100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Hulpverlening en culturele diversiteit (B-KUL-P0W41A) $25.18
Add to cart

Summary

Samenvatting - Hulpverlening en culturele diversiteit (B-KUL-P0W41A)

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting voor Hulpverlening en culturele diversiteit. Handig om mee te nemen naar het examen. Inclusief oefenvragen.

Preview 4 out of 60  pages

  • October 24, 2023
  • 60
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
HULPVERLENING EN CULTURELE DIVERSITEIT

INLEIDING
3,8% internationale migranten wereldwijd
BE: 50% van de jongeren heeft migratieroots
Diversiteit is een meerwaarde maar structurele ongelijkheid blijft een probleem
- Veel hoger % drop-out in scholen bij Turkse en Marokkaanse minderheidsgroepen
WEIRD: white-educated-industrialized-rich-democratic: slechts 5% van de wereldbevolking is weird dus onderzoek geeft
een vertekend beeld van de werkelijkheid
Mensen kunnen maar tot hun recht komen wanneer de maatschappij (die heel divers is) gaat voor inclusie (i.p.v. exclusie)
en een acculturatieve verandering doormaakt zodat de context verandert naar een andere socio-culturele maatschappij.

CASUSANALYSE AMMAR
Transculturele gezondheidszorg moet cultuursensitief zijn: essentiële voorwaarden:
- Adequate interculturele communicatie
- Valide diagnostische beeldvorming
- Cultuursensitieve interventies

Feit: Minderheidsgroepen stromen nauwelijks door naar de GGZ of hogere drop-out
Redenen:
- Onvoldoende of niet bereiken van minderheidsgroepen wat betreft informatie over en toegang tot zorgaanbod
- Taboe en stigma: ‘ggz is gevaarlijk’ ‘ik ben niet gek’  uitsluiting en labelen van personen die gebruik maken van
GGZ – met verregaande gevolgen
- Drempels bij HV:
o Niet willen werken met een tolk
o Te complexe materie – behandelingsverlegenheid
o Stille stigmatisering – subtiele stereotypering door HV (niet altijd bewust)
 Hoe kunnen de drempels naar GGZ verlaagd worden?

Feit: Minderheidsgroepen hebben een zeer hoge psychiatrische kwetsbaarheid
- Er is dus een probleem als zij niet tot bij GGZ geraken of uitvallen
 Welke sociale en culturele factoren in psychisch lijden en herstel spelen een rol?

CASUSANALYSE
Hoe spelen sociale en culturele factoren een rol in:
- Toeleiding en opbouw vertrouwensrelatie
o Stigma en taboe
 Oog hebben voor hoe stigma en taboe heerst rond GGZ – Oog hebben voor de vrees die
heerst
 Er heerst grote vrees/angst voor stigmatisering
 ‘Niemand mag zien dat ik naar hier kom, want anders word ik als gek gezien.’
 ‘Ik loop eerst een uur rond het gebouw en kom pas binnen als ik zeker ben dat er niemand uit
mijn gemeenschap het kan zien’
o Culturele modellen van normaliteit en pathologie exploreren
 Zeer vroeg in het behandeltraject aandacht besteden aan/ grondig exploreren van culturele
modellen (betekenis en gevolgen)
 Wat zijn culturele noties van normaal/ziek zijn?
 Hoe wordt normaal/ziek zijn gedefinieerd in de culturele gemeenschap?
 Wat zijn de gevolgen van deze definiëring?
o Collaboratief traject van toeleiding
 Minderheidsgroepen bieden zich niet vaak zelf aan bij GGZ
 Ankerpunt van toeleiding is vaak de primaire context (school, buurtwerking, ...)  context
moet oog hebben voor de stressoren en toeleiding voorzien: betrekking van verschillende
partijen is dus van groot belang in transculturele zorg
o Culturele verandering in hulpzoekgedrag en coping strategieën mobiliseren
 Tijdens het behandeltraject kan de persoon de GGZ in een ander licht gaan zien: als een plek
waar culturele verandering mogelijk is
 Een veilige plek waar nieuw/ ander gedrag uitproberen/experimenteren mogelijk is
 Hoe kan ik hulpzoekgedrag en coping anders gaan doen in de toekomst?
o Noties van zelf in relatie tot de gemeenschap aanknopen
 Noties van zelf moeten gezien worden vanuit een interafhankelijk perspectief

