Samenvatting Beknopt burgerlijk recht voor welzijnswerkers - recht
8 views 0 purchase
Course
Recht
Institution
Hogeschool Gent (HoGent)
Book
Beknopt burgerlijk recht voor welzijnswerkers 2020-2021
Een samenvatting van het boek "beknopt burgerlijk recht voor welzijnswerkers" van Jan fiers. Zowel notities van in zijn lessen recht aan HoGent als de inhoud van het wetboek worden samengevat in dit document. In deze samenvatting staat alle info die je moet kennen voor het examen recht in het eerst...
RECHT
Examen: open vragen voor diepere betekenis en multiple choice
Deel 2, 3 en 6 eens lezen voor meer diepgang
Deel 1: inleiding tot het recht
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1. DEFINITIE
Wat is recht? = er is geen echte definitie, vaste bepaling van recht!
!!! Definitie van het recht (puntje 2 in boek) = recht is een geheel van regels die op een bepaald
tijdstip in een bepaalde gemeenschap gelden en op haar gezag zijn vastgesteld
“Gemeenschap” = verschilt van plaats tot plaats (bv gasboetes, homohuwelijk...) ook in vlaanderen!
70 buiten bebouwde kom VS 90 buiten bebouwde kom
“Tijdstip”= verandert tijdsgebonden (zie 2)
“op gezag vastgesteld” = dwingend element (zie kenmerk 3 van het recht)
Wanneer wordt iets een recht? of nog aanvaardbaar? Denk aan me too !
Is recht rechtvaardig?: recht is verschillend van plaats tot plaats bijvoorbeeld gas boetes. Bv1: Elke
gemeente kiest welke sancties ze opleggen aan de bevolking. Dit is door de overbelasting van de
politierechtbank. Bv2: In Uganda staat de doodstraf op homoseksualiteit
Er zijn wel enkele belangrijke kenmerken van het recht
Waarom verschilt recht van plaats/plaats?
- Recht is een instrument in handen van beleidsmakers
Wie maakt dat beleid? -> parlementen ( we hebben er 6 in belgië) (gewesten en
gemeenschappen)
Elk parlement heeft een andere ideologie
Verschillen ontstaan dus doordat de mensen die de weten maken er anders tegenaan kijken.
Wie zit in het parlement? -> volksvertegenwoordigers die het volk kiest
1789: Franse revolutie: gelijkheid, vrijheid, broederschap -> begin van politiek denken
,2. KENMERKEN VAN HET RECHT
1. Het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen
1.1 Het recht wordt gevormd door gedragsregels
Hoeveel gezag heeft een rechtsregel?
- Zone 30: wordt vaak niet nageleefd. Gezag is dus niet voldoende, dwang is ook nodig (straf)
1.1.1 Gebodsbepalingen =plicht = je moet het doen
Bv: aangifteplicht
Bv: dienstplicht(leger)
Bv: Kiesplicht
Opkomstplicht is niet hetzelfde als stemplicht en leerplicht is niet hetzelfde
als schoolplicht
1.1.2 Verbodsbepalingen= wat je absoluut niet mag doen
Bv: strafrecht (door rood rijden, stelen, moorden…)
Bv: verbod op bigamie(met 2 personen getrouwd zijn)
Bv: oneerlijke handelspraktijken (zoals leurhandel van deur tot deur)
1.1.3 Verlofbepalingen = je kiest of je het volgt of niet, maar als je ervoor kiest zijn er een hele pak
spelregels
Bv: indexering van woninghuur ( contracten evolueren mee met
inkomsten van huurders) (inflatie) , gezondheidsindex, index der
consumptieprijzen …
1.1.4 Louter technische regels = overschot
Bv: inhoud van een akte, inhoud van een dagvaarding(uitnodiging voor
rechtbank), regels rond paspoort(150blz regelgeving die voor ons niet nuttig zijn)
1.2 Het recht omvat het geheel van regelingen en instellingen
- Recht is niet gewoon een geheel van regels
- Recht is ook regelingen die geen regels of normen zijn bv: benoemingen, rechtspraak…
- Recht bevat ook regels m.b.t. de instellingen van ons land
- bv: staatstructuur (wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht)
- bv: gerechtelijke organisatie (hoe de rechtbank is georganiseerd)
,2. het doel van recht is het ordenen van de samenleving
2.1 recht is een instrument om het samenleven in groep mogelijk te maken
- recht is een MIDDEL geen doel op zich
- recht is een middel om bepaalde beleidsopties te organiseren
- recht is een afspiegeling van de maatschappelijke tendensen, waarden… het is het resultaat
van vroegere ideologische stromingen en ideeën, in het bijzonder de joods- christelijke
godsdiensten, Franse revolutie en kapitalisme, nationalisme en individualisme0
- Franse revolutie was scharniermoment -> adel oefende gezag van god uit, we wilden ons hier
van loskoppelen
- Het volk krijgt de macht -> montesqieu zei dat -> de soeverreine volkswil
- Vlamingen stemden voor de koning! Walen waren tegen en wouden dat volk de macht kreeg
- recht is dus tijdsgebonden!
