Summary
Samenvatting Taalfilosofie
Samenvatting taalfilosofie, inclusief college aantekeningen en onderdelen van het boek
[Show more]
Preview 3 out of 16 pages
Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
November 8, 2017
Number of pages
16
Written in
2017/2018
Type
Summary
filosofie
taalfilosofie
mark de vries
samenvatting
Book Title: Taal en betekenis
Author(s): M. Stokhof
Edition: augustus 2000
ISBN: 9789053525760
Edition: 5
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Education
Taalwetenschappen
Course
Taalfilosofie
All documents for this subject (3)
Taalfilosofie - Samenvatting
College week 1
Hoe verloopt wetenschappelijk onderzoek?
- Standaardbeeld (traditioneel)
- Falisificatie (Popper)
- Paradigma’s en revoluties (Kuhn)
- Onderzoeksprogramma’s (Lakatos)
Empirische cirkel: standaardbeeld
Waarnemingen/rock bottom of knowledge: feiten waaruit een
generalisatie gemaakt kan worden (temperatuur is 23 graden op
verschillende plekken. → wet vaststellen
Empirische wetten: uit een generalisatie kan je een empirische wet
trekken (op alle plekken is het 23 graden). Maar waarom is het op alle
plekken deze temperatuur, daar heb je een theorievorming voor nodig.
Theorieën: waarom is de wet zo?
Hypothese: Vanuit hier kan je weer hypothese vaststellen, een
voorspelling van wat er met je theorie kan gebeuren (bv. op deze plek
zou het dan ook wel 23 graden zijn). Dit kun je opnieuw w
waarnemen en daarmee is de cirkel rond.
Inductie: er komt een algemene regel op grond van een aantal waarnemingen → een waarheid formuleren op
basis van waarnemingen (er zijn 2 kraaien, allebei zwart, dus alle kraaien zijn zwart)
Deductie: een gevolgtrekking wordt gemaakt vanuit een algemene regel → een waarheid formuleren op basis
van een algemene waarheid (alle kraaien zijn zwart, dit is een kraai, dus is hij zwart)
Wetenschap:
- Het doel is het verkrijgen van inzichten: intuïtief, chaotisch, creatief
- Het moet rationeel onderbouwd zijn: logische argumentatie, empirische/experimentele
onderbouwing en objectieve verificatie moet mogelijk zijn.
- Het is niet zomaar een mening
- Het is anders dan een geloof
Karl Popper - falsificatie:
- Waarnemingen zijn ook theoriegebonden
Wat Popper zegt gaat tegen het logisch positivisme in. Logisch positivisme vs kritisch rationalisme
- Logisch positivisme: streeft naar radicaal empirisme en een logische denkwijze. Een uitspraak over de
werkelijkheid is alleen zinvol als hij op grond van zintuiglijke waarnemingen te verifiëren is. →
verificatie
- Kritisch rationalisme: Theorieën kunnen erg vaag of speculatief zijn, waardoor niets duidelijk
uitgesloten kan worden. Dat is geen goed bewijs of iets juist is. Eigenlijk wat Popper zegt: Falsificatie
(trail & error). Je maakt een generalisatie van alle zwanen zijn wit, als je 10 witte zwanen hebt gezien.
Maar Popper zegt: ga op zoek naar zwarte zwanen om het tegendeel te bewijzen.
Probleem 1 → creatie → theorie T1 → voorspelling → test
- Falsificatie: verwerp T1 → probleem 2 → creatie enz.
- Geen falsificatie: T1 is voorlopig waar
Thomas Kuhn - Paradigma’s en revoluties
- Een paradigma moet een normale wetenschap zijn binnen een gemeenschappelijke wetenschap:
vakwetenschappelijke theorieën, filosofische uitgangspunten, wetenschappelijke waarden en
exemplarische voorbeelden.
, - Er is zelden sprake van falsificatie
- De wetenschap is onderhevig aan sociologische verschijnselen (geloof, normen en waarden)
- Wanneer een paradigma faalt (als de meerderheid het er niet meer mee eens is), komt er een
revolutie en ontstaat er een nieuw paradigma
Imre Lakatos - Onderzoeksprogramma’s
- Onderzoeksprogramma’s met een vaste theoretische kern
- Hulp-hypotheses die gefalsificeerd kunnen worden
- Is een soort samenvoeging van de opvattingen van Popper en Kuhn
College week 2
Wetenschap vs wetenschapsfilosofie:
- Wetenschap: levert kennis die dichter bij de waarheid ligt en betrouwbaarder en systematischer is
dan ideeën die op een andere manier tot stand zijn gekomen.
- Wetenschapsfilosofie: onderzoekt de aard van de wetenschap, wetenschappelijke tradities en
methoden, en de rechtvaardiging van waarheidsclaims.
- Epistemologie: de kennisleer. De wetenschapsfilosofie kan gezien worden als een onderdeel hiervan.
