Heel hoofdstuk 4 'structuur en conjunctuur' uit Economische crisis LWEO van economie samengevat waaronder ook informatie uit de opdrachten(zie ook de bundel Economische crisis voor het gehele boek). De stof is 'up to date' dus ook informatie uit de appendix is erin opgenomen. Ik heb zelf figuren zo...
Economische crisis, hoofdstuk 4: Structuur en conjunctuur
Conjunctuur: ontwikkelingen van het BBP als gevolg van ontwikkelingen van de totale vraag naar
goederen en diensten (C,I,O,E-M)
Bestedingscategorie: export, consumptie, overheid, investeringen. Als consumenten, bedrijven en
overheid meer kopen (besteden) gaan bedrijven meer produceren om aan de toegenomen vraag te
kunnen voldoen. Daardoor stijgt het bbp.
Productiecapaciteit: wat je maximaal met je beschikbare middelen of productiefactoren kan
produceren. OP de korte termijn is de productiecapaciteit constant. Voor de verbetering van de
productiefactor kapitaal, innovatie, is veel tijd nodig. Eerst moet er onderzoek (research) gedaan
worden, vervolgens moeten de benodigde machines worden vervaardigd en tenslotte moet het
personeel worden bijgeschoold over de bediening van de machines. Je berekent de
productiecapaciteit als volgt: arbeidsaanbod x arbeidsproductiviteit
Het bbp wordt bepaald door de bestedingen en de productiecapaciteit.
Bezettingsgraad: in welke mate de productiecapaciteit wordt gebruikt.
De vraagkant/conjuncturele kant van de economie wordt gevormd door de bestedingen, de
productiecapaciteit is onderdeel van de aanbodkant/structurele kant van de economie.
Een goed ondernemingsklimaat heeft een stimulerende werking op investeringen en is dus gunstig
voor de groei van de economie op lange termijn. Investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O)
kunnen leiden tot innovatie: nieuwe producten en productieprocessen. Door innovatie is het
noodzakelijk om te investeren in menselijk kapitaal. Innovatie is essentieel voor en nationale
economie die zich staande moet houden in een economie die steeds internationaler wordt. De
overheid stimuleert investeringen in onderzoek en ontwikkeling d.m.v. fiscale voordelen. Bovendien
kunnen aan bepaalde uitvindingen patent worden toegekend.
Technologische vernieuwing leidt tot creatie en destructie van werkgelegenheid. Omdat e-mail de
plaats inneemt van brieven, verdwijnt de postbode steeds meer. Omdat mensen steeds meer online
shoppen, zien we meer pakketbezorgers. De voortdurende innovatie, waarbij succesvolle toe-
passingen van nieuwe technieken de oude technieken vernietigen, noemen we creatieve destructie.
Structurele ontwikkeling/trendmatige groei/trend: de gemiddelde groei van de productie over een
langere periode. Deze komt overeen met de groei van de productiecapaciteit en wordt bepaald door
de ontwikkeling van de productiefactoren arbeid, kapitaal, natuur en ondernemerschap, ook wel
aanbodfactoren. Het gaat daarbij zowel om de kwantiteit als de kwaliteit.
Verbetering van de kwaliteit van arbeid leidt tot een hogere arbeidsproductiviteit, de productie per
werknemer in een bepaalde tijd. De arbeidsproductiviteit wordt bepaald door een aantal factoren:
Scholing van de beroepsbevolking
Specialisatie. Door arbeidsdeling en het feit dat mensen zich in bepaalde beroepen
specialiseren, stijgt de arbeidsproductiviteit en neemt de productie toe.
Ervaring/knowhow
Gezondheid. Het gaat niet alleen om een gezonde levensstijl buiten het bedrijf, maar ook hoe
de arbeidsomstandigheden zijn binnen het bedrijf. Een goede gezondheid is bevorderlijk voor
de productiviteit.
De arbeidsproductiviteit bepaalt mede de internationale concurrentiepositie van bedrijven. Die
positie is afhankelijk van de prijs waarvoor de bedrijven hun product op de wereldmarkt aanbieden.
Hoe lager de prijs, hoe sterker de concurrentiepositie. De prijs wordt in sterke mate bepaald door de
productiekosten. Hierbij spelen de loonkosten en de arbeidsproductiviteit een belangrijke rol. De
loonkosten per product zijn afhankelijk van de loonkosten per werknemer en de
arbeidsproductiviteit.
Critici stellen dat een hoge belasting- en premiedruk een belemmering vormt voor de economische
groei. Volgens hen is het verschil tussen de loonkosten en het nettoloon (besteedbaar inkomen) te
Hier links zie je twee voorbeelden van een opbouw van de loonkosten. De
wig is bij beide landen heel verschillend. Hoewel de nettolonen gelijk zijn,
zijn de loonkosten in land A veel hoger. Dat leidt tot hogere prijzen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.