Populatie: een groep individuen van 1 soort die samenleven in een begrensde omgeving. De
schaal van deze afbakening hangt af van de onderzoeker.
Populatie-ecologie is de studie van populaties in relatie met hun omgeving, inclusief
omgevingsinvloeden op populatiedichtheid, distributie, leeftijdsstructuur en variaties in
populatieomvang.
Het doel van ecologisch onderzoek op populatie niveau is voorspellen, beheren en
controleren van populaties door te beschrijven, meten en vragen te stellen
Abundantie of populatiegrootte: totataal aantal
individuen in een populatie. Dit is belangrijk om
te weten bij een kleine populatie (dreiging voor
uitsterven)
Dichtheid: aantal individuen per omgevings-
eenheid of volume. Dit is van belang voor het Figuur 1: Ecologische niveaus
vinden van een partner en concurrentie.
Ecologische dichtheid wordt ook gemeten op bepaalde delen van de habitat, omdat
sommige organismen klusteren op 1 klein gebied. Dus bijvoorbeeld hoeveel vleermuizen per
grot ipv. hoeveel vleermuizen per ha.
Verspreiding: patroon van verspreiding in het leefgebied. Clumped (geclusterd: voor
warmte, veiligheid, voedsel/voedingsstoffen, etc.), uniform (regelmatig: afbakenen van een
territorium of verdelen van voedsel/voedingstoffen) of random (willekeurig: bijvoorbeeld
door hoe de zaden zijn gevallen/gewaaid, het maakt dan niet echt uit waar de planten
groeien omdat er genoeg recources zijn). Binnen 1 populatie kunnen verschillende typen
verspreiding zijn. Zo kunnen dieren clumped zijn omdat ze allemaal op 1 deel van het
gebied zitten, maar ze kunnen tegelijkertijd ook uniform zijn, omdat ze binnen deze clump
wel een bepaalde afstand van elkaar hebben. Bij geclusterde verspreiding is de verspreiding
lastig te meten, omdat steekproeven van het gebied waarschijnlijk een oneerlijk beeld
geven: zit je net in een cluster of net er buiten?
Dichtheid wordt bepaald door steekproeven
- Transect: je loopt een pad en alles wat je tegenkomt schrijf je op
- Point: er wordt op bepaalde punten geteld
- Kwadranten: vooral bij dieren die niet weglopen of stilstaande organismen.
- Luchttellingen
- Index: sporen die dieren achterlaten bekijken
Het kan ook bepaald worden door capture-mark-release-recapture-release. Er worden
organismen gevangen, gemarkeerd en uitgezet. Vervolgens worden er weer organismen
gevangen en wordt er gekeken naar hoeveel hiervan er gemerkt zijn, om te kijken hoe groot
de werkelijke populatie is. Voor de berekening hiervan is een formule:
, Figuur 2: Formule capture and recapture techniek
Er zitten ethische nadelen aan deze techniek: het merken en vangen van de dieren kan
stress opleveren. Daarbij kan hetzelfde organismen 2 keer gevangen worden doordat deze
geleerd heeft dat hij hier lekkers kan krijgen, of juist niet voor een tweede keer omdat hij
bang is geworden.
Bij planten is de dichtheid makkelijker te bepalen omdat ze stilstaan. Toch is het soms ook
lastig: wat is een individu? Planten kunnen zichzelf namelijk klonen. Is het dan nog 1 plant
of zijn het er 2? Ze zitten vaak aan dezelfde worteltak en hebben hetzelfde DNA, dus
genetisch gezien is het 1 individu, maar boven de grond zien ze eruit als meerdere
individuen. Daarnaast is het lastig om te zien wat voor soort het is als de plant niet in zijn
bloeiseizoen zit.
Ruimtelijke schaalniveaus zijn belangrijk om rekening mee te houden: sommige organismen
leven op 1 gebied en sommigen reizen de wereld rond. Daarnaast zijn er temporele
schaalniveaus: sommige organismen zijn alleen aanwezig in bepaalde seizoenen. Het kan
ook jaren duren voordat een organisme aanwezig is. Ook door competitie kan de
populatieaantal toe- of afnemen gedurende jaren.
Condities zijn fysische en chemische parameters van de omgeving, zoals temperatuur en
beschutting.
Resources zijn hulpbronnen die door het organisme
verbruikt worden om te kunnen groeien en voortplanten.
De interactie tussen resources en condities bepalen
waar een organisme voor kan komen. Klimaat bepaalt
patronen op grote schaal: biomen.
Biomen zijn zones over de hele wereld met gelijkende
temperatuur en neerslag, waarbij vegetatie een zelfde
vorm aanneemt. Neerslag en temperatuur zijn de
belangrijkste abiotische factoren. Binnen biomen komen
vaak verschillende vegetatietypen voor.
Verwerkingscollege hoorcollege 2 Figuur 3: Biomen
en 3
Figuur 14
A is seizoensgebonden terwijl B dat niet is.
Dieren zijn seizoensgebonden reproductief omdat
resources en condities optimaal zijn in dat
seizoen (temperatuur en voedsel bijv.).
Iteropaar en semelpaar
Een semelpaar organisme plant zich één keer
voort, terwijl een iteropaar organisme zich
meerdere keren voortplant. De mens is dus een
voorbeeld van een iteropaar dier.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jacolineboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.