Dit is een samenvatting voor scheikunde van de methode Chemie Overal (4 VWO). Dit is een samenvatting van hoofdstuk 3 Moleculaire stoffen. Deze samenvatting is in totaal 6 kantjes.
Stroomgeleiding
Elektrische stroom: de transport van geladen deeltjes (ionen).
Als je met een stof elektrische stroom wilt geleiden, dan moet die stof geladen deeltjes
bevatten die vrij kunnen bewegen.
De bouw van vaste stoffen
Kristalrooster: het een rooster waarin de regelmatig gestapelde bouwstenen van een
vaste stof zijn weergegeven. De bouwstenen van een kristal bepalen of de stof wel of
geen elektrische stroom kan geleiden.
Metalen: metaalatomen hebben weinig valentie-elektronen. De kern heeft weinig
aantrekkingskracht op de valentie-elektronen, door de grote afstand tussen de kern en
de valentie-elektronen. Hierdoor treden de valentie-elektronen gemakkelijk uit hun schil.
Zo bestaat het metaalrooster uit positieve metaalionen omringd door vrije negatieve
elektronen. De geleiding wordt in de vaste fase veroorzaakt door de vrije negatieve
elektronen (de metaalionen zitten op een vaste plek). In de vloeibare fase kunnen de
negatieve elektronen ook vrij rond bewegen en verliezen de metaalionen hun vaste
plek, waardoor de ook elektrische stroom kunnen geleiden. In de vloeibare fase zorgen
dus zowel de elektronen als de metaalionen voor de geleiding.
Zouten: geleidt niet in de vaste fase, omdat de positieve en de negatieve ionen allebei
op een vaste plek zitten. In de vloeibare fase wel, want dan verliezen ze hun vaste plek.
Moleculaire stoffen: kunnen in de vaste en in de vloeibare fase allebei geen stroom
geleiden, omdat dat hun deeltjes ongeladen zijn.
Metalen Zouten Moleculaire stoffen
Bestanddelen Metaalatomen Ionen: negatief Niet-metaalatomen
geladen niet-
metaalatomen en
positief geladen
metaalatomen
Stroomgeleiding In vaste en vloeibare fase Alleen in vloeibare Geen
fase stroomgeleiding
Naam Metaalrooster Ionrooster Molecuulrooster
kristalrooster
Binding Tussen de metaalatomen: Tussen de ionen: Tussen de
metaalbinding (sterk) ionbinding doordat moleculen:
doordat de positieve de positieve en vanderwaalsbinding
metaalionen en de negatieve ionen doordat de
negatieve vrije elektronen elkaar aantrekken. moleculen elkaar
elkaar aantrekken. aantrekken.
Kristalrooster
, Paragraaf 3 Binding in moleculen
Naamgeving van moleculaire stoffen
In systematische namen is de index (het kleine cijfer dat eronder staat) een Grieks
telwoord. Dat maakt natuurlijk niet uit als je gewoon het cijfer noteert, maar wel als je de
naam uitspreekt. Je zet het telwoord dan altijd voor de stof. Het woord mono kun je
meestal weg laten. Alle stoffen krijgen –ide achter de volledige naam.
Bijvoorbeeld: NO2 = stikstofdioxide
Atoombindingen
Om de bouw van een molecuul te weten, moet je weten hoe een de binding tussen
atomen tot stand komt. Hiervoor gebruik je het atoommodel van Bohr en de octetregel.
Covalente binding/atoombinding: de binding tussen atomen door het delen van elkaars
valentie-elektronen. Dit is een hele sterke binding waarbij het heel veel energie kost om
het te doorbreken.
Covalentie: hoeveel bindingen een atoom kan maken. Dit is het aantal valentie-
elektronen dat er te weinig is om de dichtstbijzijnde edelgasconfiguratie te maken.
De atomen maken bindingen met elkaar door de octetregel. Ze willen namelijk allebei
een edelgasconfiguratie, dus gaan ze allebei elkaars valentie-elektronen aantrekken,
waardoor het lijkt alsof ze allebei meer elektronen hebben.
Dit is het model van een waterstofmolecuul. Het bestaat uit 2 waterstof
atomen met elk 1 proton (in het midden) en 1 elektron (de minnetjes). Zoals
je ziet trekken beide waterstofatomen elkaars elektronen naar elkaar toe,
waardoor ze samenkomen en de atomen aan elkaar verbinden. Dit doen ze
zodat het lijkt alsof ze allebei 2 (valentie-)elektronen hebben, net zoals helium
edelgasconfiguratie!
Lewisstructuren en structuurformules
Lewisstructuur: tekening van een molecuul waarin alle valentie-elektronen worden
weergegeven, ook degenen die geen binding vormen. De valentie-elektronen worden in
de Lewisstructuur weergegeven met bolletjes of kruisjes. Je mag 2 bolletjes die geen
binding aangeven ook vervangen door 1 streepje, zoals in voorbeeld 3.
Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Voorbeeld 3
Lewisstructuur Lewisstructuur Lewisstructuur
van methaan van water van water
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Boontje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.