De leerdoelen worden praktisch en doelgericht behandeld. Deze leerdoelen van Staatsrecht (DP1) horen bij de leerdoelen inleiding recht. Dit betreft een gecombineerd tentamen. De informatie komt uit het boek Inleiding in het Nederlandse recht van Verheugt (nieuwste druk) deze leerdoelen geven als re...
Leerdoelen Staatrecht uitgewerkt
Week 1 geen leerdoelen
Week 2
Uitleggen welke functies het recht heeft in de samenleving;
o De functies van het recht als volgt:
Het normeren van menselijk gedrag en het handhaven van die regels;
Overheid ontstaat door/met goedkeuring van de samenleving;
Denk aan legaliteitsbeginsel: Overheid mag alleen wat doen op basis van wat
in de wet omschreven staat.
Beschrijven wat het begrip ‘staat’ inhoudt, aan de hand van de kenmerken van een staat;
o Een staat heeft een aantal kenmerken (3 G’s en erkenning)
Een staat heeft een Grondgebied
Op dat grondgebied leeft een Gemeenschap
Over die gemeenschap is er Gezag
De staat wordt erkent door andere staten.
De verschillen tussen gecentraliseerde eenheidsstaat, gedecentraliseerde eenheidsstaat,
federatie en confederatie beschrijven;
o Gecentraliseerde eenheidsstaat:
Er is sprake van één sterk centralistisch overheidsorganisatie, die alle
bevoegdheden heeft. Frankrijk is een gecentraliseerde eenheidsstaat.
o Gedecentraliseerde eenheidsstaat:
Kenmerk: De Grondwet stel de overheidsverbanden in en maakt hen
bevoegd tot regelgeving en bestuur, maar aan deze overheidsverbanden
geen exclusieve bevoegdheden toekent. De centrale overheid heeft de
vrijheid bevoegdheden van decentrale ambten te beperken of toe te eigenen.
Nederland is zo een eenheidsstaat waarin naast een centrale overheid een
aantal decentrale overheidsverbanden, waaronder provincies en gemeenten,
overheidsgezag uitoefenen. (Reader, tekst week 2 pagina 25!)
De centrale overheid heeft uitgebreide bevoegdheden om toezicht te houden
op de decentrale overheden.
o Federatie (bondstaat):
Federalisme legt sterk de nadruk op de verdeling van de staat in zelfstandige
deelgebieden, die samenwerken in een groter overheidsverband;
Er is wel een centrale overheid maar de bevoegdheden liggen heel anders.
De federale staat is meestal een uit deelstaten samengestelde staat.
Bondsrepubliek Duitsland en VS zijn belangrijke voorbeelden van een
federatie.
Deelstaten hebben aantal kenmerken van een staat, eigen grondwet, eigen
parlement en regering, eigen rechtelijke organisatie
o Confederatie (statenbond):
De statenbond is een samenwerkingsverband van staten, echter geen
staatsrechtelijke verbinding op basis van een grondwet.
In en statenbond werken soevereine staten op basis van een verdrag samen
en dragen een of meer te behartigen taken op aan een gezamenlijk orgaan.
, Het is dus geen staatsvorm maar een verdragsconstructie, een
samenwerkingsverband van soevereine staten.
Beschrijven hoe het Koninkrijk der Nederlanden is georganiseerd.
o Nederland is gedecentraliseerde eenheidsstaat. Maar maakt samen met een aantal
Caribische eilanden zelf weer deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden, dat als een
eigensoortig federaal samenwerkingsverband ‘op voet van gelijkwaardigheid’
beschouwd kan worden.
o Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, tot stand gekomen is 1954, heeft
deze nieuwe rechtsorde gevestigd. Dit kan je zien als de federale constitutie.
o Nederland en de Caribische eilanden vormen dus een staatsrechtelijke verbinding op
basis van het Statuut.
o De bevoegdheid op Koninkrijksniveau zijn beperkt. Vooral buitenlandse betrekkingen,
verdediging en nationaliteit. De zelfstandigheid van de landen is dus in beginsel
groot.
o De rechtsorde van het Koninkrijk der Nederlanden is juist atypisch van federaal
samenwerkingsverband.
Week 3
Uitleggen wat de begrippen ‘directe’ en ‘indirecte democratie’ inhouden;
o Indirect: De burger kiest vertegenwoordigers en die nemen de beslissingen voor de
burgers;
o Direct: Burgers nemen rechtstreeks beslissingen bijvoorbeeld door referenda.
Uitleggen wat het verschil is tussen het meerderheidsstelsel met kiesdistricten en het
stelsel van evenredige vertegenwoordiging:
o Meerderheidstelstel met kiesdistricten: Per district wordt gekeken wie de meeste
stemmen heeft en die krijgt uit dat district alle zetels.
o Evenredige vertegenwoordiging: Alle stemmen worden op een hoop gelegd en het
aantal stemmen wordt verdeeld over het aantal partijen. Hoe meer stemmen hoe
meer zetels je krijgt, districten spelen hier geen rol.
Uitleggen wat een rechtsstaat is aan de hand van de beginselen van een rechtsstaat:
o Een staat waar burgers en overheid zich aan de wet houden, waar gelijke rechten,
machtenscheiding en legaliteitsbeginsel bestaan en waar de grondrechten zijn
gewaarborgd.
In een casus de beginselen van de ‘rechtsstaat’ herkennen;
o Oefening!! Denk aan de beginselen als je een casus voor ogen krijgt.
De Trias Politica: scheiding de machten. Drie staatsmachten die elkaar in
evenwicht houden;
De grondrechten: Koningen zijn tegenwoordig in een constitutionele
monarchie gebonden aan de grondwet. Grondrechten zijn rechten die zo
fundamenteel zijn voor de vrijheid, de ontplooiing, het welzijn en de
bescherming van het individu en van groepen, dat ze in de grondwet zijn
vastgesteld;
Legaliteitsbeginsel: Volgens het legaliteitsbeginsel mag de overheid alleen
beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die beperkingen in
wetten zijn vastgelegd en voor iedereen gelden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dirkdenhaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.