,1. Sociale psychologie 3
2. Systeemdenken 6
Contextueel werken 7
3. Groepswerk en groepsdynamica 7
3.a Processen binnen een groep 8
3.b Effectieve samenwerking 16
3.c Leiderschap 23
3.d Macht en besluitvorming 25
3.e Controverse en belangenconflicten 32
4. Bevorderen van sociaal functioneren van verschillende soorten groepen 34
2
, 1. Sociale psychologie
Soorten groepen en belang ervan
De sociale psychologie is een onderdeel van de psychologie. Het is de wetenschap
waarbinnen de manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen worden
beïnvloed door de werkelijke of gefantaseerde aanwezigheid van andere mensen wordt
bestudeerd. Het kan zowel gaan om directe, rechtstreekse beïnvloeding als indirecte
beïnvloeding (zoals bij de gedachte: wat zouden mijn ouders hiervan vinden?).
Sociaal psychologen, zoals Baumeister, onderzoeken het verschijnsel dat mensen geneigd
zijn om de leden van de groep waartoe zij behoren, te bevoorrechten en hen ook leuker en
aardiger te vinden dan ‘onbekenden’. Dit wordt het bevoorrechten van de in-groep of
wij-groep genoemd (en de onbekende hoort dan tot de uit-groep of zij-groep).
Psychologen proberen tijdens hun onderzoeken het ontstaan van bevoorrechting
van een in-groep te voorkomen door het samenstellen van een groep (bij een spel
of opdracht) volkomen te baseren op toeval (zoals het gooien van een dobbelsteen).
Vervolgens wordt benadrukt dat de groep slechts tijdelijk is en dat de groepsvorming
geen enkel doel dient. Toch helpt dat niet, blijkt uit ervaring. Vrijwel direct ontstaan
er groepsprocessen en worden buitenstaanders (uit-groep) buitengesloten en groeps-
genoten (in-groep) binnengesloten. Groepsvorming zit kennelijk stevig verankerd in
onze aanleg. Kijk hoe kinderen op een camping (die elkaar van tevoren niet kennen)
met elkaar gaan spelen, groepen gaan vormen, wedstrijden gaan organiseren, enzo-
voort. Dat hoeven ze niet van volwassenen of oudere kinderen te leren. Ze doen het
automatisch.
Soorten groepen worden hieronder verder toegelicht.
Naam groep Toelichting Voorbeeld(en)
Primaire groep Een groep waarbinnen de leden persoonlijke en duurzame (Boezem)vrienden of
relaties met elkaar onderhouden. Sleutelbegrippen zijn: vriendinnen, het eigen
intimiteit, grote emotionele betrokkenheid, interactie met de gezin of de eigen
gehele persoon, weinig strikt geregelde interacties familie
Secundaire groep Een groep waarvan de leden formele, instrumentele Een team van
(doelgerichte) relaties met elkaar onderhouden. collega’s
Sleutelwoorden zijn: efficiëntie, minder persoonlijke of
onpersoonlijke relaties, geen of weinig intimiteit, nastreven
van praktische doelen.
Open groep Laat nieuwe ‘leden’ toe, in tegenstelling tot een gesloten Groepje jongens op
groep. straat waarbij een kind
zich aansluit om te
gaan voetballen
Gesloten groep Laat geen nieuwe ‘leden’ toe Mensen die met zijn
3
, vieren een kaartspel
gaan doen waarbij er
maar vier personen
mee kunnen doen
Referentiegroep Heeft een grote invloed op de houdingen, gedragingen en Bekende mensen
gevoelens van een lid van deze groep en op personen die
zich met die groep vergelijken of erbij willen horen.
Lidmaatschapsgroep Staat je naam ergens genoteerd op een lijstje. Eventueel Lid zijn van een
betaal je een bijdrage. De groep heeft weinig invloed op je fanclub bij een
dagelijks leven sportvereniging
Principes in de samenwerking die gelden bij aanwezigheid van anderen.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen groepsnormen de persoonlijke
verantwoordelijkheid van een individu volledig overheersen. Een van de begrippen die hierbij
gebruikt worden, is de-individuatie. Het slaat op het verschijnsel dat als personen geheel
opgaan in een groep of menigte, dit kan leiden tot een toename van afwijkend en soms zeer
agressief gedrag en een vermindering van de individuele verantwoordelijkheid.
Hoe anoniemer iemand zich kan gedragen, hoe groter de kans op de-individuatie. Het is
natuurlijk niet de enige factor die meespeelt, ook vooroordelen en stereotypen over de
slachtoffers spelen een rol. Bovendien kan de grootte van de groep een rol spelen, immers:
hoe groter de groep, hoe meer iemand kan opgaan in de groep. Ten slotte blijkt dat
de-individuatie ertoe kan leiden dat de leden zich meer en meer aan de groepsnormen gaan
houden. Zijn dit goede en positieve normen, dan hoeft er niets aan de hand te zijn; als het
negatieve, agressie en vernedering bevorderende normen zijn, dan kan dit resulteren in
extreem geweld. Een bekend voorbeeld is de Ku Klux Klan waarbij de kledij (kappen over
het hoofd) de leden van de organisatie anonimiteit verschaft. Bij hen spelen negatieve
stereotypen over de minderwaardigheid van zwarte Amerikanen een grote rol.
Situationisme is het uitgangspunt dat de kenmerken van een situatie bepalend zijn voor
gedrag, en dat hetzelfde gedrag veranderd kan worden als een situatie verandert.
Belemmerende sociaal psychologische effecten.
Het begrip vooroordeel moet je letterlijk nemen. Je oordeelt over iemand of over een groep
voordat je nauwkeurig onderzoek of kennis hebt opgedaan. Wij creëren vrij makkelijk
vooroordelen. Vanuit vooroordelen kunnen stereotypen ontstaan. Een stereotype is een
cognitief schema. Stereotypen zijn associaties die wij over een bepaalde groep mensen
maken, gebaseerd op gedachten en/of opvattingen. Mensen maken gebruik van stereotypen
om de sociale wereld te vereenvoudigen. Zij besparen ons, net als cognitieve schema’s, tijd
en energie. Stereotypen vormen we natuurlijk snel over mensen die wij niet goed kennen,
anders gezegd: over leden van de uit-groep.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabelulrich. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.