100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting vpb week 1 tot en met 3 $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting vpb week 1 tot en met 3

1 review
 137 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de stof week 1 tot en met 3 voor het vak vennootschapsbelasting aan de Universiteit van Amsterdam.

Preview 4 out of 36  pages

  • No
  • H4, h5, h6, h11
  • November 7, 2017
  • 36
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: david1988 • 5 year ago

Translated by Google

Very badly written. It is often there but the way and in terms of language. Too bad, it looks like a lot of work.

avatar-seller
Week 1 – Hoorcollege
Objectieve vennootschapsbelastingplicht (art. 7 vpb)
Winst (aansluiting bij IB via art. 8 lid 1 vpb)
-/- giften (art. 16 vpb)
= Belastbare winst
-/- Te verrekenen verliezen
= Belastbaar bedrag

Tarief: 25%, met MKB-tarief van 20% (art. 22 vpb). Innovatiebox defacto 5% belasting (art. 12b vpb).

Fiscale winst: ‘at arm’s lenght’-beginsel
Handelen op zakelijke grondslag. Dit beginsel houdt in dat gelieerde partijen (bijvoorbeeld
groepsmaatschappijen) onderlinge transacties tussen zakelijke prijzen dienen te verantwoorden, dus
de prijzen die onafhankelijke ondernemingen zouden hanteren (art. 8 lid 1 vpb jo. art. 3.8 IB).
Art. 8b vpb: “Indien een lichaam, onmiddellijk of middellijk deelneemt (> 5% van het nominaal gestorte aandelenkapitaal)
aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een ander lichaam en tussen deze lichamen ter zake van
hun onderlinge rechtsverhoudingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd (verrekenprijzen) die afwijken van
voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen, wordt de winst van
die lichamen bepaald alsof laatstbedoelde voorwaarden zouden zijn overeengekomen.”

Totaalwinst versus jaarwinst
“dat goed koopmansgebruik bepaalt, hoe uit de verschillende winstbepalende factoren de winst moet worden berekend,
doch het in het onderhavige geval gaat om de daaraan voorafgaande vraag, of een bepaalde uitgave in het geheel wel op
het beroep betrekking heef, dan wel hetzij een privéé-uitgave is, hetzij, indien uit het beroepsvermogen betaald, als een
onttrekking voor "doeleinden aan het bedrijf of beroep vreemd" moet worden beschouwd (...)”
 Conclusie:
- Onttrekkingen/stortingen versus kosten/baten is een vraag van totaalwinst en niet van jaarwinst
- Goed koopmansgebruik speelt daarbij dus geen rol

Onttrekkingen versus kosten
- Onttrekkingen: “Geld en alle andere zaken in de loop van het boekjaar door de eigenaar of door een
medegerechtigde tot het bedrijfs- of beroepsvermogen aan hetzelve onttrokken voor doeleinden aan
het bedrijf of beroep vreemd, met name ook voor particulier verbruik”
= zaken ter bevrediging van de aandeelhouder (art. 9 besluit IB)
- Winstuitdelingen: “vermogensverschuiving van de vennootschap naar den aandeelhouder als gevolg
waarvan aan het vermogen van de vennootschap enig geldbedrag of andere waarde, gedekt door de
daarin aanwezige winst, ten gunste van de aandeelhouder wordt onttrokken.”
VERSUS
- (Ondernemings)kosten: “Uitgaven, die al mogen zij voor de uitoefening van de onderneming niet
noodzakelijk zijn geweest, zijn gedaan met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming”

Stortingen versus baten
 (Informele kapitaal) stortingen: al hetgeen de aandeelhouder als zodanig bewust ter bevoordeling
aan de vennootschap doet toekomen. Essentieel: de aandeelhouder handelt in zijn hoedanigheid van
aandeelhouder en dat zowel de aandeelhouder als de vennootschap zich van de bevoordeling bewust
is geweest.
- In de vermogen-sfeer: de vermogensvermeerdering (inbreng van de aandeelhouder) is géén
resultaat van de onderneming maar vond haar oorzaak in de wens van de aandeelhouder om het eigen
vermogen van de dochtermaatschappij te versterken door haar van buitenaf (vermogen van de
moeder) een voordeel te doen toekomen.