Klassieke politieke ideologien
Vrijheid/liberté liberalisme
- individuele vrijheid is het politieke doel
- liberalisme
- zijn er van het begin bij
- Open VLD (vlaamse liberale democraten) en MR in Wallonië
- De croo is van de open vld! Hij is eerste minister maar denkt dus vanuit zijn “individuele
vrijheid” gedachtengoed
- Alexander de croo, maggie de block, sofie wilmes, bart tommelein
- Welke rechten zitten hier in? -> vrijheid van meningsuiting
- Heeft een stempel gedrukt op beginnend belgie want…
- Zo weinig mogelijk inmenging van de staat -> minimal state
- Leger = externe veiligheid, politie = interne veiligheid
- Leopold werd koning want lag goed bij alle vijanden/partijen. Zoals duitsland, engeland..
- CD&V
- Degene die veel geld hebben helpen de sukkelaars
- = christendemocratie ligt aan de grondslag, had invloed op ons wettelijk model
- Dus binamie is iets christelijk
- Kindergeld -> boodschap vanuit christendom: maak maar veel kinderen ‘ga en
vermenigvuldig u’
- Kerk was tegen abortus en anticonceptie omdat ze veel kleine christentjes wouden
- Boudewijn en fabiola waren beide heel gelovig
- Hilde crevits, benjamin dalle, koen geens, wouter beke
, Egalité /gelijkheid socialisme
- In de franse revolutie betekende dit dat de priveleges van de adel moesten verdwijnen
- Socialisme
- Vooruit(gematigde socialisten) en PVDA (radicale socialisten)
- Slp : sociaal liberale partij
- Lsp = links socialistische partij
- Frank vandenbroecke
- Karl marx -> proletariaat= mogelijkheid om veel kinderen te maken
- Geen vangnet eerst, later begin van mutualiteiten
- Collectief is hier belangrijker dan individu
- Textielindustrie
- Kinderarbeid in de 19e eeuw
20ste eeuw begint
- Meervoudig stemrecht (hoogste aantal stemmen zijn voor de liberalen en katholieken)
- 1914 -> wo1 begint
- 1917 -> russische revoutie -> ze gaan niet naar liberalisme of democratie maaar door de
hongersnood kwam ook daar het socialisme op gang. -> lenin maakt het rode leger aan en ze
keren zich tegen de tsaar (macht in rusland) ze vermoorden de tsaar en zijn familie.-> richt
het communisme op -> meervoudig stemrecht verdwijnt -> instroom van socialistisch getinte
regelgeving
Tweede wo
- 1948: invoering vrouwenstemrecht
Nationalisme
- 19-20ste eeuw ontstaan
- In een ideale wereld leef je samen met mensen van dezelfde natie
- Oorlogen zijn te danken aan nationalisme
- Duitsland ondertekent verdrag van versailles
- Hongersnood in duitsland -> hitler komt in opstand met zijn mini partijtje
- De nazi- partij ontstaat -> grootste partij van duitsland want ze winnen de verkiezingen
- Joden enzv worden uitgemoord, geweigerd in de maatschappij omdat ze niet dezelfde
nationaliteit hebben
- Hitler bouwt leger op, voegt polen bij duitsland, oorlog 2 ontstaat.
- Dus nazisme is basis voor nationalisme
- Collaboratie = samenwerken van vlamingen en duitsers (in wo2)
- Repressies = wie zich tegen duitsers keerden namen wraak op collaborateurs! (na wo2)
- Jaren 60 -> op ku leuven gaven ze in frans les. Mensen kwamen in opstand ‘leuven vlaams!’
het werkte. Dit was een boost voor vlaams nationalistisch gedachtengoed!
- Vlaamse wetgeving en waalse wetgeving zijn verschillend door toedoen van het
nationalisme!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkemaenhaut. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.