Samenvatting Geschiedenis: tijdvak 7 pruiken en revoluties
8 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
HAVO
Dit is een samenvatting van geschiedenis over tijdvak 7, de tijd van pruiken en revoluties. Alle paragraven worden duidelijk beschreven.
Boek: geschiedenis werkplaats
Jaar: 4 en 5 havo
Tijdvak 7: De tijd van de pruiken en revoluties.
7.1 De verlichting
KA: Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Filosofen in Parijs ontwikkelden een boekenserie waarin ze alle kennis wilde verzamelen. Ze noemden het de encyclopedie.
In de 18e eeuw meende ontwikkelde mensen dat kennis en verstand de mensheid hielpen om vanuit de duisternis naar het
licht te komen. Met duisternis bedoelden ze onwetendheid, domheid en intolerantie; licht stond voor kennis, inzicht en
verdraagzaamheid. Er ontstond optimisme over de mogelijkheid om met het verstand alles te begrijpen en verbeteren.
Rationalisme en kennis zouden de wereld beter maken. Zo werd op de wetenschappelijke revolutie uit de 17 e eeuw in de 18e
eeuw voortgebouwd door een revolutie in het denken die de verlichting genoemd wordt. Verlichte denkers hadden kritiek
op godsdienstige intolerantie en vonden dat alle religies gelijke rechten moesten krijgen. Sommige verlichte denkers waren
atheïst; ze geloofden niet in god. De Franse schrijver Voltaire was deist; hij nam aan dat god de wereld had gemaakt, maar
zich er niet mee bemoeide. In de 18e eeuw waren de samenlevingen vol ongelijkheid. In 1754 schreef schrijver Jean Jacques
Rousseau dat alle mensen van nature gelijk zijn. alle mensen waren geboren met verstand en moesten dus gelijke rechten
hebben. Verlichte denkers ontwikkelden ook politiek nieuwe ideeën. Met rationalisme en optimisme wilden ze de politieke
situatie verbeteren. Bestuurders moesten de mensenrechten beschermen. De overheid moest niet boven de wet staan.
Engelsman Locke was voor een rechtsstaat waarin rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten.
Rousseau noemde deze volkssoevereiniteit de algemene wil. De Franse verlicht denkende edelman Montesquieu vond dat
als één persoon of groep alle politieke macht heeft, dat dat leidt tot corruptie (omkoping), machtsmisbruik en
onderdrukking. In zijn boek legde hij uit dat de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht van elkaar gescheiden
moesten worden. Volgens deze driemachtenleer (trias politica) moest het parlement wetten vaststellen, moet de regering
wetten uitvoeren en moeten onafhankelijke rechters de naleving van wetten controleren.
7.2 Het ancien regime
KA: Voortbestaan van he ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze
vorm te geven (verlicht absolutisme).
In 1734 publiceerde Voltaire een boek waarin hij de constitutionele monarchie van Groot-Brittannië prees. De Franse
overheid vatte dit op als kritiek en let het boek in het openbaar verbranden. Frankrijk was het land van de verlichting, maar
ook een land van onvrijheid. Veel boeken werden verboden, hoewel niet alles werd tegengehouden door de censuur, het
toezicht van overheid of kerk op publicaties. Het bestuur voor een democratische revolutie wordt het ancien regime
genoemd. De bourgeoisie, de rijke burgerij die zijn welvaart dankte aan handel en nijverheid, had niets te vertellen. De
meeste boeren waren straatarm. Andere absolute vorsten probeerden verlichte hervormingen door te voeren. De
succesvolste vertegenwoordiger van dit verlicht absolutisme was Frederik de Grote, de koning van de Pruisen. Hij
correspondeerde met Voltaire en zag zichzelf niet als dienaar van God, maar als eerste dienaar van de staat. Hij stond
godsdienst en persvrijheid toe en verbood martelen. Ook in Nederland waren de sociale verhoudingen nadelig voor een
groot deel van de bevolking. De bloeitijd van de economie was voorbij en de Republiek had torenhoge schulden, maar
regenten werden rijker.
7.3 De democratische revoluties
KA: De democratische revoluties in de westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap.
Aan het eind van de 18e eeuw maakten democratische revoluties in verschillende westerse landen een eind aan het ancien
regime. Dit waren ingrijpende veranderingen waarbij democratische grondwetten werden ingevoerd. Onderdanen werden
staatsburgers met politieke burgerrechten en -plichten. In Noord-Amerika kwamen dertien Britse koloniën in opstand tegen
hun moedertaal. De Amerikaanse revolutie (1765-1787) bereikte een hoogtepunt op 4 juli 1776, toen de opstandige de
verenigde koloniën van de VS onafhankelijk verklaarden. De Amerikaanse revolutie eindigde in september 1787 met de
vaststelling van een grondwet die bepaalde dat de VS een democratische rechtsstaat waren met een nationale regering
onder leiding van een gekozen president. De uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht werden gescheiden. Een
nationale volksvertegenwoordiging, het Congres, kreeg de wetgevende macht en een nationaal Hooggerechtshof ging
controleren of de grondwet werd nageleefd. De Amerikaanse revolutie leidde tot enthousiasme bij de verlichte Europeanen.
Gewapende patriotten, zoals de democraten zich noemden, verjoegen in 1786 de regenten in Utrecht. Ze namen daarna
ook in andere steden de macht over. Prinses Wilhelmina riep echter de hulp in van haar broer, de koning van de Pruisen. Een
Pruisisch leger maakte in oktober 1787 een eind aan de Patriottenopstand. Duizenden Patriotten vluchten naar Frankrijk. In
1795 viel het Franse leger Nederland binnen en hielp daar de patriotten alsnog aan de macht. De Staten-Generaal riepen de
Bataafse republiek uit en legden de mensenrechten vast. Er kwam godsdienstvrijheid en scheiding van kerk en staat. De
Calvinisten raakten hun voorrechten kwijt. In Frankrijk was een eenheidsstaat ingevoerd en de Fransen vonden dat ook
Nederland een eenheidsstaat moest worden. In 1798 arresteerden Franse troepen in Den Haag tegenstanders van de
eenheidsstaat. Lang hield de democratie niet stand. Napoleon maakte een eind aan de Bataafse revolutie (1795-1805) en
liet Nederland in 1806 een koninkrijk worden met zijn broer als koning. In 1810 werd Nederland onderdeel van een
Frankrijk. Nadat Nederland in 1813 was bevrijd, werd het weer een monarchie en een eenheidsstaat. In Frankrijk kwamen
op 5 mei 1789 voor het eerst de Staten-Generaal bijeen. De adel en geestelijkheid wilde dat de drie standen elk één stem
kregen. Toen het erop leek dat de koning met het leger de Nationale Vergadering uiteen wilde jagen, brak er een opstand
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isakramer37. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.