100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bachelor ergotherapie - Bewegingswetenschappen 1 $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Bachelor ergotherapie - Bewegingswetenschappen 1

 26 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

- Bachelor ergotherapie - Bewegingswetenschappen 1 - 1 ste jaar, tweede semester - Docent: Fanny van Geel - H1 tot H8

Preview 4 out of 42  pages

  • October 21, 2023
  • 42
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 46 Flashcards
$5.97 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is Akinesie?

Answer: geen beweging

2.

Wat is bradykinesie?

Answer: vertraagt bewegen

3.

Wat is hyperkinese?

Answer: Overbewegingen

4.

Wat is stoppend position?

Answer: typische houding van oude vrouwtjes

5.

Wat is parese?

Answer: gedeeltelijke verlamming

6.

Wat is paralyse?

Answer: Volledige verlamming

7.

Wat is paralegie?

Answer: onderste gedeelte verlamd

8.

Wat is een gesloten spierketting?

Answer: handen/voeten gefixeerd  Vb: legpress

9.

Wat is een open spierketting?

Answer: vrij, niet gefixeerd, in heel de ruimte bewegen

10.

Wat is synkinesie?

Answer: syncroon bewegen, gelijk bewegen  Vb: samen met praten en tegelijk handbewegingen of armen zelfde beweging te laten doen

Bewegingswetenschappen
H 1 basis (terminologie), houding en beweging
INHOUD:
• Basis (terminologie), Houding en bewegingen
• Tonus (spanning)
• Mobiliteit en stretching
• Spiercontracties, spiertesten
• Gangpatroon
• Evenwicht
• Coördinatie

VOORKENNIS:
• Anatomie en fysiologie
• Terminologie
• ICF

KORTE HERHALING:
• Flexie (buigen) – extensie (strekken)
• Add (bij lichaam) – abd (van lichaam weg)
• Endo (naar binnen) – exo (naar buiten)
• Retroflexie => retractie (schouderbladeren tegen elkaar doen door rug hol te maken),
retropulsie (duw naar achter, vaak parkinson)
• Anteflexie => Propulsie (iemand naar voor duwen) , Protractie (schouders naar voor)
+ meerdere soorten flexie (palmaire flexie, plantaire flexie, dorsiflexie)
• Anteversie(heupen naar voor) – retroversie(heupen naar achter)
• Depressie (schouders omlaag) – elevatie (schouders naar beneden)
• Pro – supinatie
• Tractie – approximatie – axiale extensie (verlengde van de as, mooi rechtop staan)

NIEUWE TERMINOLOGIE
• Akinesie (geen beweging)
• Bradykinesie (verstraagd bewegen) – hypokinesie (verminderd bewegen)
• Hyperkinesie (overbewegingen)
• Stooped position (typische houding van oude vrouwtjes)
• Parese (gedeeltelijke verlamming) – paralyse (volledige verlamming) – plegie
(medische term van paralyse) – paralegie ( onderste gedeelte verlamd)

• Andere terminologie wordt per theorieonderdeel besproken
• Zie ook bestand ‘ethmyologie’ – niet te kennen maar zal je helpen indien je merkt dat
je moeilijkheden vertoond met de terminologie

“NIEUWE” TERMINOLOGIE
• ‘Voetrug’ en flexoren/extensoren van het onderbeen. Een paradox in de
terminologie?  bv: wij zeggen strek u voet maar dan doen we eigenlijk een flexie,
dus soms verschillen in de volksmond

1

, • Verklaar volgende begrippen:
- gesloten en open spierketting
- gesloten: handen/voeten gefixeerd  Vb: legpress
- open: vrij, niet gefixeerd, in heel de ruimte bewegen
- Synkinesie = syncroon bewegen, gelijk bewegen  Vb: samen met praten en
tegelijk handbewegingen of armen zelfde beweging te laten doen
- Synergie = noodzaak om samen te werken, spieren moeten samenwerken

 Bij het slaan met een hamer werken de polsextensoren en de vingerflexoren in
synergie / synkinesie. Welk is juist en waarom?  synergie, want de spieren moeten
samenwerken om meer kracht te zetten

• Verklaar volgende begrippen:
- Inhibitie (remmen van bepaalde bewegingen)
- T4 (thoracaal 4)
- L3 (lumbaal 3) vaak een punt van hernia’s
- PIP (proximale interfalangeale phalanges, eerste vinger kootje
- LWK (lumbale wervel kolom)
- PDA (primaire discogene aandoening = hernia)
- scapulo-humeraal ritme (samenwerking tussen schouderblad en bovenarm)

 Waarom wordt je rug op lumbaal niveau hol als je met beide armen een trui weg legt
op een rek boven je hoofd?  om evenwicht te houden, om spieren te laten werken
zodat spieren de juiste vezels kunnen aantrekken

• “beweginsgwetenschappen” Fysica – biomechanica - … HIER; klinisch!
Praktijkgericht!

