1. Tijd van jagers en boeren
2. Tijd van Grieken en Romeinen
3. Tijd van monniken en ridders
4. Tijd van steden en staten
5. Tijd van ontdekkers en hervormers
6. Tijd van regenten en vorsten
7. Tijd van pruiken en revoluties
8. Tijd van burgers en stoommachines
9. Tijd van de wereldoorlogen en Holocaust
10. Tijd van televisie en computer
1. Tijd van jagers en boeren (>3000 v. Chr.)
De eerste mensen soort zijn in Afrika ontstaan. Volgens de huidige inzichten heeft tweemaal een
mensensoort zich vanuit Afrika over andere werelddelen verspreid. Nieuwe vondsten werpen echter
regelmatig een geheel nieuw licht op de begintijd van de mensheid. De eerste mensen leefden
allemaal als jager-verzamelaar en moesten zich regelmatig aanpassen aan grote veranderingen in het
klimaat. Tegenwoordig bestaat er nog maar een mensensoort: de homo sapiens.
1.1 Jagers-verzamelaars
Er hebben verschillende soorten menssoorten bestaan. Homo sapiens (de verstandige mens) is de
enige overgebleven mensensoort. Deze verspreidde zich vanuit Afrika over de rest van de wereld.
Ongeveer 40.000 jaar geleden verscheen Homo sapiens ook in Europa. Zij leefden, als jagers-
verzamelaars, van alles wat de natuur hen opbracht.
Het klimaat had veel invloed op het leven van de jagers-verzamelaars. Ongeveer 13.000 jaar geleden
verdween de extreme kou van de ijstijd en maakte plaats voor een toendraklimaat. In West-Europa
trokken toen rendierjagers rond. Zij leefde als nomaden (rondtrekkend volk). Omdat ze rekening
moesten houden met het trekgedrag van de rendieren. Deze leverde hun voedsel, gereedschap en
huiden. Er werd ook vuursteen gebruikt om gereedschappen en wapens te maken. Jagers-
verzamelaars leefden in kleine groepen en hadden weinig bezettingen. Er zijn dan ook weinig
archeologische sporen teruggevonden.
1
,Door verdere opwarming van het klimaat raakte het gebied begroeid met planten en bomen waar
allerlei dieren op afkwamen. Er ontstonden meren en rivieren met vis. Rond 7000 v. Chr. konden
jagers-verzamelaars voldoende voedsel vinden om op langer op een plaats te wonen. Ze leefde half-
nomadisch in een zomer- en winterkamp. In een van deze jagerskampen werd het skelet van een
vrouw uit ca. 5000 v. Chr. Opgegraven. De archeologen noemde haar Trijntje.
1.2 De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw
Tussen 10.000 en 9.000 v. Chr. gingen de eerste mensen over op landbouw. Dit gebeurde in het
Midden-Oosten. De overgang van jagen-verzamelen naar landbouw bracht veel nieuwe
mogelijkheden en veranderingen. Daarom wordt gesproken over de Agrarische revolutie.
Boeren zetten de natuur naar hun hand door het kappen van bos of graven van irrigatiekanalen. Ze
woonden op een vaste plaats en begroeven hun doden met grafgiften in de buurt van de
nederzetting. Ze produceerden veel voedsel. Dat leidde tot bevolkingsgroei, daarom moesten nieuwe
gebieden worden ontgonnen of veroverd. Niet iedereen hoefde op het land te werken. Dat leidde tot
specialisaties als ambachtslieden, soldaten en priesters. Er werden in de loop van der tijd nieuwe
technieken en uitvindingen ontwikkeld, zoals spinnen en weven van wol en het gebruik van metalen
(koper, brons en ijzer).
De landbouw spreidde zich in de loop van 4000 jaar naar West-Europa. De eerste landbouwcultuur in
West-Europa was de bandkeramiekcultuur (ca. 5000 v. Chr.), genoemd naar de potten die in graven
werden gevonden. Deze boeren bouwden grote boerderijen op de vruchtbare lössgrond van Zuid-
Limburg.
De bekendste landbouwcultuur is de Trechterbekercultuur (tussen 3500 en 2700 v. Chr.), genoemd
naar de trechtervormige potten in hunebedden. Deze grafkelders, gemaakt van grote zwerfstenen uit
een IJstijd, vinden we in de provincie Drenthe.
