Managementwetenschappen
Deel 1: Introductie
Tekst 1: Introductietekst MW in publieke en private context.
We analyseren het management van dienstverlenende organisaties met een
publieke functie. Hierbij wordt er primair gekeken vanuit het management. Het
MW-model is hierbij van groot belang:
Dienstverlenende organisaties met een publieke functie -> organisaties die een
publieke (of maatschappelijke) waarde beogen te creëren. Deze hoeft echter niet
per definitie altijd onderdeel te zijn van de overheid. Een dienstverlenende
organisatie levert iets wat geen product is, het levert een dienst.
Strategie -> een bewuste richting om bepaalde organisatiedoelen te bereiken.
Deze is afhankelijk van de interne en externe omgeving, de context.
Opbrengsten -> een strategie is gericht op het bereiken van bepaalde
doelstellingen, organisaties willen bepaalde opbrengsten genereren. Deze
kunnen meervoudig zijn.
Strategisch HRM -> een discipline waarin de afstemming tussen
organisatiestrategie en HRM-beleid wordt gezocht met als doel om de
organisatieopbrengsten te verbeteren. Alignment/fit staat centraal en er wordt
onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten afstemmingen.
Leiderschap -> een groot deel van de HR-maatregelen zijn afhankelijk van de
uitvoering door leidinggevende. Managers/leidinggevende voeren namelijk het
HRM-beleid uit door onder andere hun leiderschapsgedrag. De manier van
leiderschap wordt in lijn gebracht met de bedachte organisatiestrategie en HRM
strategie, om zo de beoogde opbrengsten te realiseren.
Motivatie -> het motiveren van medewerkers om te presteren in lijn met de
organisatieprestaties.
Welzijn -> medewerkerswelzijn hangt positief samen met werkprestaties. Echter
is er in toenemende mate ook meer aandacht voor medewerkerswelzijn als
uitkomst op zichzelf, en niet enkel als middel om tot betere werkprestaties te
komen.
,Beperkingen van het model:
- De pijlen werken in werkelijkheid beide kanten op.
- Je moet altijd rekening houden met de verschillende contexten.
- Welzijn is ook een opbrengst op zichzelf.
- Er moet rekening gehouden worden met bijv. nieuwe technologische
ontwikkelingen.
Tekst 2: What makes public organizations distinctive.
H. Rainey
In deze tekst gaat het over het onderscheid tussen publieke en private
organisaties. Het gaat over de betekenis en het belang van het onderscheid.
Volgens Rainey liggen de antwoorden bij de onvermijdelijke behoefte aan
publieke organisaties en hun onderscheidende kenmerken.
We zien dat men het verschil tussen beide zag als een grove simplificatie die
theoretici moesten overwinnen. Dit is veranderd, nu zegt men juist dat er meer
overeenkomsten zijn dan verschillen tussen publieke en private organisaties.
Onderzoekers ondersteunen de bezwaren tegen het onderscheid tussen publieke
en private organisaties. Wel is er weinig bewijs gevonden voor een strikte
scheiding, aangezien de taken en functies van organisaties veel meer invloed
kunnen hebben op hun kenmerken dan hun status als publiek of privaat. Beide
sectoren zijn over de jaren elkaar gaan overlappen en meer verstrengeld
geraakt, blurring of the sectors.
Redenen waarom we niet van een scheiding kunnen spreken:
- Bepaalde belangrijke overheidsorganisaties zijn ontworpen om op zakelijke
bedrijven te lijken. Deze vervullen cruciale functies in het land, zijn vaak
eigendom van en worden beheerd door de overheid, voeren doorgaans zakelijke
functies uit en genereren hun eigen inkomsten. Ook zijn er vele non-
profitorganisaties die functies vervullen die vergelijkbaar zijn met die van
overheidsorganisaties.
- Mensen uit beide soorten organisaties vervullen vaak nagenoeg dezelfde soort
functies.
- De verschillende organisaties hebben op veel manieren met elkaar te maken.