Metafysica (het niet waarneembare) in de wetenschap:
- Wetenschappelijk realisme: een theorie beschrijft de wereld zoals die werkelijk is
- Wetenschappelijk instrumentalisme (anti-realisme): theorieën zijn ‘convenient fictions’ die empirisch
adequate voorspellingen moeten doen, maar niets zeggen over de werkelijkheid. → de theorieën
moeten gezien worden als instrumenten voor het doen van voorspellingen, niet om de waarheid over
de wereld te ontdekken. (komt overeen met agnoticisme: je kan niet aantonen dat er dingen bestaan
die we niet fysiek meemaken, zoals God)
- Dit is in het bijzonder interessant als het gaat om niet waarneembare verschijnselen, zoals een
magnetisch veld of atomen
- Er is onderdeterminatie (het geven van een naam aan iets) en doet geen wonderen.
Bestaat de wereld? In het algemeen zijn er 2 stromingen:
- Realisme: de wereld bestaat onafhankelijk van het menselijk denken en perceptie.
- Idealisme: de wereld bestaat, maar is op de een of andere manier afhankelijk van het menselijk
bewustzijn.
Geschiedenis:
Tot aan de 17e eeuw werd de wetenschap gezien als een onderdeel van de filosofie, zoals nog steeds te zien is
in: Ph.D. = Philosophiae Doctor -> doctoraat) (philosophia = Gr. ‘houdt van de wijsheid’) (doctor = Lat. ‘leraar’)
(doctorandus = Lat. ‘hij die nog doctor moet worden’).
In de oudheid (750 voor Chr. - 500 na Chr.): Protagoras, Democritus, Socrates, Plato, Aristoteles, …
Protagoras (5e eeuw voor Chr.): relativisme (een bepaald concept is niet opzichzelf staand, maar
afhankelijk van iets) en het agnoticisme (instrumentalisme). De mens is de maat van alle dingen en
van goden weet ik niks.
Aristoteles (4e eeuw voor Chr.):
- Inductie en deductie, biologische observaties enz.
- Teleologie (zoektocht naar het doel achter dingen): functionalisme (alles heeft een functie)
- aarde centrum zonnestelsel/universum, cirkelbewegingen van hemellichamen
- de elementen: aarde, water, lucht, vuur; ether
- lichamen hebben uit hun aard een natuurlijke plaats
Vanaf de oudheid tot aan de middeleeuwen waren metafysica en de ontologie gelijk aan elkaar. Daarna werd
het een tak binnen de metafysica.
- Ontologie: beschrijft de eigenschappen van entiteiten → het ‘zijn’ van iets
, - Metafysica: is nog een stapje hoger dan het ‘zijn’ van iets → het bestaat niet echt
Wetenschappelijke revolutie van Galilei, Copernicus, Newton en Descartes:
- Een koppeling van experimentele en mathematische methoden.
- Nieuwe technologieën, zoals de telescoop
- Ontworsteling aan dogma’s (stellingen door een geloof gesteld)
- Methodologische twijfel (methodologie is de studie van methoden)
→ dit leidde tot de verlichting in de 18e eeuw
- Synthese van Kant (1781): waarnemingen ‘transcendenteren’ (overstijgen) tot verstandelijke
categorieën.
- Vanaf de 19e eeuw komen de sociale en geesteswetenschappen tot bloei.
- Interbellum (1920/1930): het verwerpen van de metafysische uitspraken en het modelleren van
vakgebieden naar methoden uit de natuurwetenschappen.
- Tot de jaren 60: logische positivisme/empirisme
- Daarna kwamen Popper en Kuhn..
Inductie vs falsificatie:
- Inductie: vind empirische aanwijzingen die een gegeneraliseerde theorie ondersteunen
- Falsificatie: vind empirische aanwijzingen die een gegeneraliseerde theorie ontkrachten
Popper keurde inductief bewijs af, want het is niet strikt logisch.
De empirische cyclus kan een uitbreiding krijgen. Er zijn namelijk meer niveau’s en er is een onderscheid
tussen empirische wetmatigheid en theorieën. Een wetenschappelijke theorie moet volgens Popper toetsbare
voorspellingen/hypotheses opleveren.
College week 3
Driehoek van betekenis: bestaat uit taal, denken en de werkelijkheid/wereld
Mentalisme: koppeling tussen taal en denken
- Taaltekens worden gebruikt voor mentale entiteiten, concepten en gedachten
- Gaat uit van de intuïtie en common sense (gezond verstand)
- De communicatie gaat van: spreker > taal > hoorder, oftewel: gedachte > zin > gedachten en wordt
gedaan dmv coderen en decoderen.
- Er is een relatie tussen betekenis en cognitie
- De publieke functie van taal is het uitwendig maken van taal
- Zoekt een oplossing voor niet-referentiële expressies (zoals liefde), counterfactuals (iets onwaars of
zonder verwijzing, zoals Sinterklaas), intensionele contexten (conclusie trekken uit 2 zinnen), zowel
empirische als rationele varianten.
Intensionele contexten:
- Jaap is een man
- Alle mannen hebben haar → Jaap heeft dus haar
Vragen die je kan stellen over mentalisme:
- Wat is de relatie met de werkelijkheid en de wereld?
- Intersubjectiviteit (verschillende visies van subjecten) van de betekenis
- Creativiteit en componenten?
- Denktaal?