1.3 Religieuze uitingen: grottekeningen, beeldjes en grafgriften
Er zijn geen schriftelijke bronnen uit dit tijdvak. We weten niet wat mensen toen dachten. Toch wordt
aangenomen dat zij een religieus besef of geloof hadden. Voorbeelden zijn: grottekeningen uit ca.
35.000 v. chr. In Frankrijk en Spanje, grafgriften in hunebedden (tussen 3500 en 2700 v. Chr.) en
begraven voorwerpen die als offergaven worden gezien.
1.4 De bronnen van dit tijdvak
De prehistorie is de tijd waaruit geen geschreven bronnen bekend zijn. Onze kennis is vooral
gebaseerd op archeologisch onderzoek. Archeologen zijn de bewaarders van het bodemarchief.
Opgravingen worden eigenlijk alleen verricht, als een vindplaats dreigt te verdwijnen. Archeologisch
onderzoek gebeurt heel systematisch, zodat archeologen met weinig gegevens toch veel te weten
komen.
2
, 2. Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v. Chr. – 500 na Chr.)
In gebieden waar meer dan voldoende voedsel door boeren werd geproduceerd, hoefde niet
iedereen op het land te werken. Er ontstonden op deze manier allerlei nieuwe specialisme en
beroepen. De beoefenaars hiervan leefden samen in een stadstaat. De stadsstaten werden een
centrum van nieuwe ideeën en ontwikkelingen.
2.1 De eerste beschavingen: het ontstaan van stadstaten
Rond 3000 v. Chr. woonden mensen met gespecialiseerde beroepen in steden die het omliggende
gebied bestuurden. Deze stadsstaten veroverden omliggende vruchtbare gebieden en groeiden soms
uit tot grote rijken. Dit gebeurde in Mesopotamië, een rivierengebied in het huidige Irak en Syrië en
langs de nijl in Egypte. Er ontstond een gelaagde samenleving (of hiërarchie) met aan de top een
koning en onderaan de mensen die na veroveringen tot slaven waren gemaakt. In de stadstaten werd
belasting geadministreerd met schrifttekens. Hieruit ontstonden geschreven teksten op kleitabletten
(het spijkerschrift). Hierdoor kwam rond 3000 v. Chr. in het Midden-Oosten een eind aan de
prehistorie.
In het huidige Griekenland ontstonden vanaf 800 v. Chr. ook stadstaten, zoals Athene, Thebe en
Sparta. Athene werd niet door een koning bestuurd, maar door een democratisch bestuur van vrije
mannen. In de Griekse stadstaten ontwikkelden zich literatuur, een kenmerkende bouwstijl van
tempels met zuilen, beeldhouwkunst en wetenschappelijk denken door het stellen van kritische
vragen.
2.2 Het Romeinse Rijk
De stadstaat Rome ontstond rond 750 v. Chr. en was rond 270 v. Chr. uitgegroeid tot een romeins rijk
langs de middellandse zee. Rond 50 v. Chr. veroverde de Romeinse veldheer Julius Caesar grote delen
van Noordwest-Europa en een deel van het huidige Nederland. De Romeinse cultuur nam religie,
wetenschap, beeldhouwkunst en bouwstijlen uit de Griekse cultuur over. Daarom wordt er gesproken
over een Grieks-Romeinse cultuur. Het Romeinse rijk werd vanaf het begin van de christelijke
jaartelling bestuurd door een keizer.
Er was een efficiënt bestuur met een belastingsysteem, wetgeving en zorg voor veiligheid. Bovendien
was er een uitstekende infrastructuur met wegen, mijlpalen en bruggen. Dit alles bevorderde de
handel in het rijk. Er werden veel nieuwe steden gebouwd met amfitheaters (voor
gladiatorgevechten), aquaducten (voor de waterleiding), badhuizen met vloerverwarming, tempels
en triomfbogen ter herinnering aan veroveringen. Grote gebouwen werden vaak gebouwd met
boogconstructies en versierd met beeldhouwwerk en mozaïekvloeren. De economie was afhankelijk
van slaven als arbeidskrachten. De bevolking van veroverde gebieden werd vaak tot slaaf gemaakt en
op slavenmarkten verkocht.
In 395 werd het Romeinse rijk in twee delen verdeeld met ieder een keizer: het West-Romeinse rijk
met als hoofdstad Rome en het Oost-Romeinse rijk met als hoofdstad Constantinopel (Istanbul). In
402 trokken de legers weg van de grens om Rome te beschermen. In 476 werd de laatste keizer in
Rome afgezet. Dit was het einde van het West-Romeinse rijk.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxveenbrink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.