De belangrijkste punten van het boek: De ECONOMISCHE manier van denken van Geert Woltjer. Duidelijke samenvatting met alle behandelde onderwerpen, inclusief: berekeningen, voorbeelden en begrippen met uitleg op een begrijpelijke manier verwoord. Met behulp van deze samenvatting het tentamen in een ...
Schaarste & sociale dilemma’s
Je hebt dagelijks te maken met economie.
Want: je wilt nog zoveel doen
Maar: je hebt te weinig tijd, niet genoeg geld
“Economie is het vak waarin je bestudeert hoe je talloze behoeften
probeert in te vullen met middelen, zoals geld en vrije tijd, die je slechts in
beperkte mate hebt”
Schaarste
Er zijn twee soorten schaarste, namelijk:
Absolute schaarste, schaarste in het dagelijks taalgebruik: Er is weinig
van iets, zoals: water in de woestijn.
Relatieve schaarste, schaarste in economische zin: Middelen of tijd
opofferen om iets te maken, bijvoorbeeld: Er is moeite gedaan om brood te
maken, het deeg van het brood kun je niet meer gebruiken om er pizza
van te maken.
Mensen hebben onbeperkte wensen of behoeften
Mensen hebben meer wensen dan mogelijkheden zodat er keuzes moeten
worden gemaakt → schaarste
Schaarste in ‘economische zin’ (van een goed) is:
Als er productiemiddelen of tijd moeten worden opgeofferd om het
product voort te brengen om zo in een behoefte te voorzien.
Opoffering → alternatieve behoefte niet bevredigen.
Relatieve schaarste (schaarste in de economische zin)
Ook tijd is schaars. Tegelijkertijd bijvoorbeeld een boswandeling maken en
tafeltennissen kan niet. Een halfuur boswandeling ‘kost’ een halfuur
tafeltennissen.
Vrij goed:
Tegenovergestelde van een economisch goed (dat schaars is).
Een goed waarbij men geen productiemiddelen of tijd hoeft op te
offeren om het te produceren.
Het is van iedereen, bijvoorbeeld: de lucht die je nu inademt is gratis, je
hoeft het ook niet te maken. Je hoeft geen productiemiddelen of tijd er
voor op te offeren om het te produceren. Ook voor bijvoorbeeld zonlicht
geldt dit.
Samenvattend:
Een schaars goed is een goed waar iets waardevols voor moet worden
opgeofferd.
Een vrij goed is een goed waar niets waardevols voor hoeft worden
opgeofferd.
Schaarste dwingt tot:
,1. Afwegen wat we het belangrijkste vinden.
2. Prioriteiten stellen.
3. Het maken van keuzes.
Schaarste dwingt je dus tot het maken van keuzes. Je kunt niet op Mallorca
zijn terwijl je in Sri Lanka bent, je moet keuzes maken. Ook een euro kun je
maar een keer uitgeven.
Sociale dilemma’s
Sociaal dilemma: “Een situatie waarin het directe eigenbelang strijdig is
met het collectieve belang” Zijn we zelfzuchtige individuen of werken we
samen in het belang van allen?
Wat goed is voor jou, is niet automatisch goed voor de rest. Bijvoorbeeld:
je koopt een goedkoop shirt. Het kost je zelf niet veel, maar die is
misschien wel in elkaar gezet door kinderen die het werk niet leuk vinden.
Je kunt ook kiezen voor duurdere kleren, die niet door kinderen gemaakt
zijn.
Bekend sociaal dilemma = prisoners dilemma
Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mannen worden
gepakt en het lijkt dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze
worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De
officier van justitie doet elke verdachte het volgende voorstel:
1. Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt
dan alleen een lichte straf wegens wapenbezit zonder vergunning.
2. Als er een bekent, is de zaak rond. Degene die bekent zal ik vrijspreken
omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekent kan
minstens tien jaar gevangenisstraf verwachten.
3. Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.
De vraag is: wat kan een gevangene het beste doen, wat is de optimale
strategie?
Hij zwijgt, ik zwijg: Ik krijg een geldboete, hij ook (samen 0 jaar)
Hij zwijgt, ik beken: Ik ben vrij, hij krijgt 10 jaar (samen 10 jaar)
Hij bekent, ik zwijg: Ik krijg 10 jaar, hij is vrij (samen 10 jaar)
Hij bekent, ik beken: Ik krijg vijf jaar, hij ook (samen 10 jaar)
Eigendom als oplossing voor het sociaal dilemma
Eigendomsrechten:
Gebruiksrecht
Recht om anderen van het gebruik uit te sluiten
Recht op de opbrengsten
Recht op overdracht
Transactie = overdragen van rechten
Transactiekosten = alle kosten om een transactie tot stand te laten
komen en te handhaven
Andere oplossingen voor sociale dilemma’s
• Sociale controle
, • Normen en waarden
• Overleg
• Dwang
Kosten & opbrengsten
Denken in kosten en opbrengsten
De basis van het economische denken is het denken in alternatieven
Kosten: Waarde van het (best) opgeofferde alternatief
Opbrengsten: Waarde van het gekozen alternatief
Winst: opbrengsten min kosten
Alternatieve kosten
De alternatieve kosten van het inzetten van middelen voor een bepaalde
activiteit zijn gelijk aan de waarde van het beste opgeofferde alternatieve
gebruik van die middelen.
• Je kunt op een grond aardappelen planten, maar geen graan.
Aardappelen kosten in dit geval dus graan.
• Bij het vanavond studeren zijn de gemiste opbrengsten (alternatieve
kosten) het plezier van vanavond stappen.
DUS: elke keuze brengt kosten met zich mee in de vorm van de
opbrengsten van het beste niet gekozen alternatief. Die gemiste
opbrengsten heten alternatieve kosten.
Variabele kosten:
• Kosten die samenhangen met de productie omvang – Bijvoorbeeld stof
→ kost 10 euro per spijkerbroek.
Vaste kosten:
• Kosten die niet samenhangen met de productie omvang – Bijvoorbeeld
naaimachine → kost 1000 euro en daarop kunnen elke dag 100
spijkerbroeken worden gemaakt.
Marginale kosten:
• Kosten van een extra eenheid. Stel je maakt 2 spijkerbroeken en 1 extra,
dan zijn de marginale kosten 10 euro. Bestaan uit de verandering van de
totale kosten bij productie van dat ene product.
Gemiddelde kosten:
• Totale kosten gedeeld door totaal aantal geproduceerde eenheden
De spijkerbroek fabrikant besluit om een nieuwe machine aan te schaffen.
Na grondig onderzoek blijkt leasen aantrekkelijker dan kopen.
Er is keuze tussen twee lease maatschappijen
Hoeveel spijkerbroeken moeten er verkocht worden om even duur uit te
zijn?
Vanaf hoeveel spijkerbroeken wordt bedrijf 2 goedkoper?
Leasebed 1 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laura321. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.68. You're not tied to anything after your purchase.