Nederlands: samenvatting 2 + 3
Taal in de 21ste eeuw
Taal is de hele dag aanwezig in het leven
Zowel binnen als buiten de school gebruik je voortdurend taal
Taal is een bindmiddel dat communicatie mogelijk maakt
Taal is nodig voor een volwaardige deelname aan onze complexe,
superdiverse en meertalige 21e-eeuwse samenleving
Succes ervaren op school, in hun persoonlijke leven en later op de
arbeidsmarkt is slechts mogelijk dankzij een goede taalvaardigheid
Functioneren in de samenleving lukt niet zonder een goede taalvaardigheid
Taal is onlosmakelijk verbonden met identiteitsontwikkeling
Taal heeft vele functies in de school en in de samenleving, het helpt je om je
identiteit te vormen
o Conceptualiserende functie
o Communicatieve functie
o Expressieve functie
o Sociale functie
Taal is een belangrijke sleutelcompetentie
OESO, VN en EU: lijsten met sleutelcompetenties om volwaardig deel te nemen aan
21e-eeuwse samenleving
De competenties doen beroep op taal:
Bewust omgaan met verandering
Complexe informatie verwerken
Kritisch en probleemoplossend denken
Zelfstandig beslissingen nemen
Creatief samenwerken
Communiceren in diverse (al dan niet digitale) contexten
Omgaan met nieuwe media en technologie
Taal is de hele dag aanwezig
Wordt gebruikt binnen & buiten de school
Het is een bindmiddel dat communicatie mogelijk maakt
Het is nodig voor een volwaardige deelnamen aan onze complexe,
superdiverse & meertalige samenleving
Succes ervaren op school, persoonlijk leven & op de arbeidsmarkt is mogelijk
door goede taalvaardigheid
Functioneren in de samenleving lukt niet zonder een goede taalvaardigheid
Taal is in de sleutelcompetenties van de 21e eeuw alomtegenwoordig
Complexe informatie verwerken door bronnen te raadplegen
Hiervoor heb je sterk ontwikkelde lees-en luistervaardigheden nodig
En sterk ontwikkelde schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid
Taalgebruik aanpassen aan de situatie en het doelpubliek (= een passend
register)
Omgaan met nieuwe media en technologieën: tweeten, sms’en,… vereist deze
vaardigheid
1
, Ontwikkeling van talige competenties in de 21e eeuw
Taalcompetentie is het geheel van talige kennis, vaardigheden & attitudes die nodig
zijn om geschreven, gesproken & multimediale teksten te begrijpen, te evalueren &
te gebruiken, zodat:
1. Volwaardige deelname aan de samenleving wordt mogelijk
2. De eigen doelen kunnen worden gerealiseerd
3. De eigen kennis en mogelijkheden kunnen levenslang en duurzaam worden
ontwikkeld
Enkele begrippen
Taalkenni Verwijst naar wat iemand bewust & onbewust weet over allerlei
s aspecten van taal, taalgebruik & taalsysteem
Taalvaar Betekent in staat zijn om talige handelingen uit te voeren
dig Bv. een recept lezen, een verhaal vertellen…
Taalonderwijs in de 21ste eeuw
Leren van, in en over taal
Leren van Men leert taal door ermee bezig te zijn & het te gebruiken
taal
Leren in We gebruiken taal als een middel om andere dingen te leren
taal
Leren over Inzoomen op de specifieke talige doelen & leerinhouden
taal
Principes taalkrachtig onderwijs (P. 402 – 403) – voorbeelden zie ppt
1. stimuleert een positieve talige grondhouding
2. is functioneel
3. is contextrijk
4. is (inter) actief
5. geeft ondersteuning
6. heeft aandacht voor impliciet en expliciet leren
7. biedt kansen tot reflectie
Principe 1: taalkrachtig onderwijs stimuleert een positieve talige
grondhouding
= vormt een belangrijk fundament voor alle andere principes
= belangrijk dat je een ruimte creëert waarin de leerlingen een positieve talige
grondhouding kunnen aankweken
3 voorwaarden om tot een positieve talige grondhouding bij leerlingen
te komen:
1) Een veilige oefencontext bieden
= ze moeten de ruimte krijgen om te kunnen experimenteren met taal
Zonder veilige spreek & schrijfkansen te bieden weet je niet hoe leerlingen de
taal in hun hoofd gebruiken & hoe je er feedback op moet geven
2) Het talige repertoire van leerlingen omarmen
2
,= het is belangrijk om te aanvaarden dat niet elke leerling in hetzelfde tempo de taal
oppikt
Apprecieer wat ze kunnen & heb oog voor wat lukt en wat niet bij elke leerling
= je aanvaardt de leerlingen zoals ze zijn: je toont interesse in de talen die ze thuis
spreken
3) Hoge verwachtingen koesteren
= door hoge verwachtingen te koesteren geef je leerlingen de boodschap mee dat
iedereen kan leren, wat zorgt voor het nodige zelfvertrouwen
Kijkwijzer om jezelf erop te beoordelen:
Moedig je je leerlingen aan om te experimenteren met taal?
