100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie en gebitsmorfologie $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie en gebitsmorfologie

5 reviews
 454 views  20 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting anatomie en gebitsmorfologie (3014BA113Z). Inleiding tot de kennis van het gebit Deel 1. De hele tekst woord voor woord samengevat. De verschillen van de elementen overzichtelijk in tabellen weergegeven. Met deze samenvatting heb ik een 8,7 behaald.

Preview 4 out of 39  pages

  • Yes
  • November 6, 2017
  • 39
  • 2017/2018
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: lilk • 5 months ago

review-writer-avatar

By: studentmzk1234 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: samiramasah • 5 year ago

review-writer-avatar

By: charlize01 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: roa_ahmad • 6 year ago

avatar-seller
Anatomie en gebitsmorfologie:


Temporaire gebit: melkgebit
 Geen premolaren
 Formule 2-1-2
Permanente gebit: blijvendgebit
 Formule 2-1-2-3a

Embryonale ontwikkeling groeit een lijst van meerlagig plaveiseleptiheel en het bestaat uit
mesenchymaal weefsel (vorming van tandbeen odontoblasten)  ontspruiten knoppen in klokvorm
 epitheel de ameloblasten voor het glazuur wordt gevormd  kroon compleet  wortel wordt
gevormd  element breekt door (Het is niet de groei van de wortel die de doorbraak bewerkstelligt
de wortel is ook nog niet afgeroeid).

Eruptie: het gehele proces van de doorbraak, door het bot heen totdat het element uiteindelijk goed
op zijn plaats staat en contact maakt met zijn antagonist in de tegenoverliggende kaak.

Resorptie: onder invloed van de naar de mondholte oprukkende kroon van de permanente opvolger
worden de wortels van de melkelementen afgebroken door gespecialiseerde cellen die normaliter
alleen in het bot voorkomen en het bot afbreken.
Osteoclasten: breken de melktandwortels en het bot af. Hierdoor komt het melkelement los te zitten.
Osteoblasten: botopbouwende cellen.

Osteclasten (afbrekend) en osteoblasten (opbouwend)  continue ombouw van het vitale bot maar
niet voor het repareren van de afbraak van de wortels van de melkelementen.

Wisseling:

Doorbraak




Volgorde doorbraak:
Centrale snijstand ok  centrale snijtand bk  laterale snijtand bk  laterale snijtand ok  eerste
molaar bk  eerste molaar ok  hoektand bk  hoektand ok  tweede kies ok  tweede kies bk

,Wisseling:




Fasen:
Typering Periode Kenmerk
Melkgebit 0-2,5 jaar Doorbraak melkgebit
2,5 – 5 jaar Rustfase
Wisselgebit 5 – 7,5 Wisselen voortanden en
doorbraak eerste blijvende
kiezen
7,5 – 10 jaar Rustfase
10- 12,5 jaar Voltooiing wisseling en
doorbraak tweede blijvende
kiezen
Volwassen gebit 12,5 – 16 jaar Rustfase
16 jaar Doorbraak verstandskiezen

Sechs-jahr molaar: eerste permanente molaar.
Agenesie: het niet-aangelegd zijn van tandkiemen element ontbreekt.
Formule temporaire gebit: 2-1-2
2-1-2
Formule permanente gebit: 2-1-2-3
2-1-2-3

Aantal wortels en wortelkanalen per element:
Element Aantal wortels Aantal kanalen Locatie
Incisief 1 1 -
Cuspidaten 1 1 -
ste
1 premolaar bk 2 2 1 bucc/ 1 pal
Overige premolaren 1 1 -
Molaren bk 3 3a4 2 bucc / 1 pal
Molaren ok 2 3a4 2 mesiaal / 1 distaal

,In elke wortel zit minimaal 1 kanaal. Bij twee kanalen kan dit zich samen monde in het apicale
gedeelte maar en kunnen ook 2 openingen zijn.

2. anatomie van de elementen en hun omgeving.

Kroon: het glazuur bedekte deel van het tandbeen.
Klinische kroon: het stuk van de kroon dat in deze situatie in de mond zichtbaar is.
Anatomische kroon: totale met glazuur bedekte deel van het element

Het glazuur:
Bestaat uit kalkzouten in kristalvorm hydroxy(l)apatiet Ca10(PO4)6(OH)2.
Knobbels  dik glazuur
Richting tandhalzen en fissuren  dun glazuur.

Cervix: de overgang van het aldaar dunne glazuur naar het cement wordt gekenmerkt door
- insnoering
- de tandhals
- kleurverandering.

Dentine:
Dentine bestaat ook uit kalkzouten het is minder hard dan het glazuur omdat:
- Doorschoten is met zeer fijne dentine kanalen die in S-vorm vanaf de pulpaholte naar het
cement en glazuur lopen.
- Veel rijker is aan organische materiaal dan het glazuur.

