H34 van Campbell 11e editie, vertebraten, hier wordt vooral ingegaan op het ontstaan van de verschillende phyla. Zo wordt het ontstaan van Echinodermata, Cephalochordata, urochordata, myxini, petromyzontida, ... tot aan het ontstaan van de zoogdieren besproken. Hierbij wordt met name gelet op belan...
Samenvatting Hoofdstuk 12 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 8 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 7 van Biology a Global Apprach 11th edition
All for this textbook (58)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Evolutie en biodiversiteit
All documents for this subject (87)
7
reviews
By: Tahnee2000 • 4 year ago
By: lynnkleinjan • 5 year ago
By: romeevdkuil • 6 year ago
By: mblek • 6 year ago
By: jennicebuttdevries • 6 year ago
Translated by Google
good
By: martvdlinden • 6 year ago
By: Jonnedraper • 7 year ago
Seller
Follow
brittheijmans
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 12, dierenrijk II (hfst 34)
Protostomia, hierbij is eerst de mond ontstaan, daarna
de anus.
Deuterostomia, hierbij wordt eerst de anus gevormd,
daarna de mond. De vertebraten vallen onder de
deuterostomia. Met name de echinodermata en
chordata moeten we kennen.
¾ van alle dieren zijn anthropoda.
Deuterostomia vs protostomia, behalve dat de aanleg
van de mond en anus andersom plaatsvindt. Liggen de
organen (zenuw- en darmstelsel) ook net andersom. Bij protostomia ligt de centrale zenuw
bijvoorbeeld ventraal (buik) en bij de tetrapod juist dorsaal (rug). Deze verschillen komen door
regulatie van genexpressie. De expressie bepaalde eiwitten is daarbij van belang, aangezien deze de
vorming van neuronen blokkeren. Andere eiwitten zorgen juist weer voor deblokkering. Bij de
tetrapoden vindt deze deblokkering aan de rugzijde plaats en bij de anthropoden aan de buikzijde.
Fylogenie, hierboven zie je twee fylogenetische bomen waar je aan kan zien hoe bijvoorbeeld de
zoogdieren ontstaan zijn. Daarvoor zijn eerst 8 belangrijke verworvenheden ontstaan en dat komt
o.a. door de duplicatie van hox-genen en clusters:
1. Notochord
2. Wervels
3. Kaken en gemineraliseerd skelet
4. Longen of afgeleide van longen
5. Gelobde vinnen
6. Ledematen met vingers/tenen
7. Amniotisch ei
8. Melk
Echinodermata, stekelhuidigen, behoren tot de bilaterale dieren ondanks dat de adulte vorm radiair
symmetrisch is. Voorbeelden zijn de zee-egel, -komkommer en zeester. Andere kenmerken:
- Sessiel of langzaam bewegend (zeester)
- Endoskelet van calciumplaatjes
- Stekels ter bescherming
- Symmetrie
o Larve: bilateraal
o Adult: secundair “radiar”
- Watervaatstelsel en buisvoetjes:
o Voortbeweging
, o Voedselverwerving
o Gaswisseling
- (A)seksuele voortplanting
o Gonaden met spermacellen of eicellen die
geloosd worden in de zee
o fragmentatie
Bouwplan echinodermata, de mond zit gewoonlijk aan de
onderkant, verder:
- Midderdarmklieren, deze scheiden verteringssappen uit.
- Maag, deze kunnen ze uitstulpen om in een schelp de vertering plaats te laten vinden.
- Radiaal kanaal, dit watervatsysteem wordt zowel gebruikt voor voortbeweging als
vasthechting aan prooidieren.
- Ampulla, zitten aan de onderzijde v/d armen en m.b.v. van het watervatsysteem kunnen ze
zich hiermee vasthechten of bewegen, maar het dient ook voor O2 opname.
- Papula, zitten over het organisme verdeeld en spelen een rol bij de O2 opname.
- Stekels, dient voor bescherming tegen roofdieren.
- Radiale zenuw, is het gele gedeelte in de uitvergroting met ampulla.
Complexiteit bouwplan, het bouwplannen wordt aangestuurd door genen en hierbij treedt
wel eens duplicatie op waar mutaties op kunnen volgen. Het product van het gedupliceerde
gen is dus anders en kan een andere functie aannemen. De oorspronkelijk eigenschap krijgt
er dus een nieuwe eigenschapen waardoor je meer mogelijkheden krijgt. Zo is
de toename in complexiteit van het bouwplan toegenomen door toename
Hox genen. Evolutionaire innovaties zijn dus door verandering in hox-genen
die plaatsing en organisatie van lichaamsdelen reguleren ontstaan.
Hox genen, bevatten allemaal een homeobox. In een eiwit vormt dat gedeelte
een homeodomain, waardoor hox genen dienen als transcriptiefactor.
Homeotische genen coderen dus voor transcriptiefactoren.
Segmentatie genen, zijn belangrijk bij de specialisatie van segmenten en dus
voor het bouwplan. Zo wordt een fruitvlieg eerst gesegmenteerd, waarna elk segment een bepaalde
functie krijgt. Om te bepalen op welk segment een bepaalde ontwikkeling plaats moet vinden, zijn de
homeotische genen (Hox genen) van belang. Zij ‘bepalen’ uiteindelijk het bouwplan van de
segmenten.
Master regulatie genen, bepalen de anatomische identiteit van een segment. Zo bepalen zij welke
type aanhangsel (poot, vleugel etc.) of structuur een betreffend segment krijgt. Voorbeelden hiervan
zijn de eerdergenoemde homeotische genen. Zij coderen voor
transcriptiefactoren die als ‘schakelaars’ werken en weer andere genen
aansturen.
Bij de sponzen hebben we maar 1 hox gen. Op den duur hebben er duplicaties
plaats gevonden en zijn er al 4 hox genen. Daarna zie je bij de protostomia al 7
hox genen en bij de deuterstomia nog meer. Toename van het aantal hox-
genen, verklaard de toename van de complexiteit. Maar niet alleen de genen
kunnen toenemen, ook de chromosomen kunnen gedupliceerd worden,
waardoor je meerdere clusters van hox-genen krijgt. Zo heeft de mens 4 clusters
aan hox-genen, terwijl de fruitvlieg maar 1 cluster heeft.
Conservering homeotische genen, er komen wel genen bij in de loop der tijd, maar de
‘originele’ genen zijn gedurende miljoenen jaren niet veranderd. Het gen wat bijvoorbeeld
bij de fruitvlieg een poot aanlegt, legt ook bij de muis een poot aan en is nog bijna exact
hetzelfde. Je kan dus een ‘poot gen’ uit een muis halen en bij een fruitvlieg (waarvan het
gen gemuteerd is) introduceren, zodat deze een fruitvlieg poot aanlegt. Waarom wordt er
in de fruitvlieg geen muizenpoot aangelegd? De homeotische genen coderen voort
transcriptiefactoren die een set (soort-specifieke) genen aanzetten die de ontwikkeling van
een (soort-specifiek) aanhangsel of structuur uitvoeren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.