Uitgebreide complete samenvatting van week 4 t/m week 7
4 views 0 purchase
Course
Goederenrecht (3012GRX6VY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Pitlo 3 Goederenrecht
Dit document bevat alle informatie die door de UvA wordt voorgeschreven van week 4 t/m week 7. Na het leren van deze samenvatting bezit men alle kennis over deze weken voor het maken van de toets!
Hoofdstukken voorgeschreven van week 4 t/m hoofdstukken voorgeschreven week 7
October 22, 2023
11
2023/2024
Summary
Subjects
derdenbescherming
eigendomsvoorbehoud
pandrecht
zekerheidsrechten
fiduciaverbod
retentierecht
voorrechten
faillissement
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Rechtsgeleerdheid
Goederenrecht (3012GRX6VY)
All documents for this subject (44)
Seller
Follow
dewiverver
Content preview
Goederenrecht
Samenvatting week 4
Algemene bepalingen
Artikel 3:84 BW ziet op de vereisten van overdracht, waaronder beschikkingsbevoegdheid. Het
middel derdenbescherming valt onder de eis van de beschikkingsbevoegdheid en hierop bestaan
verschillende varianten :
o Algemene bepaling (artikel 3:36 BW)
o Roerende zaken (artikel 3:86 BW)
o Registergoederen en vorderingen op naam (artikel 3:88 BW)
o Reclamerecht (artikel 7:42 BW)
Binnen overdracht is het Nemo-plus beginsel van belang
Dit houdt in dat niemand meer rechten op anderen kan overdragen dan hijzelf heeft.
De uitzonderingen op deze regel betreffen dus regels van derdenbescherming.
Derdenbescherming is er niet in belang van de billijkheid, maar ter bescherming van de handel.
Derdenbescherming bij roerende zaken (artikel 3:86 BW)
Bescherming middels derdenbescherming, enkel bij bezitsverschaffing, bij verkrijging van een
beschikkingsonbevoegde is mogelijk, mits aan de volgende vereisten is voldaan :
o Te goeder trouw (artikel 3:118 BW)
o Verkrijging anders dan om niet
o Desgevraagd wegwijsplicht (artikel 3:87 BW) en
o Het moet gaan om een niet-gestolen zaak
1. Het is van belang dat men te goeder trouw is op het moment van levering. De verkregen
informatie na de levering is hierbij irrelevant.
2. Men moet voor het goed hebben betaald. Het mag dus geen schenking betreffen.
Voor derdenbescherming van een gestolen zaak moeten er aan de volgende vereisten zijn voldaan
(artikel 3:86 lid 3 sub a BW) :
o Er moet voldaan zijn aan de vereisten van lid 1
o De koper moet een natuurlijk persoon (consument) betreffen die niet handelt vanuit eigen
beroep of bedrijf.
o Er moet sprake zijn van een bedrijfsmatige verkoper
o Het goed is gekocht in een bedrijfsruimte (winkelverkoop)
4. Op het moment dat een goed niet in een winkel is gekocht is derdenbescherming bij gestolen
zaken niet meer mogelijk. Voor de vraag wanneer er sprake is van winkelverkoop stelt de
Hoge Raad 2 vereisten (vgl. HR Gestolen caravan) :
o De consument moet erop hebben mogen vertrouwen dat er sprake was van normale
handel. (een verkoopkantoortje is ook toegestaan)
o Er moet enige continuïteit zijn vereist t.a.v. het bedrijf van de verkoper.
In beginsel is het toegestaan een gestolen goed te revindiceren door de eigenaar. Dit termijn is wel
beperkt met een termijn :
o Bezitter te goeder trouw is het termijn 3 jaar
o Bezitter te kwader trouw is het termijn 20 jaar.
! Bij een verduisterde zaak zijn deze termijnen niet van toepassing en verliest de eigenaar
onmiddellijk zijn eigendom.