,  Het zelf moet begrepen worden in connectie met familie en gemeenschap: cohesie met en eer
van familie en gemeenschap
 Persoonlijke ontwikkeling is verbonden met de familie/ gemeenschap: loyaliteit is cruciaal
 Verantwoordelijkheden bekijken vanuit het interafhankelijke perspectief: doe je iets voor de
eigen ontwikkeling of voor het dienen van de familie/ gemeenschap?
 Niet als WEIRD aanzien: individualisme primeert niet in de interafhankelijke context

- Diagnostische beeldvorming
o Traumatisering in kindontwikkeling en cultureel weefsel
 Bij minderheidsgroepen is vaak cumulatief trauma terug te vinden
 Mensen op de vlucht worden vaak geconfronteerd met geweld, deprivatie, seksuele
uitbuiting, ...
 Traumatisering is vaak ook al aanwezig in het thuisland: de gemeenschap als bron van
traumatisering (cultureel weefsel)
o Depressieve stemming
 Bij minderheidsgroepen is vaak cumulatief depressieve stemming terug te vinden
 SURVIVOR’S GUILT: men kan zich schuldig gaan voelen van hier te zijn  Waarom-vragen:
waarom heb ik het overleefd en de andere niet? (Komt heel erg voor bij
mensenrechtenschendingen en is een term uit de holocaust)
Dit verhoogt depressieve stemming
 ACTUELE MAATSCHAPPELIJKE POSITIE: in het land van aankomst ervaart men vaak isolatie,
eenzaamheid en maatschappelijk stilzwijgen over het land van herkomst
Dit verhoogt afstand met anderen en zo depressieve stemming
 PERVASIEVE ISOLATIE EN DISCRIMINATIE OP RELIGIEUZE IDENTIFICATIE: discriminatie en
racisme hebben een hele grote invloed
Bestendiging van psychisch lijden
 FILIAL DUTY EN GENDERROLVERWACHTINGEN: het kind voelt de plicht om in te staan voor de
bredere familiale context in het land van herkomst (financieel, qua eer, ...)  culturele
opvattingen over ouder-kindrelaties spelen hierbij een rol (bijv. de taak van de oudste zoon)
Dit verhoogt depressieve stemming want legt druk op
o Veerkracht en steunbronnen in culturele continuïteit
 CULTURELE LOYAUTEIT ALS DRAGER VAN TRANSNATIONALE GEZINSRELATIES: het tonen van
culturele loyauteit gebeurt door zichtbare rituelen en symbolen (bijv. lange baard bij mannen,
als oudste zoon geld opsturen, ...)
 RELIGIEUZE PRAKTIJKEN ALS STEUNBRON: bijv. bidparels
 REACTIEVE IDENTITEITSMOBILISATIE: in respons op racisme en discriminatie kan de persoon
zich 180gr draaien naar religie: zich sterk verbonden voelen met de religieuze gemeenschap
kan voor veerkracht zorgen (– op langere termijn kan dit zorgen voor nog meer segregatie)
Wantrouwen kan ontstaan bij de HV over waar deze praktijken en symbolen voor staan – er
kan een angst voor radicalisering ontstaan
o Exploratie van rol en betekenis van culturele verandering

- Therapeutische relatie
o Wantrouwen in de therapeutische relatie
o Echo’s van stereotypering in de therapeutische positie: vanuit interne stereotypering kan de HV
wantrouwen hebben voor radicalisering  van belang te reflecteren en te beseffen dat men als HV ook
gekleurd is door het perspectief waarin men ingebed is/ nadenken over de eigen kleuring en vorming/
kijken naar de bredere maatschappelijke modellen  Wat zijn MIJN sociale en culturele factoren?
o Microkosmos van wijzigende genderrolopvattingen: kunnen kijken vanuit een andere man-vrouwbalans
o Hulpverleningsrelatie als bron voor het doorbreken of bestendigen van sociale isolatie: op welke manier
kan de samenwerking HV-patiënt sociale isolatie doorbreken? Op welke manier is sociale inbedding en
steun mogelijk voor de persoon?

