Heel hoofdstuk 3 'Kringlopen' uit Economische crisis LWEO van economie samengevat waaronder ook informatie uit de opdrachten(zie ook de bundel Economische crisis voor het gehele boek). De stof is 'up to date' dus ook informatie uit de appendix is erin opgenomen. Ik heb zelf figuren zoals tabellen e...
Economische Crisis Hoofdstuk 3, kringlopen
Een resultatenrekening stel je op om het resultaat Productiefactor Vorm van inkomen
(winst of verlies) van een onderneming te bepalen. Je Arbeid Loon
moet hierbij o.a. rekening houden met de Kapitaal Rente of huur
productiefactoren Ondernemerschap Winst
Natuur Pacht
Toegevoegde waarde: de waarde die toegevoegd
wordt aan de inkoopwaarde van een product. Deze bestaat bijvoorbeeld uit loon en rente. Er zijn
twee soorten toegevoegde waarde:
Bruto toegevoegde waarde: de omzet min de inkoopwaarde
Netto toegevoegde waarde: bruto toegevoegde waarde – afschrijvingen. Deze is gelijk aan de
som van beloningen van de leveranciers van de productiefactoren oftewel het totale inkomen
dat in het productieproces verdiend wordt. Je kunt dus zeggen:
Netto toegevoegde waarde= productie(waarde)= primair inkomen
Primair inkomen: he totale inkomen dat in een productieproces verdiend wordt
Afschrijvingen: het apart leggen van geld om je kapitaalgoederen te kunnen vervangen
Microniveau: het niveau van een individueel bedrijf
Macroniveau: alle bedrijven in een land samen
Een bedrijfskolom wordt gevormd door alle opeenvolgende productiestadia van een
product. Deze loopt van oerproduct(houthandelaar) tot en met het kant-en-klare
eindproduct(tafel). Een schakel van een bedrijfskolom bestaat uit bedrijven die dezelfde
soort productie verrichten. Deze bedrijven vormen een bedrijfstak. Tussen bedrijfstakken
wordt handel gedreven via markten. Hier rechts zie je een voorbeeld van een bedrijfskolom:
Om de totale productie binnen een bedrijfskolom te bereken tel je de toegevoegde waarde
of productiewaarde van de afzonderlijke bedrijfstakken bij elkaar op.
Omdat niet-commerciële bedrijven (b.v. overheid) hun producten niet via de markt leveren en er
geen reële prijs is, bereken je de productie bij deze bedrijven door de lonen die ze uitbetalen op te
tellen. Zo kom je dus aan de toegevoegde waarde.
Tel je de toegevoegde waarde van de niet-commerciële sector bij de toegevoegde waarde van de
particuliere sector op, dan krijg je het BBP.
BBP: (bruto binnenlands product) de totale productiewaarde in een land
NBP: (netto binnenlands product) de som van alle verdiende primaire inkomens in het land
Welvaart: de mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. Er zijn verschillende manieren
om een maatstaaf te maken voor welvaart. De simpelste manier is welvaart gelijkstellen aan de
inkomens. Hoe meer inkomen, hoe meer je kunt kopen en hoe meer je in je behoefte kunt voorzien.
Als maatstaaf voor de welvaart van een land kan je het BBP gebruiken. Wil je de welvaart van landen
vergelijken dan moet je kijken naar BBP per inwoner aangezien landen qua inwoners veel kunnen
verschillen. Maar het nominaal BBP is niet geweldig, want het zegt niets over de hoeveelheid
producten een inwoner kan kopen. Als de prijzen van de producten in een land laag zijn, kan de
koopkracht hoog zijn.
Een betere maatstaaf om welvaart te meten is het reële BBP per inwoner. Er wordt dan gekeken naar
de verandering van het reëel BBP. Wanneer je het BBP gebruikt om de welvaart vast te stellen, nome
je dat welvaart in enge zin. Ook deze maatstaaf heeft zijn beperkingen:
Het zegt niks over de verdeling van het inkomen in een land
Vrijwilligers, huishoudelijke werk en zwart werk zijn niet meeberekend
De negatieve effecten worden niet in mindering gebracht
Er wordt geen rekening gehouden met de uitputting van natuurlijke hulpbronnen
Welvaart in ruime zin: Wanneer je wel rekening houdt met kwalitatieve aspecten zoals uitputting
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.