1. Op basis van het VN Verdrag inzake het Recht van de Zee van 1982 geldt:
a. Schepen in de territoriale zee zijn alleen onderworpen aan de rechtsmacht
van
de kuststaat.
b. Op volle zee kan in geen geval worden opgetreden tegen vreemde schepen.
c. Het recht op onschuldige doorvaart beperkt de rechtsmacht van de kuststaat
over zijn territoriale zee
d. De exclusieve economische zone strekt zich uit tot maximaal 300 mijl
gemeten vanaf de basislijn.
2. Het Advies van het Internationaal Gerechtshof in de zaak Reparation for
Injuries had onder meer betrekking op de objectieve rechtspersoonlijkheid van de
Verenigde Naties. Dit hield in dat
a. de rechtspersoonlijkheid van de VN op basis van een aantal objectieve criteria kon
worden vastgesteld.
b. de rechtspersoonlijkheid van de VN duidelijk bleek uit het VN Handvest.
c. de rechtspersoonlijkheid van de VN gelding had jegens lidstaten en andere
staten
d. de bevoegdheden van de VN objectief konden worden vastgesteld.
3. Op 4 maart 2008 stuurde de Minister van Buitenlandse Zaken de Tweede
Kamer een brief waarin hij toelichting gaf over de overwegingen van de
Nederlandse regering om Kosovo te erkennen als de onafhankelijke Republiek
Kosovo. Eén van de overwegingen van de Nederlandse regering was dat
“[e]en dergelijke afscheiding (van Kosovo) is toegestaan indien (a) het interne
zelfbeschikkingsrecht langdurig en op grove wijze wordt geschonden en alle
mogelijkheden zijn uitgeput om het zelfbeschikkingsrecht binnen de
internationale grenzen van de staat te verwezenlijken of (b) de fundamentele
rechten van de mens op massale en grove wijze worden geschonden. In het
licht van de situatie van voor juni 1999 en het ontbreken van uitzicht op een
onderhandelde statusregeling kan derhalve worden betoogd dat de eenzijdige
afscheiding door het recht op zelfbeschikking op deze gronden wordt
gelegitimeerd.”
Welk subject zou in het geval van Kosovo kunnen beschikken over een recht
op zelfbeschikking onder internationaal recht?
, a. Elk individu woonachtig in Kosovo.
b. Het Albanese volk in Kosovo.
c. Het provinciale bestuur in Kosovo.
d. De door Nederland erkende staat “Republiek Kosovo”.
4. Welke stelling is onjuist?
a. Een bepaling uit een verdrag kan leiden tot een regel van gewoonterecht.
b. Een regel van gewoonterecht kan worden opgenomen in een verdragsbepaling.
c. Een regel van dwingend recht (jus cogens) kan niet worden opgenomen in een
verdragsbepaling.
d. Verdragen kunnen bepalingen bevatten die ook als gewoonterechtelijke regels
bestaan.
5. Bij ondertekening van de Weense Conventie inzake het verdragenrecht van
1969, legde Bolivia de volgende verklaring af:
"1. The shortcomings of the Vienna Convention on the Law of Treaties are
such as to postpone the realization of the aspirations of mankind. 2.
Nevertheless, the rules endorsed by the Convention do represent significant
advances, based on the principles of international justice which Bolivia has
traditionally supported."
Deze verklaring valt te beschouwen als
a. een voorbehoud.
b. een interpretatieve verklaring.
c. een politieke verklaring.
d. Alle voornoemde alternatieven zijn juist.
6. In r.o. 4.6 van zijn uitspraak van 18 september 2001 inzake de
strafbaarstelling van Bouterse stelde de Hoge Raad onder meer dat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AntonOudeMiddendorp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.