schade naar het gebied van
Broca veroorzaakt verlies van spraakbewegingen zonder verlies
van geluidsbeelden, dus verlies van begrip.
➢ Ontkoppeling: op basis van zijn model voorspelde Wernicke een
nieuwe taalstoornis. Als de boogvormige vezels tussen twee spraakgebieden worden
doorgesneden maar gebieden wel intact blijven, zou patiënt niet kunnen herhalen wat
er wordt gezegd. Zo kun je op een andere manier kijken naar hersenbeschadiging.
Om te kunnen werken moeten ze met elkaar interacteren.
, ➔ Verlies van het vermogen om te lezen komt door ontkoppeling van visuele gebied en
het gebied van Wernicke, dus woordblindheid.
➔ Ontkoppeling is belangrijk in de neuropsychologie, het voorspelt namelijk complex
gedrag wordt opgebouwd en de verbinding verbreken, kan structuren aantasten op
manieren die lijken op schade op zich.
➢ Gedistribueerde functie: experimenten van Flourens laten zien dat veel functies wel
gedistribueerd zijn, dus afhankelijk van meer hersengebieden. Dit maakt ook herstel
van functie mogelijk na hersenbeschadiging. De plasticiteit van hersenen kan ingezet
worden op functionele verbeteringen na beschadiging te bewerkstelligen.
➢ Hiërarchische organisatie: verklaring voor schijnbare ontkoppeling die functionele
lokalisatie ondersteunen is het concept van hiërarchische organisatie. Elk
opeenvolgend hoger niveau bestuurt meer complexe aspecten van gedrag en doet dit
via de lagere niveaus. Ziekte of schade in hoogste niveaus zou tot ontbinding leiden.
➢ Meerdere geheugensystemen: we kleineren vaak ons gedrag. Bij een gebeurtenis
coderen verschillende delen van de hersenen de ervaring op verschillende manieren
en in verschillende delen van de hersenen tegelijk. Ruimtelijke locatie is een
hersengebied, emotionele inhoud etc. Aspecten van de ervaring komen dus samen
om het geheugen te vormen.
➢ Twee hersenen: de twee hersenen hebben elk enigszins verschillende representaties
van meerdere systemen. Linker brein kan spreken en rechter helft kan alles begrijpen
en interpreteren.
➢ Bewuste en onbewuste neurale stromen: veel van ons gedrag is onbewust. Visie is
bewust, maar veel van wat visie voor ons doet ligt buiten onze bewuste visuele
ervaring. Sensorische systemen bemiddelen onbewuste processen.
1.4 de neurontheorie
Het idee dat de eenheid van hersenstructuur en -functie de zenuwcel is. Er zijn hierin drie
aspecten: 1) neuronen zijn discreet en autonome cellen die op elkaar inwerken, maar niet
fysiek verbonden zijn, 2) neuronen verzenden elektrische signalen met een chemische basis
en 3) neuronen gebruiken chemische signalen om te
communiceren.
Zenuwstelselcellen
Het zenuwstelsel bestaat uit neuronen en glia. Neuronen
produceren ons gedrag en bemiddelen plasticiteit van de
hersenen. Gliacellen helpen neuronen en houden ze bij
elkaar en hebben andere functies, zoals aanleveren
voedingsstoffen. Een neuron heeft één axon (kunnen lang zijn) en meerdere dendrieten. (zijn
kort)
➢ Elektrische activiteit → om een actiepotentiaal door te geven geeft een synaps (spleet
tussen neuronen) chemicaliën vrij om een aangrenzende cel te beïnvloeden.
1.5 bijdragen aan neuropsychologie van Allied Fields
Neurochirurgie
Er waren ook hersenoperaties uit prehistorische tijd, zoals druk verwijderen. Tussen 13e en
19e eeuw zijn pogingen ondernomen om verschillende symptomen met operatie te verlichten.
- Door anesthetica kunnen patiënten nu wakker blijven om ook informatie te krijgen.
