100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting leerpaden WC - Markten en prijzen (D0E11A) $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting leerpaden WC - Markten en prijzen (D0E11A)

 49 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van alle leerpaden van Markten en Prijzen(D0E11A) TEW 1e jaar. De theorie word per leerpad genoteerd met grafieken en formules. Dit is de theorie die je moet kennen voor elk werkcollege.

Preview 4 out of 34  pages

  • October 23, 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Leerpad 1:
Speltheorie wordt gebruikt om situaties met strategische interacties tussen verschillende
beslissingsnemers te analyseren en de uitkomst te voorspellen

Spel bestaat uit spelers die elk een strategie kiezen om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken.



Dominante strategie: een strategie van een speler die altijd de beste is, ongeacht wat de andere
spelers doen. Het bestaat niet voor elke speler.

Coöperatief evenwicht: door samen te werken om de beste gezamenlijke uitkomst bereiken – niet
stabiel, dus niet zeker

Evenwicht in dominante strategieën = verwachte uitkomst als beide spelers dominante strategie
kunnen uitvoeren

Nastreven van individueel belang ≠ beste gezamenlijke

Nash-evenwicht: combinatie van strategieën waarbij geen van beide spelers een strategie wil
wijzigen, gegeven dat de andere speler bij zijn keuze blijft, er zijn er max 3

Dominante strategie = Nash evenwicht

Nash evenwicht ≠ Dominante strategie



Productiemogelijkhedencurve = toont combinaties van 2 goederen die geproduceerd kunnen
worden wanneer alle productiemiddelen maximaal ingezet worden

Schaarste = de beperking van beschikbare middelen

Productiemogelijkhedenverzameling = verzameling van alle producten die kunnen worden
geproduceerd, wanneer alle beschikbare middelen zijn ingezet (alle punten op en onder de curve)

Opportuniteitskost = het aantal producten van goed A dat men minder kan produceren om 1 goed B
te kunnen produceren (kiezen is verliezen)

Grafiek is concaaf: opportuniteitskost neemt toe, naarmate het goed toeneemt

Grafiek is lineair: opportuniteitskost blijft constant



Absoluut voordeel = land 1 kan beide producten sneller produceren dan land 2

Comparatief voordeel = diegene met de kleinste opportuniteitskost, mag het product produceren

Specialisatie = de landen produceren enkel het goed waarin ze relatief het beste zijn, zo kan men
Internationale handel opstarten en een deel van de twee goederen ruilen.

,
,Leerpad 2:
Algemene vraagcurve: verband tussen de vraag en de prijs

Ceteris paribus: alle andere factoren blijven hetzelfde (inkomen, grondstoffen, …)

Reservatieprijs: maximale bedrag dat men voor een product wil betalen

Consumentensurplus: verschil tussen reservatieprijs en werkelijke prijs (hetgeen ze nog extra willen
betalen voor een broodje)



Totale maximale bereidheid tot betalen: oppervlakte onder de grafiek = som van de reservatieprijzen
van iedereen die bij een bepaald bedrag een goed wil kopen

Totale maximale bereidheid tot betalen - totale uitgaven = totale consumentensurplus



Prijs daalt  vraag stijgt

Marginale bereidheid tot betalen: bereidheid tot
betalen bij een aantal goederen = opp. onder de
vraagcurve

Consumentensurplus = totale bereidheid tot betalen
– totale uitgaven



P op verticale as en q op horizontale as 
geïnverteerde vraagfunctie: V-1(q) = pv(q)
= marginale bereidheid tot betalen



Productiekost: grondstoffen + inkomen + kosten (verlichting, elektriciteit)

Reservatieprijs: laagste prijs waarvoor de producent een product wil produceren

Hoe hoger de aangeboden prijs  hoe hoger de productiehoeveelheid

Totale kost van alle producenten = totale opp. onder der aanbodcurve

Producentensurplus = aanbodprijs – reservatieprijs * aantal producten



Marginale kost is de extra kost bij het laatste broodje

Producentensurplus = totale opbrengsten – totale kosten

De inverse aanbodcurve geeft de marginale kost weer: A -1(q) = v(q)



Vraagoverschot: vraag is groter dan de aangeboden hoeveelheid  prijs zal stijgen waardoor de
vraag daalt en het aanbod stijgt

, Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid zijn de uiteindelijk gevormde vraag en aanbod



Verschuiving van de vraagcurve: veranderd inkomen, prijs substitueerbaar goed veranderd,
reclamecampagne, …

Verschuiving aanbodcurve: toename prijs grondstoffen, toename inkomen wn, …

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelwillemsen04. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  1x  sold
  • (0)
  Add to cart