- Therapeutische interventies
o Culturele loyauteit als drager van trauma-herstel: culturele wortels kunnen helpen in betekenisgeving
en zelfregulatie
o Culturele verandering als drager van toekomstperspectief: men kan in het hulpverleningsproces
proberen om culturele tradities anders te gaan invullen: gradueel ombuigen van cultuur ondergaan
(doen wat cultureel verwacht wordt) naar heft in eigen handen nemen (culturele verandering brengen:
bijv. survivor’s guilt ombuigen naar werken aan de eigen toekomst)
o Oriëntatie van therapeutische relatie op sociale inbedding en steun: als HV is het van belang te kijken op
welke manier sociale inbedding en steun mogelijk is voor de persoon

, CULTURELE PSYCHOLOGIE: WAT IS HET EN WAAROM HEBBEN WE HET NODIG
Belangrijke culturele denkers:
Edward Burnett Taylor: alle verworvenheden van een persoon als lid van een groep  grondlegger culturele antropologie
Geert Hofstede: hoe de psyche van een persoon die lid is van 1 groep verschilt van deze van een andere groep 
individualisme vs collectivisme  culturele psychologie
Steven J. Heine: hoe informatie doorgegeven wordt door leden van de groep (social learning) waardoor iemands denken en
handelen beïnvloed wordt (programming of the mind)  culturele psychologie

Wat is cultuur?
Cultuur is:
- Gedeeld binnen een groep: deze groep valt niet samen met de staat/stad/ het land waar men woont
- Doorgegeven/ Aangeleerd: door culturele waarden aangeleerd te krijgen van andere leden van de groep wordt
men deel van de groep
- Gesitueerd ‘in the head’: zichtbaar in overtuigingen, waarden, ...  deze geven het ‘programming of the mind’
mee vorm, wat leidt tot zelfbeeld, emoties, ...
+
- Gesitueerd ‘in the world’: ook zichtbaar regels, organisatiestructuren, producten (boekeninhoud, fietsen in NL, ...)
//
Cultuur in the head en in the world zijn geconnecteerd met elkaar: 4 niveau’s  4 I’s:
I = microniveau, het individu
Interactions = tussen mensen
Institutions = werden door mensen gecreëerd
Ideas = culturele ideeën binnen een culturele groep
 Cycle of mutual constitution: de niveaus zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar (de grote ideeën waren er niet
zonder individuen die erover nadachten en cultuur bestond niet zonder interacties, individuen, instituties die opgericht
werden en ideeën)

Wat is culturele psychologie?
Culturele psychologie is geen algemene psychologie: het zet zich ertegen af of staat er haaks op.
1. Algemene psychologie:
- Context en inhoud doen er niet toe = ruis
- Ruisvrije omgeving (bijv. steriel labo)
- Psychic unity: universaliteit van de psyche
- Doel: zoeken naar universele wetten van psychologisch functioneren

2. Culturele psychologie:
- Specifieke context en inhoud van het individu doen ertoe
- Ze maken deel uit van het te-begrijpen-fenomeen  psyche in de context
- Mutual constitution: in the head en in the world beïnvloeden elkaar
o Psychologisch:
 Patronen van denken en handelen
 Patronen van gevoelens beleven en uiten
 Zelf-systemen
 Waarden en doelen
 Gedeelde mentaliteiten
 Werkingsschema’s en scripts over hoe de wereld in elkaar zit
o Sociaal-cultureel:
 Patronen in de sociale wereld
 Sociale systemen
 Sociaal-culturele context
 Socialisaties
 Sociale structuur
 Omgeving
 Producten en praktijken
 Schweder: 1 van de grondleggers van culturele psychologie: cultuur is een dynamisch en
dialectisch proces (niet statisch) waarbij elk niveau van de 4 I’s bouwstenen zijn voor elkaar.
Daarom is het van belang om psyche en cultuur altijd samen te analyseren om ze te begrijpen.
- Maar mutual constitution is niet alles: er zijn nog andere principes van belang:
o Principe van existentiële onzekerheid: van heel jong (baby) al sociaal-culturele betekenissystemen en
informatie toelaten  de mind kan zo heel gekleurd worden