Het cruciale verschillen tussen verduistering en diefstal betreft het volgende :
, Goederenrecht
o Bij verduistering heeft de eigenaar de verduisteraar zelf toegang gegeven tot de zaak, denk
hierbij aan het uitlenen van een van een zaak waarbij de verduisteraar het goed
beschikkingsonbevoegd doorverkoopt.
o Bij diefstal heeft de eigenaar niks gedaan, maar heeft de dief zelf toegang genomen tot de
zaak.
Derdenbescherming bij cp-levering heeft 2 verschillende varianten :
o Cp-levering bij een houder
o Cp-levering bij een eigenaar
1. Bijvoorbeeld A leent aan B en B verkoopt en levert cp aan C. A wilt revindiceren, maar er is
geen derdenbescherming mogelijk wegen ongeldige levering.
2. Bijvoorbeeld A koopt en levert de zaak aan B en B verkoopt en levert cp aan C. A vernietigd
vervolgens de koop met B, waardoor B beschikkingsonbevoegd maar wel bezitter is
geworden. Dit blijft ook zo totdat A de zaak heeft opgehaald. A kan dus revindiceren tot B de
zaak aflevert aan C (artikel 3:90 lid 2 BW), hierbij is het wel van belang dat C te goeder trouw
is wil C een beroep doen op derdenbescherming.
Stel de overdracht tussen A en B wordt ontbonden is B evengoed beschikkingsbevoegd en is
er een geldige levering tussen B en C.
! Bij de verkoop van een auto zijn de autopapieren onmisbaar en dus bepalend voor de vraag of de
verkrijger bezitter te goeder trouw is of niet.
Artikel 3:86a BW is een uitzondering op de regel ten aanzien van cultuurgoederen, verweer op grond
van derdenbescherming of verjaring is hierbij niet toegestaan. Hier tegenover staat wel een billijke
vergoeding voor de bezitter te goeder trouw (artikel 3:87a lid 1 BW).
Bijvoorbeeld een gestolen schilderij uit een Spaans museum duikt op in Nederland. De Spaanse
regering is hierin nu eigenaar en mag het schilderij opeisen bij de staat. Voor de eigenaar in
Nederland staat derdenbescherming nu niet open.
Derdenbescherming bij registergoederen en vorderingen op naam (artikel 3:88 BW)
Artikel 3:88 lid 1 BW is van toepassing in twee situaties :
o Het gaat hierom derdenbescherming waarbij de vervreemder wel beschikkingsbevoegd was
op het moment van verkoop, maar met terugwerkende kracht deze bevoegdheid verliest.
(titelgebrek)
o Een verkrijger wel in een register geregistreerd staat, maar er op gebrekkige wijze is
geleverd. (leveringsgebrek)
Voor een beroep op derdenbescherming bij registergoederen en vorderingen op naam moet er
worden voldaan aan de volgende vereisten :
o Te goeder trouw van de verkrijger
o Onbevoegdheid van de vervreemder door ongeldigheid van de eerdere overdracht
o Ongeldigheid van de eerdere overdracht door titel- of leveringsgebrek (dus niet door
beschikkingsonbevoegdheid)
2, Bijvoorbeeld onbevoegdheid van B voortvloeiend uit de transactie met A.
1. Voorbeeld A draagt zijn huis over aan B. B is de schuldeiser en draagt het huis over aan C.
ook C weet dat A misschien failliet gaat en is daarmee dus te kwader trouw. C draagt over
aan D die van niks weet. A gaat failliet en heeft de bevoegdheid om transactie AB te
vernietigen. D is te goeder trouw dus kan zich wellicht op derdenbescherming beroepen. C is
inderdaad is beschikkingsonbevoegd voortvloeiend uit de overdracht AB. Het gaat hier om
een titelgebrek, een paulianeuze titelgebreek, waardoor D zich kan beroepen op artikel 3:88
BW.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dewiverver. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.