1

, - In de kosten-sfeer: bij een informele kapitaalstorting in de kostensfeer doet de aandeelhouder als
zodanig aan de deelneming een voordeel toekennen door geen dan wel een te lage vergoeding te
vragen voor bepaalde diensten.
VERSUS
 (Ondernemings)baten: alle ontvangsten van de vennootschap die niet zijn:
- (informele kapitaal) stortingen (door aandeelhouder) OF
- ontvangsten uit vrijgevigheid verricht door personen die bij haar ondernemingsuitoefening
geen belang hebben.
Let op: in geval van BV/NV sterke invloed van art. 2 lid 5 vpb

Toetsing ondernemingsbeleid versus motief uitgaven: de vraag of door een vennootschap gedane
uitgaven ten laste van de winst kunnen worden gebracht.
Stap 1. Motief uitgaven: beoordeel of de uitgaven zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke
behoefte van de aandeelhouder. Onzakelijke uitgaven zijn automatisch niet aftrekbaar (art. 8 wet vpb
jo. art 3.8 wet IB). Renpaardenarrest: een directeur-grootaandeelhouder die een groot liefhebber van
paarden was. De kosten van het houden van twee renpaarden en het laten deelnemen van deze
paarden aan drafwedstrijden ten laste bracht van de winst van de BV omdat zij fungeerden als
‘reclameobjecten’. HR: uitgaven niet ten laste van de winst want zij waren gedaan ter bevrediging van
de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder.
Als de uitgaven niet zijn gedaan ter persoonlijke behoefebevrediging van de aandeelhouder(s),
vormen de uitgaven in beginsel een afrekbare kostenpost. Als de uitgaven een zakelijk karakter
hebben, staat het de fiscus niet meer vrij de hoogte van de uitgaven te betwisten → de fiscus mag
niet op de stoel van de ondernemer zitten.

Stap 2. Aftrek is uitgesloten als de kosten in een zodanige wanverhouding staan tot het nut daarvan,
dat geen redelijk denkend ondernemer kan volhouden dat deze kosten met het oog op de zakelijke
belangen van de onderneming zijn gemaakt. Cessna-arrest: een medisch specialist die zich
verplaatste met een privévliegtuig. HR: de kosten van de vliegreizen mogen ten laste worden gebracht
van de winst, behalve voor zover de meerdere kosten van deze snelle en kostbare manier van reizen
in een zodanige wanverhouding staan tot het nut dat deze manier van reizen voor de ondernemer
heeft, dat geen redelijk denkend ondernemer met het oog op de zakelijke belangen van de
onderneming op een dergelijke wijze zou reizen. Gevolg: het meerdere is niet aftrekbaar.


Kwalificatie geldverstrekking  EV (kapitaal) of VV (lening)?
Belangrijk onderscheid tussen kapitaal en geldlening. Hoe weet je of iets kapitaal is of geldlening? Het
civielrecht is leidend. Civielrechtelijk kapitaal is altijd fiscaal kapitaal.
Civielrechtelijke geldlening = fiscaal (geld) lening, maar wel uitzonderingen:
1. Bodemlozeputlening
Criterium: aanstonds definitief uit vermogen. Gevolg: verhoging opgeofferde bedrag
deelneming met bedrag ‘lening’ eventueel verlies bij liquidatie deelneming.
2. Schijnlening (schijnhandeling, schijn en wezen)
3. Deelnemersschaplening
Gevolg: wel aftrek rentekosten bij (buitenlandse) dochter/schuldenaar en vrijstelling
rentebate bij moeder/schuldeiser in verband met deelnemingsvrijstelling. Maar per 2016 art.
13 lid 17 vpb: geen vrijstelling bij moeder/schuldeiser als rentekosten bij dochter/schuldenaar
aftrekbaar zijn.
Tussenvorm: civielrechtelijke geldlening is op onzakelijke gronden verstrekt = onzakelijke lening 
(nog) geen fiscaal kapitaal. Heeft rentekosten en renteopbrengsten maar zo gauw die afgewaardeerd
moet worden, kan hij toch niet worden afgewaardeerd worden. Mocht ie definitief toch niet
terugbetaald worden, dan wordt het kapitaal.




