100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie VWO Mobiliteit hoofdstuk 1 tot en met 6 $4.46   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie VWO Mobiliteit hoofdstuk 1 tot en met 6

5 reviews
 373 views  11 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Het hele boek Mobiliteit LWEO van economie samengevat waaronder ook informatie uit de opdrachten. De stof is 'up to date' dus ook informatie uit de appendix is erin opgenomen. Ik heb zelf figuren zoals tabellen en grafieken toegevoegd om de inhoud duidelijker te maken. Verder heeft elk hoofdstuk ee...

[Show more]

Preview 2 out of 12  pages

  • Yes
  • November 8, 2017
  • 12
  • 2017/2018
  • Summary
  • Secondary school
  • 102

5  reviews

review-writer-avatar

By: teunkrol • 2 year ago

review-writer-avatar

By: wolfilcken • 3 year ago

review-writer-avatar

By: KalleIjsveld • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Oefentoetsen • 5 year ago

review-writer-avatar

By: isareemer • 6 year ago

avatar-seller
Economie, Mobiliteit hoofdstuk 1, Schaarste en Ruil
Door sneller en goedkoper vervoer zijn we meer gaan reizen, het is verandert in een eerste
levensbehoefte. Het aandeel van vervoersuitgaven in het totaal van uitgaven stijgt voortdurend.

Bij het maken van een keuze let een econoom op:
- Wat zijn de kosten?
- Opofferingskosten: alles wat je moet opofferen omdat je kiest voor de vervulling een andere wens
- Wat zijn de alternatieven?

Schaars1: een product is schaars als er middelen moeten worden opgeofferd om het te maken
Schaarste2: de spanning tussen oneindige behoeften en beperkte middelen
Om de schaarste te verminderen, produceren mensen goederen en diensten. Hiervoor moet je wel
altijd productiemiddelen gebruiken.
Absolute schaarste: wanneer er een tekort is aan een goed (dagelijks taalgebruik)
Vrije goederen: goederen die niet schaars zijn; windkracht, de lucht die we inademen
Product: hieronder vallen de goederen(stoffelijk; broek) en de diensten(onstoffelijk: onderwijs)
Alternatief aanwendbaar: zo zien economen de middelen waarover mensen beschikken. Je kan ze
namelijk op verschillende manieren inzetten.

Arbeidsdeling: mensen specialiseren zich door zich toe te leggen op één activiteit. Hierbij doen
mensen meer ervaring op waardoor de bekwaamheid toeneemt. Ze kunnen daardoor meer
producten per uur maken waardoor de arbeidsproductiviteit toeneemt.
Door arbeidsdeling en specialisatie ontstaan verschillende beroepen. Producenten maken meer dan
dat ze voor eigen behoefte nodig hebben. Om ieder in zijn behoefte te voorzien moet er dus geruild
worden, essentieel hierbij is dat beide partijen er beter van worden (win-winsituatie).
Directe ruil/ruil in natura: ruil waarbij goederen zonder tussenkomst van geld rechtstreeks geruild
worden tegen goederen. Deze manier van ruilen heeft zo zijn nadelen (hoge transactiekosten):
 Het is niet makkelijk om iemand te vinden die jouw product wil hebben en zelf het product
heeft dat jij wilt hebben.
 Het kan lastig zijn een ruilwaarde vast te stellen
 Producten kunnen bederfelijk zijn
 Producten kunnen groot en moeilijk te vervoeren zijn
Transactiekosten: alle kosten die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen
Indirecte ruil: goederen worden geruild tegen een algemeen betaalmiddel (geld)
Geld wordt niet alleen gebruikt als ruilmiddel of, we gebruiken het ook als rekenmiddel; de waarde
van een product uitdrukken in geld. Daarnaast heeft geld nog de functie van spaarmiddel; wanneer
een consument besluit een deel van zijn inkomen niet te consumeren.

Zwarte circuit: transacties die worden verzwegen voor de belastingdienst waardoor de productie van
deze goederen of diensten niet wordt geregistreerd. Dit circuit behoort tot de informele economie.
Formele/witte circuit: hier worden de transacties wel opgegeven aan de belastingdienst

De activiteiten van de overheid en de non-profitsector rekenen we tot de niet-marktsector omdat:
 Er voor de overheidsdiensten geen marktprijs wordt berekend of;
 De prijs niet bepaald wordt door vraag en aanbod
Deze activiteiten worden geregistreerd en zijn dus onderdeel van het formele circuit.

