Dit is een samenvatting van geschiedenis over tijdvak 9, de tijd van de wereldoorlogen. Alle paragraven worden duidelijk beschreven.
Boek: geschiedenis werkplaats
Jaar: 4 en 5 havo
Tijdvak 9: De tijd van de wereldoorlogen
9.1 De eerste wereldoorlog
KA: Het voeren van twee wereldoorlogen.
Eind juli brak de 1e wereldoorlog uit. De aanleiding was de moord op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand, die op 28
juni 1914 werd doodgeschoten in de Bosnische hoofdstad Sarajevo. De moordenaar was lid van een Servische terreurgroep.
De Oostenrijkers vermoeden dat de Servische geheime dienst erachter zat. Om een eind te maken aan de Servische dreiging
besloot, Oostenrijk Servië te straffen. Oostenrijk vroeg Duitsland om steun voor een actie tegen Servië. Nadat Duitsland die
steun beloofd had, verklaarde Oostenrijk op 28 juli Servië de oorlog. Rusland had Servië steun beloofd. Duitsland verklaarde
Rusland de oorlog. Toen Ruslands bondgenoot Frankrijk mobiliseerde, verklaarde Duitsland ook Frankrijk de oorlog. Op 4
augustus trok het Duitse leger België binnen, op weg naar Frankrijk. Dat was voor Groot-Brittannië een reden om Duitsland
de oorlog te verklaren. Vanaf dat moment vochten de geallieerden Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland tegen de centralen
Duitsland en Oostenrijk. Op den duur gingen bijna alle landen meedoen. Nederland was een van de weinig landen die
neutraal bleven. Het Ottomaanse rijk sloot zich aan bij de centralen en Italië bij de geallieerden. Toen de Verenigde Staten
zich in 1917 aansloten bij de geallieerden was het een echte wereldoorlog geworden. Hoe kon een moord uitlopen tot een
wereldoorlog? Belangrijk was dat eind 19e eeuw twee bondgenootschappen waren ontstaan. Oostenrijk en Duitsland en
Rusland en Frankrijk. De spanningen in Europa liepen op door het nationalisme en onderling wantrouwen. Frankrijk had
Elzas- Lotharingen verloren aan Duitsland in de oorlog van 1870-1871 en wilde raak. Omdat Frankrijk niet sterk genoeg was,
verbond het zich met Rusland. Dat zagen Duitsland en Oostenrijk als machtsobstakel voor zijn machtsuitbreiding. Duitsland
wilde ook meer macht en bouwde daarom een oorlogsvloot, wat leidde tot een wapenwedloop op zee met Groot-
Brittannië. Van belang was ook dat in Duitsland en andere landen het leger werd verheerlijkt. Mede door dit militairisme
werd de ernst van de oorlog onderschat.
KA: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigswapens en de betrokkenheid van de
burgerbevolking bij oorlogsvoering.
Voor het eind van het jaar waren West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk in twee gedeeld door loopgraven. In de 1917 trad in
Rusland de tsaar af. De communisten grepen onder leiding van Lenin de macht. Zijn regering sloot op 3 maart 1918 vrede
met Duitsland. Maar de geallieerden gingen in tegenaanval. Ze hadden nu twee voordelen; er arriveerden voortdurend
Amerikaanse troepen en ze beschikten over honderden tanks, een nieuw wapen wat de Britten hadden ontwikkelt. Toen de
Duitsers werden teruggedrongen besefte de legerleiding dat de oorlog klaar was. De keizer vluchtte naar het neutrale
Nederland. Daarna vroeg een nieuw regering om een wapenstilstand. De vernietigingskracht was enorm toegenomen sinds
de industrialisatie. In 1915 zette de Duitsers gifgas in, maar militair leverde dit massavernietigingswapen geen voordeel op.
Een ander nieuw wapen was de onderzeeër. In 1919 werd de Duitse regering gedwongen een vernederend vredesverdrag te
tekenen: de vrede van Versailles. Duitsland verloor grondgebied, raakte al zijn koloniën kwijt en mocht slechts een klein
leger houden, kreeg als schuldige van de oorlog enorme herstelbetalingen opgelegd en mocht geen lid worden van de
Volkenbond.
9.2 De economische wereldcrisis
KA: De crisis van het wereldkapitalisme.
De 1e wereldoorlog maakte een eind aan de welvaartstijging in Europa. Pas in 1924 kwam er een eind aan de economische
crisis. De Amerikaanse economie groeide hard door de snelle uitbreiding van wegen- en elektriciteitsnet en de opkomst van
nieuwe producten die daardoor mogelijk werden. In de consumptiemaatschappij bloeide ook de mode, het uitgaansleven
en de vermaaksindustrie. De economische groei leidde tot optimisme en daardoor stegen de aandelenkoersen. Mensen
kochten aandelen. Maar in 1929 ontstond twijfel, op 24 oktober 1929, Zwarte donderdag, sloeg de paniek toe. Mensen
verkochten massaal hun aandelen, voor steeds lagere prijzen. Deze beurskracht werd gevolgd door een achteruitgang in de
economie. De productie kromp en de werkloosheid steeg. Het loon van veel werkende mensen ging omlaag en daardoor
daalde ook hun koopkracht. Door de nauwe internationale bande ontwikkelde dit zich tot een wereldcrisis. De economische
crisis, die de hele jaren in 1930 voortduurde, wordt de Grote depressie genoemd. de directe oorzaak was crisis op de beurs,
maar de diepliggende oorzaak was overproductie. Westerse regeringen dachten dat de crisis vanzelf over zou gaan, doordat
periodes van groei en neergang elkaar altijd al hadden afgewisseld. De crisis werd alleen maar erger, waardoor de twijfel
groeide het twijfel aan het liberale beleid. In de VS kwam pas herstel nadat de Amerikaanse president in 1933 onder de
naam New Deal ingreep in de economie. De economie trok weer aan en de werkloosheid daalde. In andere landen trok na
1933 ook herstel op, al ging de crisis in het interbellum niet echt over. Pas de tweede wereld oorlog maakte er definitief een
eind aan.
9.3 De totalitaire systemen
KA: Het in praktijd brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
Lenin wilde het kapitalisme en het privébezit van productiemiddelen in Rusland afschaffen en een dictatuur vestigen. In
1917 was er in Rusland een revolutie uitgebroken. Lenin zette de bevolking tegen de regering op en beloofde vrede en
brood. Op 7 november gaf hij het sein voor een opstand. Lenin verklaarde de volgende ochtend dat alle macht aan de
Sovjets waren gegeven. In werkelijkheid was het een staatsgreep van de communisten. De gebeurtenis werd later gevierd
als de Oktoberrevolutie. Na Lenin zijn machtsovername brak er burgeroorlog uit. De communisten wisten uiteindelijk in
1922 hun vijanden te verslaan. Ze vestigen een partijstaat. Na Lenin zijn dood kwam Stalin aan de macht, hij creëerde en
sfeer van angst en terreur. De collectivisatie leidde tot boerenopstanden, die Stalin met geweld liet onderdrukken. Om het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isakramer37. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.