,Week 1: Recht als systeem van prescriptieve regels
Literatuur
Studiestof:
Verheugt:
Hoofdstuk 1
Tekstbundel:
Tekst: Over positief recht en natuurrecht
Tekst: Over de onderlinge samenhang tussen rechtsbegrippen
Verheugt, hoofdstuk 1:
Over positief recht en natuurrecht:
Het begrip ‘positief recht’ wordt vaak tegenover het begrip ‘natuurrecht’ geplaatst. Het natuurrecht
kent vele vormen, maar alle varianten hebben gemeen, dat men ervan uitgaat (wellicht: dat men
gelooft) dat er een aantal fundamentele rechtsnormen bestaan die als het ware ‘ingebakken’ zitten in
de (menselijke) natuur. Het zou hier gaan om fundamentele rechtsnormen die altijd gelden,
onafhankelijk van de vraag of de overheid deze normen erkent.
Een belangrijke natuurrechtsdenker was Thomas van Aquino (1225-1274). Hij betoogde dat er
natuurrecht bestaat, dat (1) altijd en overal geldt omdat het door God gegeven is en dat (2) door de
mens kan worden ontdekt als de mens zijn verstandelijke vermogens gebruikt.
Bij Hugo de Groot (1583-1645) wordt de band tussen godsdienst en natuurrecht losser. De Groot
betoogde dat (1) de mens door goed gebruik van zijn verstandelijke vermogens kan ontdekken wat de
regels van het natuurrecht zijn en (2) dat het door de mens ontdekte natuurrecht ook zou gelden als
er geen God zou zijn.
Ook een natuurrechtsdenker erkent dat er positief recht – dat is door de mens vastgesteld recht –
bestaat. Natuurrechtsdenkers zien dat positieve echter als een aanvulling op het van nature al
geldende recht.
Stel, dat Nederlandse rechters de opdracht zouden hebben, rechtsgeschillen te beslechten op basis
van natuurrecht. Het is niet ondenkbaar dat iedere rechter voor een vergelijkbaar probleem dan een
eigen, andere oplossing zal formuleren. De rechtspraak zou onvoorspelbaar en grillig worden.
Uit oogpunt van duidelijkheid en rechtszekerheid geven de meeste juristen daarom – in ieder geval
onder normale omstandigheden – de voorkeur aan een rechtspositivistische visie op het recht. Het
rechtspositivisme – ook een juridische stroming – gaat ervan uit, dat er uitsluitend geldende recht
bestaat, voor zover het door de mens is vastgesteld.
Een bepaalde gedragsregel is immers alleen positief recht, als hij afkomstig is uit één van de
rechtsbronnen (wetgeving, rechtspraak, verdrag of gewoonte) – en deze rechtsbronnen zijn elk van
menselijke oorsprong. Stamt een gedragsregel niet uit een van deze bronnen, dan is hij kan volgens
de rechtspositivist dus nooit tot het geldende recht behoren.
, Conclusie:
positief recht is niet het tegenovergestelde van ‘negatief recht’ of iets dergelijks. Integendeel:
‘positief recht’ betekent door de mens gestelde recht en vormt in dit opzicht een tegenstelling met
het begrip natuurrecht – het van nature, onafhankelijk van menselijke erkenning geldende recht.
rechtspositivisme is de (juridische of filosofische) opvatting dat het geldende recht uitsluitend
bestaat uit positief recht.
Natuurrechtsdenkers zijn daarentegen van mening dat het geldende recht bestaat uit natuurrecht,
aangevuld door positief recht. Volgens velen van hen mag het positieve recht niet in strijd zijn met de
natuurlijke rechtvaardigheid.
Natuurrechtsaanhangers menen: Geldend recht = natuurrecht + positief recht
Voor normale omstandigheden huldigen de meeste moderne juristen de rechtspositivistische
opvatting: Geldend recht = positief recht
Vanaf eind 1945 werden er vele rechtszaken gevoerd met de bedoeling om wandaden uit de nazitijd
te bestraffen of terug te draaien. Vaak waren die wandaden op het moment dat ze werden begaan, in
overeenstemming met de geldende wetten en regels. Het was immers in overeenstemming met het
onder het naziregime geldende recht. Geconfronteerd met deze extreme omstandigheden grepen
veel Duitse rechters achteraf terug op het natuurrecht.
Over de onderlinge recht tussen rechtsbegrippen:
Een ‘genus’ (letterlijk: geslacht) is een verzamel- of paraplubegrip. Een ‘species’ (letterlijk: ondersoort)
is een subcategorie (of ‘deelverzameling’) van het genus. Het species kan zelf ook weer fungeren als
genus van een aantal daaraan ondergeschikte ondersoorten.
Als een genusbegrip aan de hand van één duidelijk criterium wordt onderverdeeld in verschillende
species, sluiten de verschillende species elkaar onderling uit.
Verschillende species van een genus hoeven elkaar echter niet onderling uit te sluiten; er kan ook
overlap tussen verschillende species bestaan.
Synoniemen zijn verschillende benamingen voor hetzelfde verschijnsel. Zo zijn ‘civiel recht’, ‘burgerlijk
recht’ en ‘privaatrecht’ drie synoniemen voor hetzelfde concept, namelijk: het rechtsgebied dat de
relaties tussen burgers onderling beheerst.
Is er sprake van een homoniem, dan wordt juist één en dezelfde benaming gebruikt voor twee
verschillende verschijnselen. Zo kan het woord ‘recht’ verwijzen naar een subjectief recht of juist naar
het recht in objectieve zin (zie Verheugt voor de uitleg over deze begrippen).
Hoorcollege
1. Het verschil tussen descriptieve en normatieve algemene regels:
Descriptieve regels: beschrijven aspecten van de werkelijke wereld. Voorbeelden zijn vakgebieden
zoals psychologie en tandheelkunde. Je leert algemene regels. Algemene regels zeggen iets over alle
mensen.
Empirisch: Een manier om via experimenten te kijken of de beschrijving van de werkelijkheid klopt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noabeursken2004. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.