Deze verstrengelde relaties verwarren de vraag waar de overheid en de
particuliere sector beginnen en eindigen.
- De overheid gebruikt wet- en regelgeving en fiscaal beleid om particuliere
organisaties te beïnvloeden. Deze leggen ofwel directe eisen op aan particuliere
organisaties of stellen stimulansen in om hen op een bepaalde manier te laten
handelen.
Wel is duidelijk dat er enkele belangrijke verschillen zijn in het bestuur van beide.
Waarom zijn er publieke organisaties, er zijn twee fundamentele alternatieven:
- Politieke hiërarchie -> kan dienen als een zeer nuttig, goedkoop middel voor
sociale controle.
- Economische markten -> werken via vrijwillige uitwisselingen (voordeel). Wel
hebben deze een beperkte capaciteit om het soort problemen aan te pakken
waarvoor overheidsingrijpen vereist is.
Voorbeelden:
, - Publieke goederen en freeriders -> bepaalde diensten komen iedereen ten
goede. Individuen hebben de prikkel anderen te laten betalen, daarom legt de
overheid belastingen op.
- Individuele incompetentie -> mensen missen vaak voldoende kennis/informatie
om op sommige gebieden verstandige individuele keuzes te maken, dus
reguleert de overheid deze activiteiten.
- Externe effecten en overloopeffecten -> sommige kosten kunnen overlopen op
mensen die geen partij zijn bij een marktuitwisseling.
De overheid treedt op om problemen op te lossen die de markten zelf creëren of
niet kunnen oplossen en om cruciale diensten te leveren die te riskant of te duur
zijn voor particuliere concurrenten. In theorie bestaat de overheid in vele landen
eigenlijk om rechtsstelsels, gerechtigheid en sociale organisatie te handhaven.
Echter in de praktijk doet de overheid vaak gewoon wat invloedrijke politieke
groeperingen eisen.
Public Value (enkelvoud):
- Moore -> uitkomsten zijn gebaseerd op wat een overheidsinstantie geacht
wordt te doen, rekening houdend met wat burgers willen dat het doet. Openbaar
geautoriseerde productie.
Managers kunnen dit op twee verschillende manieren creëren:
- Geld en autoriteit inzetten waardevolle dingen te produceren voor bepaalde
klanten/begunstigden.
- Een instelling oprichten en exploiteren die tegemoetkomt aan de wensen van
burgers voor een goed geordend en productief publiek.
- Jupp en Younger -> Accenture Public Sector Value Model. Het komt voort uit de
productie van resultaten van overheidsactiviteiten, samen met de
kosteneffectiviteit.
Public Values (meervoud):
- Bozeman -> de inhoud specifieke voorkeuren van individuen over rechten,
plichten en voordelen. Hierbij is consensus erg belangrijk. De bevolking spreekt.
Als er dus veel consensus is over iets wat we belangrijk vinden dan is het een
sterkere publieke waarden.
- Beperkt de productie van goederen en diensten die publieke waarden
beïnvloeden niet tot de overheid.
- Lijkt op het enkelvoud, echter zit er een verschil in nadruk en expliciete versus
impliciete uitdrukking.
Verschillen:
- Moore benadrukt de positieve productie van resultaten die de publieke waarde
vergroten. Bozeman benadrukt het falen van de publieke waarde, wanneer zowel
de markt als de publieke sector geen goederen of diensten levert die publieke
waarden bereiken.
- Moore legt de nadruk op de productie, terwijl Bozeman de vraagzijde van het
productieproces benadrukt.
- Moore zegt dat publieke waarde creëren iets is wat de overheid produceert.
Bozeman vindt dat publieke waarden breder zijn en gaan over wat men
belangrijk vindt. Dit kan dus ook geleverd worden door private organisaties.
Onderzoekers die wel een scheiding maakten tussen publiek en privaat:
- Wamsley en Zald -> de plaats van een organisatie hangt af van eigendom en
financiering. Dit houdt echter geen rekening met regulering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studenten2023. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.