, o Principe van intentionele werelden: menselijke ‘artefactuele’ werelden (ze bestaan enkel en alleen
omdat mensen ze bedacht hebben) zijn intentioneel door mensen tot stand gekomen
 Deze werelden hebben enkel identiteit doordat mensen er een begrip aan hebben gekoppeld
Bijv. onkruid: collectief afgesproken welke planten onkruid zijn – in een andere wereld
misschien geen onkruid  gedeelde betekenisgeving binnen 1 wereld

Waarom hebben we culturele psychologie nodig?
Cijfers: 5% van de wereldbevolking is WEIRD
93% van de wetenschappelijke studies over psychologie is WEIRD
70% van de wetenschappelijke studies over psychologie covert slechts 12% van de wereldpopulatie
 WEIRD is niet de default in de wereld – maar eerder de uitzondering
//
Daarom is culturele psychologie van belang:
- Multiculturalisme omarmen (erkennen van culturele verschillen)
o i.p.v. kleurenblindheid (deze negeren)
- Interculturele dialoog is mogelijk wanneer culturele verschillen begrepen worden
o i.p.v. etnocentrisme: waarbij de eigen cultuur beter gevonden wordt – geen open dialoog mogelijk
- Bewustzijn van de eigen biases verhoogt door naar meerdere culturen te kijken
o i.p.v. enkel de eigen cultuur mee te nemen en zo de biases niet te (willen) zien
- Psychologische mechanismen kunnen beter begrepen worden door culturele psychologie
o i.p.v. proberen psychologische mechanismen te begrijpen vanuit de algemene psychologie


CULTURELE VERSCHILLEN IN ZELF-CONCEPT
ME MYSELF AND I – CULTURELE VERSCHILLEN IN ZELF
Zelfconcept: ME + I:
ME:
- De verzameling overtuigingen die we over onszelf hebben
= Het zelf als ‘gekend’ (wordt vooral naar gepeild in onderzoek)
I:
- De doener en de voeler die verhalen vertelt = belevenissen en ervaringen

Model van Zelf:
- Geïnternaliseerde maar gedeelde representatie van wat het betekent een ‘goed persoon’ te zijn
- Gelinkt aan wat het betekent om ‘goede relaties’ met anderen te hebben
 Geconstrueerd en gelimiteerd in interactie met anderen en de sociale wereld: altijd ik en zij samen
 Dynamisch en veranderlijk doorheen de tijd


Onafhankelijke VS Interafhankelijke contexten:
Onafhankelijke context
Kenmerken:
- Goed zijn, erbovenuit steken, een winnaar zijn
- Was al zichtbaar in het denken van Aristoteles
- Onafhankelijk Model van Zelf
o Het individu staat los van de anderen
o Het Zelf is begrensd met eigen zelfdefiniërende aspecten
o Er is geen overlap van Zelf met anderen
o De outgroep kan de ingroep makkelijk betreden (stippellijn)
o Zelf is en blijft altijd hetzelfde  niet contextafhankelijk
o Het Zelf kijkt vooral naar interne attributies om zichzelf te beschrijven  de houding is zelf-assertief en
zelf-gefocused (Wat denk en voel IK over mezelf en de wereld?)
- Bias bij een onafhankelijk zelfbeeld: Onafhankelijke Zelf enhancement bias:
o Het zelf in een positief daglicht zien en zich beter doen uitschijnen naar de buitenwereld
o Focus op waar men zelf goed in is en dit extra in de verf (willen) zetten naar de buitenwereld
o Mondt uit in een brede waaier van self-serving biases: het Zelf als goed/de beste tentoonspreiden

Interacties:
Ook in een onafhankelijke context gaat het zelf in interactie met anderen
Kenmerken van de interactie:
- Autonomie behouden
- Onafhankelijkheid behouden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomi-willems. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $25.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$25.18
  • (0)
Add to cart
Added