Psychometrie en statistische evaluatie
Hersenen moeten functioneel verschillend zijn, aangezien de grote verschillen in
vaardigheden en gedrag. Zo kwamen er IQ en psychologische tests. Er zijn ook meer
neurologische testen voor het meten van aspecten van gedrag en cognitie, later ook met
virtual reality.
, Structureel en functioneel brein in beeld brengen
Vroeger werden relaties tussen hersenen en gedrag bij autopsie pas vastgesteld.
Tegenwoordig maken hersenscans een snelle correlatie mogelijk tussen symptomen.
Structurele beeldvorming onthult de structuur van hersenen en hun verbindingen.
Functionele beeldvorming laat zien hoe verschillende delen van de hersenen wordt
geassocieerd met verschillend gedrag. Hersenbeeldvormingsmethoden kunnen regionale
verschillen beschrijven.
1. CT (computertomografie): passeren van röntgenstralen door hoofd. Die worden door
vloeistof geabsorbeerd en minder door hersencellen dan bot. Levende hersencellen
bevatten minder water.
2. PET (positronemissietomografie): radioactieve stoffen worden geïnjecteerd in
bloedbaan en die vervallen in enkele minuten. Hier geven ze fotonen af die
geplaatste detectoren rond het hoofd activeren → actieve delen worden getoond,
want daar bevindt zuurstof.
3. MRI (magnetische resonantiebeeldvorming): locaties van bewegende
waterstofpatronen, relatieve zuurstofconcentraties bepalen en gerichte bewegingen
van water detecteren. (het veiligst, maar ook het duurst)
H2: onderzoek naar de oorsprong van het menselijke brein en gedrag
Mensachtigen hebben veranderingen in handstructuur ten opzichte van andere apen en dit
maakt het gebruik van vaardig gereedschap mogelijk. Veranderingen in tandstructuur en een
kleinere kaakgrootte vergemakkelijkten de consumptie van gevarieerder dieet. Het
mensachtige brein onderging een ongeëvenaarde evolutie in omvang, wel drie keer
oorspronkelijke volume.
2.1 de menselijke oorsprong en de oorsprong van grotere hersenen
Onderzoek naar menselijk evolutie
➢ Archeologisch onderzoek: door morfologische reconstructie kunnen onderzoekers
een schatting maken van het uiterlijk van het lichaam. Zo kan er worden vergeleken
tussen meerdere skeletten.
➢ Biomedisch en genetisch onderzoek: genen sturen de lichaamscellen aan om
eiwitmoleculen te produceren. Aminozuursequentie van een eiwit in één soort kan
worden vergeleken met die van een andere soort. Soortverwantschap wordt ook
bepaald door DNA te vergelijken. Door mutaties kan dit veranderen.
➢ Gedragsonderzoek: vergelijkend gedragsonderzoek kan licht werpen op oorsprong
van veel menselijke gedragskenmerken. Zo kun je ook kijken naar familierelaties en
communicatie.
Evolutie van het menselijk brein en gedrag
Fysieke overeenkomsten tussen mensen en apen strekken zich uit tot hun hersenen.
➢ Australopithecus (verre voorouder): liepen ook rechtop en hadden
handgebruiksvaardigheden die vergelijkbaar zijn met die van ons.
➢ De eerste mensen: de moderne mens verscheen in Afrika binnen de afgelopen
200.000 jaar.
Hersengrootte en gedrag met elkaar in verband brengen
De twee belangrijkste manieren om relatieve hersengrootte te schatten zijn door
hersengrootte tot lichaamsgrootte te vergelijken en om hersencellen te tellen.
➢ Schatting relatieve hersen- lichaamsgrootte vs. hersencellen: Jerison berekende dat
naarmate de lichaamsgrootte toeneemt, de hersenen ook groter worden. De omvang
neemt ongeveer toe met 2/3 van de toename van het lichaamsgewicht.
➔ Encefalisatiequotiënt (EC): verhouding tussen werkelijke hersengrootte en de
verwachte hersengrootte voor een zoogdier met bepaald lichaamsgrootte. Hoe hoger
de hersenen van de dieren aan de linkerkant liggen, hoe groter de EQ.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller senneidsardi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.