2

,3

, Onzakelijke lening
 Bij de verstrekking door de vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat deze derde
niet zou hebben genomen.
 In de hoedanigheid van aandeelhouder

1. Onzakelijke-leningen jurisprudentie geldt voor leningen ‘opwaarts’, ‘neerwaarts’ en
‘zijwaarts’. Ook als er sprake is van minderheidsaandeelhouder.
2. Samenhang met Zweedse grootmoederarrest: onzakelijkheid lening moet eerst worden
gecorrigeerd door middel van aanpassing rentevergoeding  lening dan ‘verzakelijkt’ en
verlies aftrekbaar.
!! een lening onder onzakelijke voorwaarden is dus niet hetzelfde als een onzakelijke lening 
de voorwaarden verzakelijken.
- Wordt lening hierdoor in wezen winstdelend (soort van participeren in de vennootschap), dan
moet worden verondersteld dat bij die verstrekking door de vennootschap een
debiteurenrisico wordt gelopen dan deze derde niet zou hebben genomen (“onzakelijke
lening”). Gevolg: verlies niet aftrekbaar.

 Of sprake is van een onzakelijke lening dient te worden beoordeeld naar moment van aangaan
van de lening; lening kan echter gedurende looptijd onzakelijk worden door onzakelijk
handelen van de crediteur  bewijslast bij inspecteur.
 Ook van onzakelijke lening moet rente worden gecorrigeerd, maar dan via zogenoemde
borgstellingsanalogie (vuistregel).
 Onzakelijke-leningen-jurisprudentie geldt ook voor schuldig gebleven rente
Maar.. rente op onzakelijke lening moet worden gewaard op waarde economische verkeer die
aan rentevordering kan worden toegekend (en dus niet op eventuele hoger nominaal bedrag)
 Onzakelijke lening als ook tevens aandeelhouder, mits geldlening voortvloeit uit
aandeelhouderschap.
 Verlies onzakelijke lening “omlaag” in Vpb: niet aftrekbaar op grond van
deelnemingsvrijstelling. Bijvoorbeeld een moeder die een lening verstrekt aan de dochter
maar onafhankelijke derden zouden dit nooit doen  logisch dat rente niet aftrekbaar is want
verkeerde motieven. Hoge Raad: niet aftrekbaar op grond van deelnemingsvrijstelling,
ondanks dat het een lening is, hij toch niet aftrekbaar is want op een gegeven moment wordt
het toch kapitaal.
- Maar.. geldt niet bij onzakelijke lening “omhoog” en “opzij”  daar geldt analogie met
bodemloze putlening.

Indien een vennootschap aan haar aandeelhouder een lening verstrekt waarvan aannemelijk is dat
deze niet kan of zal worden afgelost, is sprake van een onttrekking. Het bedrag van de lening heeft
dan immers het vermogen van de vennootschap definitief verlaten (vgl. HR 29 oktober 2004, nr.
40296, BNB 2005/64). Voor het in aanmerking nemen van een onttrekking, zal de inspecteur feiten
(en omstandigheden) aannemelijk moeten maken waaruit volgt dat deze lening niet kan of zal
worden afgelost en de vennootschap en aandeelhouder zich daarvan bewust waren of hadden
moeten zijn. (...)”  Conclusie: Hoge Raad kiest voor parallel met bodemloze-put-lening en dus niet
voor parallel met deelnemerschapslening.

 Onzakelijke lening is een lening en (nog) geen (informeel) kapitaal.
- Pas informeel kapitaal als definitief vaststaat dat schuldenaar niet meer aan
aflossingsverplichting zal voldoen, bijv. bij kwijtschelding of liquidatie debiteur
- Ook voor schuldenaar komt voordeel op in aandeelhouderssfeer  geen winst



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Itsmariska. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added