Bv biomechanica spreekt over hefbomen
Lichaam heeft functionele hefboom via botten en spierspanning (Levin et al)
Luyten et al; Functioneel sesambeen = functioneel steunpunt

Voorbeeld:
• Echte sesambenen: 2 sesambeentjes in de voet, en 2 sesamenbeentjes in de duim
• Functioneel sesambeen: ‘valse sesambenen’: heel ons lichaam organiseert zich op
deze manier: in de spanningsketting van spieren en pezen steekt een soort ‘hub’ om
de hefboomwerking te optimaliseren.
• Vb: maken van een krachtige vuist zorgt er voor dat er een hoek gemaakt
wordt in de hele structuur van de arm, zorgt voor meer kracht.
• Vb: zak cement/iets zwaar dragen: dit ga je op je schouders dragen, waarbij
de lange rugspieren een kromming maken in schouder/bovenrug, om zo dit
zware voorwerp op een optimale manier te kunnen dragen




2

,WAT VALT OP?
• Moeilijk om over enkele hefbomen te spreken aangezien bewegingen bijna altijd
samengaan.
• Vb: inversie (naar binnen) – eversie (naar buiten)
• Ook andere typische patronen: PNF  bepaalde bewegingen gaan samen

INLEIDING PNF
=proprioceptieve neuromusculaire facilitatie
• Alle bewegingen die worden gedaan kunnen herleid worden naar algemene
patronen
• Moeilijk om mensen analystisch en geïsoleerd te laten bewegen = mensen bewegen
functioneel
• Bewegen = doel = samenwerking volledige lichaam

BASISPATRONEN PNF
- Patroon 1: flexie - adductie - exorotatie; pols: radiale flexie, krachtgreep toe.
- Patroon 2: extensie - abductie - endorotatie; pols: ulnaire extensie, krachtgreep
open.
- Patroon 3: flexie - abductie - exorotatie; pols: radiale axtensie, fijne greep open.
- Patroon 4: extensie - adductie - endorotatie; pols: ulnaire flexie, fijne greep toe.

 schouder belangrijkste!!
 filmpjes op YT




3

, PNF DOELEN
• Beweging aanleren, verbeteren van kracht, verbeteren van stabiliteit, verbeteren
mobiliteit, verminderen van pijn.
• Wordt dieper volgende jaren gezien bij stage of neurologische vakken
• Te kennen bewegingswetenschappen: basispatronen en inzicht in programmatie
lichaam voor samenwerking bewegingen
• Klinische link met bv spierverkortingen; indien 1 beweging verkort is vanwege
spierverkorting; welke extra ‘bewegingen’ spieren mee stretchen om optimaal te
kunnen gebruiken? (zie onderdeel spierstretch verder)

TERMINOLOGIE
• Bewegingswetenschappen is nu duidelijker
• Maar wat betekent ergotherapeut?
• Ergotherapeut = Komt van griekse woord ‘ergon’ dat; handeling, werk of
daad betekent
• Ergotherapeut zorgt ervoor dat een Px juist leert bewegen in een
dagdagelijkse setting volgens theoretische achtergrond
• Logisch: Ergotherapeut = begeleider leerprocessen

 Belang motorisch leren = mensen leren dat bepaalde bewegingen niet slecht zijn, soms
kan je lichaam pijn ervaren ookal is er geen reden om pijn te hebben, het kan ook in de
hersenen zitten

MOTORISCH LEREN
• “The brain knows nothing about muscles”
• VB: interne - versus externe motorische sturing
• Externe (bal vangen)
• Interne (bal gooien)

• Via motorische controle:
• Waarom lukt iets juist wel en waarom juist niet?
• Kan vanwege 8 punten:
1. Reflex theorie (automatische reflexen, hoe bepaalde bewegingen onderdrukken)
2. Hiërarchische theorie (hoe je zenuwstelsel groeit, hoe bepaalde bewegingen
onderdrukken)
3. Motor programming (bv iemand die een bal sport doet gaat, in andere sporten
met een bal beter zijn die nooit sport met een sport)
4. Systeem theorie (verwijst naar hoe verschillende systemen in lichaam
samenwerken voor een beweging (bv marathon lopen))
5. Dynamisch actie model (verwijst naar externe factoren)
6. Ecologische theorie (leren wandelen, ik ga de persoon leren wandelen heen en
weer  nee want op kiezeltjes kan die niet wandelen zoals in de aula 
aanpassen in situaties)
7. Zombie van Ramachandran (automatische piloot)  (bal naar iemand gooien, je
neemt ze of neemt ze niet)
8. Doorvoeld bewegen (verwijst naar cognitie, gevoel, als je moe bent presteer je
minder)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentergotherapie1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  3x  sold
  • (0)
  Add to cart