Weten ze dat ze fouten mogen maken?
Vertonen je leerlingen voldoende spreek-en schrijfdurf?
Geef je thuistalen en -culturen een plaats in de klas?
Geloof je in het taalleerpotentieel van alle leerlingen?
Toon je dat door je leerlingen talig uit te dagen?
Principe 2: taalkrachtig onderwijs is contextrijk
= leerlingen moeten schooltaal leren
= Taal krijgt invulling & betekenis door te zorgen voor veel taalaanbod binnen een
betekenisvolle context
Geef je vorm door in te spelen op voorkennis en interesses vd leerlingen
En door aan te sluiten bij hun leefwereld, verhalen en activiteiten = rijke
context voor leerlingen
contextrijk onderwijs: geef je vorm door concrete materialen, vragen en situaties
te verbinden met abstracte inhouden
Zorgt voor herkenbaarheid & uitdaging, de leefwereld speelt een rol bij hun
motivatie
Ondersteunende context: De context biedt de nodige ondersteuning, bijvoorbeeld
het leren van het woord ‘vlieg’ is er visuele ondersteuning nodig
Ook bij abstracte begrippen zoals ‘provinciehoofdplaats’ moet je ook steeds
met context werken en leerlingen bijvoorbeeld de kans geven om het woord te
gebruiken in verschillende contexten
Nieuwe leerstof en dus ook de nieuwe taal verbinden met eerder opgedane
ervaringen & kennis
Je kennisnetwerk wordt uitgebreid en de nieuwe info krijgt een plekje in je
hoofd
Leerlingen hun voorkennis laten delen met andere leerlingen
= gemeenschappelijke voorkennis
Kijkwijzer om jezelf erop te beoordelen:
Kies je opdrachten en/of pas je die aan op baiss van input en interesses van de
leerlingen?
Roep je voorkennis op? Verbind je nieuwe kennis aan eerdere kennis en
ervaringen?
Zorg je voor een voldoende rijk (taal)aanbod, dat je begrijpelijk maakt door
parafrasering en visuele ondersteuning?
Principe 3: taalkrachtig onderwijs is functioneel
3
, We gebruiken taal in het dagelijkse leven om allerlei doelen te bereiken
Ons taalonderwijs wordt functioneler voor leerlingen als taal dient om allerlei
andere doelen te bereiken en dus een middel wordt om betekenisvolle taken
op te lossen
Belangrijk om een talig doel voor ogen te hebben: Je wil dat de leerlingen
luisteren, lezen, spreken en/of schrijven
Een functioneel doel kan de motivatie aanmoedigen waardoor hun
betrokkenheid verhoogt
Functionaliteit in lessen: zorgt voor uitdaging, het verlengen van de grenzen
! Samenwerken en overleggen met elkaar is essentieel in taallessen. Ook in het
gewone leven doen we dat permanent
Kijkwijzer om jezelf erop te beoordelen:
Leiden je lessen tot een concreet eindresultaat (dat ook niet-talig kan zijn)?
Werken de leerlingen aan een voor hen relevant en interessant doel?
Is er een kloof tussen het niveau waarop de leerlingen nu functioneren en het
niveau van de opdrachten?
Principe 4: taalkrachtig onderwijs is (inter)actief
= om taal te verwerven moeten we zoveel mogelijk kansen krijgen om de taal actief
te gebruiken
1) Leraar-leerlinginteractie
= Elke leerling moet voldoende taalaanbod (input) krijgen en voldoende feedback op
wat hij zegt en schrijft
= Taalstimulerend reageren: prikkelende vragen, rijkere verwoording, verwijzen naar
het doel van de taak ( belangrijk onderdeel van een goede interactieve houding!)
- Opinivragen en vragen die het denken stimuleren zijn verrijkend
- Leerlingen krijgen vaak de kans per twee of in groepjes aan taken samen te werken
Taken waarbij de leerlingen elkaars input nodig hebben zijn het meest
geschikt, bijvoorbeeld een brainstorm
Je kan heterogene of homogene groepjes samenstellen
Kijkwijzer om jezelf erop te beoordelen:
Zorg je dat je tijd en ruimte hebt om in interactie te gaan met de leerlingen?
Geef je voldoende input tijdens interacties met leerlingen?
Stel je veel open vragen, denkvragen en opinievragen?
Lok je interactie tussen de leerlingen uit?
Is er een variatie aan werkvormen die leiden tot actief en samenwerkend
leren?
Principe 5: taalkrachtig onderwijs geeft ondersteuning
Ondersteuning bieden doe je door kwaliteitsvolle feedback: combinatie van
feedback, feed-up en feedforward
Feedback Gaat over de stand van zaken
Feedup Gaat over de te zetten stappen & mogelijke tips
Feedforw Het verwoorden van het doel
ard
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laineypeleman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.20. You're not tied to anything after your purchase.