Module 3 - Bronnen van het internationale recht
Introductie
In module 2 werd stilgestaan bij de belangrijkste spelers van het internationale
rechtsstelsel. We hebben gezien dat staten en internationale organisaties de
belangrijkste (klassieke) actoren in het internationale recht zijn. Een belangrijke taak
van deze spelers is het tot stand laten komen van internationale rechtsregels. Zij
vormen het recht. Staten zijn de actoren die beslissen hoe het recht eruit gaat zien,
alleen zij hebben stemrecht. Dit doen ze voor het grootste gedeelte binnen de
context van internationale organisaties. Maar welke bronnen worden binnen het
internationale recht erkend als recht? En wat zijn de belangrijkste kenmerken van de
rechtsbronnen. In deze module proberen we een antwoord te geven op deze vragen.
Centraal staan dus de afzonderlijke rechtsbronnen en met name verdragen.
Leerdoelen
Na het volgen van deze module heeft u
kennis over wat de belangrijkste rechtsbronnen zijn in het internationale recht en
wat zij inhouden
kennis over wat het internationale gewoonterecht inhoudt
kennis over de verschillende elementen van het gewoonterecht en de toepassing
daarvan
kennis over de totstandkoming en de inwerkingtreding van verdragen
kennis over wat voorbehoud bij een verdrag is en onder welke omstandigheden
een staat voorbehoud mag maken bij deze rechtsbron
kennis over de omstandigheden waaronder een staat een verdrag mag wijzigen
of mag opzeggen.
Literatuur
Nollkaemper hfd. 5 met uitzondering van 5.4.1, 5.5.3, 5.5.4, 5.6 t/m 5.11 en 6 met
uitzondering 6.6.2, 6.7.5, 6.8 en 6.9
Regelgeving
Handvest van de Verenigde Naties (1945)
Weens Verdragenverdrag
Jurisprudentie
, IGH 29 juni 1986, Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua
(Nicaragua v. United States of America) paras 174-186
HOOFDSTUK 5 RECHTSBRONNEN
INLEIDING
De internationale rechtsorde kent geen gezaghebbend document dat de
internationale rechtsbronnen opsomt. Als hulpmiddel wordt gebruik gemaakt van
de constituerende verdragen van internationale tribunalen. De bepalingen wek
recht een tribunaal mag toepassen vormt vaak een indicatie van de bronnen die
de internationale rechtsorde als rechtscheppend beschouwt.
De meest gezaghebbende van deze bepalingen is art. 38 van het Statuut
Internationaal Gerechtshof (het IGH). Deze bepaalt:
Het Hof, dat tot taak heeft de aan hem voorgelegde geschillen te beslechten
overeenkomstig het internationaal recht, doet dit met toepassing van:
a. Internationale verdagen, zowel van algemeen als van bijzondere aard, waarin
regels worden vastgelegd die uitdrukkelijk door de bij het geschil betrokken
staten worden erkend.
b. Internationale gewoonte, als blijkt van een als recht aanvaarde algemene
praktijk.
c. De door beschaafde naties erkende algemene rechtsbeginselen.
d. Rechterlijke beslissingen, alsmede opvattingen van de meest bevoegde
schrijvers van verschillende naties, als hulpmiddel voor het bepalen van
rechtsregels.
Aangezien het Internationaal Gerechtshof het hoogste rechtelijke orgaan is van
de Verenigde Naties en een bevoegdheid heeft die zich kan uitrekken over alle
onderdelen van het internationaal publiekrecht, is art. 38 van het Statuut IGH een
gezaghebbende formulering van de bronnen van het internationaal recht. De lijst
is wel enigszins gedateerd en niet uitputtend, ook maakt het Statuut geen melding
van besluiten van internationale organisaties. Dit omdat deze ten tijde van het
Statuut nog niet als rechtsbron werden beschouwd.
, Statuten van andere internationale tribunalen zijn vak toegespitst op het gebied
waarvoor ze zijn opgericht en zijn minder maatgevend voor de algemene bronnen
van internationaal recht. Zo past het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
in beginsel alleen het EVRM toe. Dit wel in het licht van het algemeen
internationaal recht, maar het kan andere rechtsbronnen alleen toepassen bij de
interpretatie van het EVRM en niet als zelfstandig toepasselijke regels.
Bij gebrek aan een gezaghebbende opsomming moeten de bronnen van het
internationaal recht uit de rechtspraak worden afgeleid. De belangrijkste
bronnen die de internationale rechtsorde als rechtscheppend beschouwt,
zijn:
1. Gewoonterecht.
2. Verdragen.
3. Besluiten van internationale organisaties.
4. Algemene rechtsbeginselen.
5. Billijkheid.
6. Eenzijdige rechtshandelingen.
Beslissingen van rechterlijke tribunalen spelen een secundaire rol.
In overeenstemming met het decentraal karakter van de internationale rechtsorde
en met het beginsel van soevereine gelijkheid wordt de totstandkoming van
internationale rechtsregels gedomineerd door het beginsel dat een staat niet
zonder zijn instemming aan een regel van internationaal recht kan worden
gehouden. Uit de rol van instemming volgt dat de meeste regels van
internationaal recht in beginsel slechts gelden voor de staten die deze hebben
aanvaard. In deze zin zijn de grote delen van het internationaal recht geen
algemeen, objectief geldend recht en zijn niet te vergelijken met nationaal recht.
Internationaal recht is meer te vergelijken als contracten die alleen de betrokken
partijen binden.
In de afgelopen decennia is echter de betekenis van instemming van partijen als
basis voor binding aan internationale verplichtingen afgenomen. De rechtsbonnen
gewoonterecht, besluiten van internationale organisaties en algemene
rechtsbeginselen zorgen voor algemeen, wereldwijd geldend recht, zonder dat
staten uitdrukkelijk hiermee hebben ingestemd.
GEWOONTERECHT
Gewoonterecht ontstaat uit een opeenvolging van elkaar ondersteunende
gedragingen van staten die, door actief aan een praktijk deel te nemen dan wel
deze de dulden, deze praktijk zodanig aanvaarden dat erop mag worden
vertrouwd dat zij zich ook in overeenstemming met die praktijk zullen gedragen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AntonOudeMiddendorp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.