, Grijze circuit: het deel van de niet-marktsector dat niet wordt geregistreerd (informele economie)
De (niet-betaalde) activiteiten van het grijze circuit zijn te verdelen in:
 Huishoudelijk arbeid; werkzaamheden als koken, stofzuigen en kleren wassen
 Vrijwilligerswerk: onbetaald werk bij je sportvereniging, onbetaalde zorg voor ouderen
 Doe-het-zelfarbeid: tuinonderhoud, schilderen, repareren van fietsband
 Directe ruil; het wassen van de auto van je ouder in ruil voor rijlessen
Marktsector Niet-marktsector
Formele economie Bedrijfsleven Overheid en non-profitsector
(=geregistreerd = wit)
Informele economie Zwarte circuit Grijze circuit, zoals huishoudelijke arbeid, directe
(niet-geregistreerd= zwart of grijs) ruil, vrijwilligerswerk, doe-het-zelfarbeid
Alle activiteiten van de formele en informele economie kunnen bijdragen aan de welvaart.

Economie, Mobiliteit hoofdstuk 2, Ruiltransacties en Welvaart
Welvaart: de mate waarin de behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd
Betalingsbereidheid: het maximale bedrag dat iemand bereid is te betalen voor een product
Door ruiltransacties kan je welvaart toenemen: Ton is bereid 500,- te betalen voor een vakantie. Hij
ziet een vakantie voor 450,- en houdt dus 50,- over. Zijn welvaart stijgt met 50,-.
Kosten-batenanalyse: de kosten en de baten tegen elkaar afwegen
Kosten: de waarde van de opgeofferde schaarse middelen
Baten: wat je overhebt voor je behoeftebevrediging. Deze zijn niet altijd makkelijk op te nemen in de
analyse; ze liggen vaak in de toekomst en gaan niet altijd over geldbedragen (maatschappelijke baten

Om te bepalen of een economie een maximale welvaart bereikt, maken welvaartseconomen gebruik
van het criterium van Pareto: de totale welvaart is Pareto-efficiënt/-optimaal als de welvaart van één
persoon niet kan toenemen ten koste van de welvaart van iemand anders.

De welvaartstheorie is volgens sommige economen niet compleet:
 Er wordt geen rekening gehouden met de informele economie
 Er wordt geen rekening gehouden met de milieu schade. Door overbevissing, bodem-
verontreiniging enz. wordt de welvaart van andere aangetast
Zie voorbeeld:
Marleen heeft een eigen moestuintje met wortel, bonen, aardappelen enz. Ze wil vanavond 1 pond
boontjes eten. In de supermarkt kost een pond 1,49 maar Marleen plukt ze zelf. Het kost allen wat
tijd. Volgens welvaartseconomen neemt de welvaart van Marleen alleen toe als er ruiltransactie
plaatsvindt. Marleen ruilt echter niks, maar haar welvaart is wel toegenomen omdat ze nu groente
kan eten.

Individuele consumentensurplus: het bedrag dat de consument aan voordeel heeft omdat hij minder
voor een goed hoeft te betalen dan hij maximaal wil betalen (de 50,- van Ton)
Totale consumentensurplus: het consumentensurplus van alle kopers samen
Bij een prijsdaling neemt het consumentensurplus toe, omdat;
- Het surplus van de bestaande klanten groter wordt
- Er nieuwe klanten bijkomen met surplus
Leveringsbereidheid: de laagste prijs waarbij een aanbieder zijn product wilt verkopen
Individuele producentensurplus: het bedrag dat de producent aan voordeel heeft, omdat hij op de
markt meer ontvangt voor zijn product dan waarvoor hij het minimaal wil verkopen
Totale producentensurplus: het producentensurplus van alle verkopers samen
Totale surplus: de som van consumenten en producentensurplus
Bij een markt van volledige mededinging is de totale welvaart(=totale surplus) het grootst bij de
evenwichtsprijs. Deze situatie is Pareto-efficiënt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83225 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.46  11x  sold
  • (5)
  Add to cart