Het hele boek Markten LWEO van economie samengevat waaronder ook informatie uit de opdrachten. De stof is 'up to date' dus ook informatie uit de appendix is erin opgenomen. Ik heb zelf figuren zoals tabellen en grafieken toegevoegd om de inhoud duidelijker te maken. Verder heeft elk hoofdstuk een e...
Hi Rob, I'm sorry you're not satisfied with the summary. What was wrong with it? Then I can adjust this
By: esmeefaber2000 • 5 year ago
By: Oefentoetsen • 5 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
maritheijmans
Reviews received
Content preview
Economie, hoofdstuk 1, Markten
Concrete markt: vragers en aanbieder komen op een bepaalde tijd direct met elkaar in contact
Abstracte markt: het geheel van vraag naar en aanbod van een product
De markt heeft belangrijke functies. Het brengt de vrager en aanbieder bij elkaar en zorgt voor
prijsvorming. Op een markt komt een bepaalde prijs tot stand.
Economen onderscheiden verschillende soorten markten:
- Goederen/dienstenmarkt
- Arbeidsmarkt
- Vermogensmarkt
- Valutamarkt
Omzet= prijs x afzet
Economie, hoofdstuk 2, vraag
Betalingsbereidheid: hoeveel is iemand bereid te betalen voor een bepaald aantal producten. Dat
kan je weergeven in een formule. Hier zie je een voorbeeld:
Qv= -o,o5P +6 Q v= gevraagde hoeveelheid producten
P= prijs van het product
Deze vergelijking is een individuele vraagfunctie
of individuele vraagvergelijking. Die kan je ook
weergeven in een grafiek. Op de horizontale as
staat de gevraagde hoeveelheid en op de
verticale as de prijs.
Gevraagde hoeveelheid
De betalingsbereidheid van iemand wordt beïnvloed door:
De prijs van het product
Hoe mooi hij/zij het product vindt
Hoe hard hij/zij het nodig heeft
Het besteedbaar inkomen
De prijs van andere merken
Verschuiving over de vraaglijn komt doordat de prijs van het product verandert. Als je de invloed van
de prijs op de hoeveelheid producten die er verkocht worden, wil bekijken dan moet je ervan uitgaan
dat alle andere bepalende factoren gelijk blijven. De veronderstelling dat alle andere factoren gelijk
blijven noem je ceteris paribus.
Verschuiving van de vraaglijn komt doordat een andere factor dan de prijs verandert. Een voorbeeld
daarvan is de voorkeur voor een bepaald merk of verandering van inkomen.
Substitutiegoederen: goederen die elkaar kunnen vervangen
Complementaire goederen: goederen die elkaar aanvullen, een broek en een riem.
Collectieve vraag: gezamenlijke vraag van alle consumenten
Collectieve vraaglijn: geeft het verband weer tussen de prijs en de totale vraag. Je kunt hem vinden
door individuele vraaglijnen samen te voegen. Een collectieve vraaglijn is van dezelfde factoren
afhankelijk als die bij individuele vraaglijnen, want de lijn is afgeleid van individuele vraaglijnen. Er is
dus ook sprake van ceteris paribus voorwaarden. In het voorbeeld is te zien hoe je collectieve
vraaglijn en –functie kunt afleiden.
, Individuele vraagfunctie Ilse: Qv1= -o,o5P +6
Individuele vraagfunctie Sanne: Qv2= -0,0625P+5
Verwerk in een tabel hoeveel de twee samen vragen bij bepaalde prijzen:
Teken nu met behulp van de tabel de collectieve vraaglijn van de twee meiden:
Zoals je individuele vraaglijnen kunt samenvoegen tot een collectieve vraaglijn, zo kun je ook
individuele vraagfuncties samenvoegen tot een collectieve vraagfunctie. Dit doe je door de
individuele vraagfuncties bij elkaar op te tellen:
Individuele vraagfunctie Ilse: Qv1= -o,o5P +6
Individuele vraagfunctie Sanne: Qv2= -0,0625P+5
De collectieve vraagfunctie bestaat pas vanaf een prijs van 80,-, want (zoals je ook kunt zien in de
collectieve vraaglijn) Sanne koopt pas het product als het 80,- of minder is. De collectieve
vraagfunctie bestaat dus uit twee functies:
- Één waarbij de individuele vraagfuncties zijn opgeteld (0 ≤ P ≤ 80)
Qcol= Qv1+Qv2= -o,o5P+6 + (-0,0625P+5)= -0,1125P+11 (als 0 ≤ P ≤ 80)
- Één waarbij alleen nog maar de vraagfunctie van Ilse geldt (P>80)
Qcol= Qv1= -o,o5P+6 (als P>80)
Prijselasticiteit van de vraag: hoe sterk reageert de vraag op een verandering van de prijs (Ev). Het
procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid
wordt als volgt berekend: Ev=
procentuele verandering van de prijs
Bij elasticiteit staat de oorzaak (de actie) in de noemer en het gevolg (de reactie) in de teller. Door
middel van de prijselasticiteit kan een onderneming de gevolgen voor afzet en omzet berekenen. Is
de Ev groter dan 1 dan verandert er bij een prijsverandering veel, is de Ev kleiner dan een dan is het
een zwakker reactie.
Absolute waarde: prijselasticiteit weergegeven in een cijfer zonder het plus of minteken. Is de
waarde hoger dan 1 dan noem je het product elastisch, is het lager dan 1 dan noem je het inelastisch.
Is de absolute waarde gelijk aan 0 dan is de vraag volkomen inelastisch.
De prijselasticiteit verschilt per groep consumenten (jongeren hechten meer waarde aan merken).
Maar ook de aard van het product beïnvloedt de Ev. Primaire goederen (goederen die niet gemist
kunnen worden) hebben een lagere elasticiteit dan luxe goederen (zijn niet noodzakelijk voor
levensonderhoud).
Kruislingse prijselasticiteit van de vraag (Ek): hoe sterk reageert de vraag van het ene goed op de
prijsverandering van het ander goed. In de formule ziet dat er zo uit:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.