De radix:
Is met wortelcement bekleed en dat is verkalkt maar toch zacht.
Bifurcatie: splitsing van 2 wortels
Trifurcatie: splitsing van 3 wortels
Apex: wortelpunt
Foramen: opening waardoor de bloedvaten en zenuwen de pulpaholte binnen- en uittreden.
Foramen apicale: de opening van de wortelpunt.
 Hoeft niet altijd apicaal te liggen

De pulpaholte:
Bloedvaten, zenuwen, bindweefsel en odontoblasten  aanmaken van dentine.
De uitlopertjes van de odontoblasten reikt tot ongeveer halverwege in de dentine kanalen.
Dentinekanaal: vloeistof, korte zenuwuitloper de odontoblastenuitloper.
Primaire dentine: vorming dentine bij de doorbraak
Secudaire dentine: vorming van dentine na de eruptie dit gaat wel tenkoste van de omvang van de
pulpaholte.
Tertiaire dentine: als de pulpa bedreigd wordt door caries dan ontstaat als beschermingsreactie het
erg structuurloze reparatiedentine.

De pulpakamer is onder te verdelen in:
a) Plexus ramificatoria: vaak is in het apicale worteldeel een heuse delta van kleine kanaaltjes
aanwezig.
b) Pulpakamer: is het gedeelte dat coronaal van de kanaalsplitsing is gesitueerd. De bodem van
de kamer ligt apicaal van de cervix (glazuurcement grens). Deze bodem is relatief dun. Het
dak van de pulpakamer ligt binnen de kroon en reikt tot boven de cervix.

, c) Pulpahoorns: de uitlopers van de pulpaholte strekken zich uit in de richting van de snijrand
en de knobbeltoppen. Nog maar kort doorgebroken snijtanden tonen drie kleine knobbeltjes
op hun snijranden (slijten weg is een vertoning van de pulpahoorns)
d) Accessorische kanalen: die lopen na het worteloppervlak waar zij uitmonden is geen
wortelvlak aanwezig.
Laterale kanalen: assessorische kanalen min of meer loodrecht op het wortelkanaal staan.

Het wortelcement:
Appositie: voordurend nieuwe laagjes cement over ouder cement worden heen gelegd.
Het cement is van belang voor de verankering van het element in het bot door vezeluiteinden.
Alveolus: tandkas.
Processus alveolaris: het deel van het kaakbot waarin de element vastzitten door vezels .
Spongeosa: sponsachtig bot dat aan de tandzijde overdekt is met een dunne plaat corticaal bot met
een erg dichte structuur en wat zeer hard is. De ophangvezels van de elementen zitten verankerd in
het corticale bot.
Parodontale ligament/wortelvlies/alveodentale ligament: de vezels die een element aan het
kaakbot verankeren en een zeer stevige verbinding waarbogen.
De vezels lopen iets wat schuin naar beneden  maakt dat druk op de snijtand of op het kauwvlak
resulteert in een geringe uitrekking van de vezels in apicale richting.
Proprioceptoren: de pijn als door te hoge druk van het bijten/kauwen ontstaat doordat
zenuwuiteinden in het parodontale ligament het als pijnlijk registeren.

Het kaakbot en tandvlees:
Door ontsteking van het tandvlees gingivitis gaan de vezels in de gingiva en wortelvlies kapot en
ontstaat afbraak van het bot.
Slechte mondhygiëne en andere oorzaken  gingivitis (ontstaan van pockets)  de vezels in de gingiva
en wortelvlies gaan kapot en ontstaat afbraak van het bot  gingiva retractie (terug trekken van het
tandvlees  element wordt mobiel.

Marginale gingiva: het gingiva wat uitsteek boven de cervix het kan niet hechten aan het glazuur. De
cervix is geen rechte lijn, maar toont een golvend verloop:
Contactpunt: daar waar de elementen elkaar raken, ligt de grens dichter bij de snijrand/kauwvlak dan
aan de lipzijde en tongzijde.
Alveolaire mucosa: slijmvlies wat niet gehecht is aan het bot (rode van kleur en meer beweegbaar
dan de blekere dikkere stevige, onbeweegbaar aangehechte gingiva.

Parodontium:
1. De alveolaire mucosa
2. De gingiva
3. Het wortelvlies
4. Het wortelcement
5. De processus alveolair

Gingivitis: als de gingiva en natuurlijk ook de mucosa ontstoken is
Parodontitis: zijn andere weefsels die tot het parodontium behoren ook ontstoken.
Periapicalis: als de pulpa ontstoken raakt of afgestorven is dan zal het parodontium rondom de
wortelpunt ontstoken raken via het foramen apicale

Benoeming en aanduidingen van de elementen en hun vlakken:

Elementaanduiding

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Claireklok. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  20x  sold
  • (5)
Add to cart
Added