1. Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen.
I. De geschiedenis van het internationaal recht begint met de Vrede van
Westfalen in 1648.
II. De Europese dominantie in de internationale rechtsorde is verzwakt door de
opkomst van Japan.
Antwoord
Stelling I: is onjuist
Stelling II: is onjuist
(had ik fout, ik had stelling 1 als juist gezegd)
2. De Vrede van Westfalen maakte:
a. Een einde aan de hugenotenoorlogen
b. Een einde aan de opstanden van doopsgezinden
c. Een einde aan de dertig jarige oorlog
d. Een einde aan de Kerkelijke Staat
Antwoord
Een einde aan de dertig jarige oorlog
(had ik fout, ik had een aan de Kerkelijke Staat)
3. Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen
I. De opkomst van de monistische leer is een reactie op de nadruk van het
dualisme op de soevereine staat.
II. De dualistische opvatting is onder anderen ontwikkeld door de Oostenrijkse
jurist Hans Kelsen.
Antwoord
Stelling I : juist
Stelling II : onjuist
(had ik fout, had beide stellingen juist)
, 4. Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen
I. Het volkenrecht (internationaal Publiekrecht) heeft evenals het nationaal
recht een hiërarchische structuur.
II. Het internationaal privaatrecht en het internationaal strafrecht maken deel
uit van het volkenrecht.
Antwoord
Stelling I : onjuist
Stelling II : onjuist
5. Welke van de onderstaande organisaties bezit rechtspersoonlijkheid onder
internationaal recht?
a. De Verenigde Naties
b. Greenpeace
c. Human Right Watch
d. Vluchtelingenwerk
Antwoord
Alleen a is juist.
6. Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen
I. De bescherming van multinationale ondernemingen is een nationale
aangelegenheid.
II. Artsen zonder Grenzen bezit rechtspersoonlijkheid onder internationaal
recht.
Antwoord
Beide stellingen zijn onjuist
7. Welke uitspraak over een staat onder internationaal recht is correct?
a. Om als staat erkend te worden onder internationaal recht moet een staat een
minimum aantal inwoners hebben.
b. Erkenning van staten geschiedt door andere staten.
c. De band tussen staat en burger is niet beperkt tot het grondgebied.
d. Internationaal recht bepaalt de gezagsstructuur van een staat.
Antwoord:
Stelling c is correct.
8. Welke staat heeft een vetorecht in de Veiligheidsraad?
a. Italië
b. Duitsland
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AntonOudeMiddendorp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.