100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
[SAMENVATTING] Antoine Braet, Retorische kritiek. Hoe beoordeel je overtuigingskracht? (Den Haag 2011) $6.99   Add to cart

Summary

[SAMENVATTING] Antoine Braet, Retorische kritiek. Hoe beoordeel je overtuigingskracht? (Den Haag 2011)

12 reviews
 744 views  78 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Retorische kritiek. Hoe beoordeel je overtuigingskracht? (Den Haag 2011) van Antoine Braet.

Last document update: 1 year ago

Preview 6 out of 36  pages

  • Yes
  • November 8, 2017
  • May 16, 2023
  • 36
  • 2022/2023
  • Summary

12  reviews

review-writer-avatar

By: jortnawijn • 1 month ago

review-writer-avatar

By: ankeverbeek • 6 months ago

review-writer-avatar

By: renskevanelderen • 1 year ago

review-writer-avatar

By: ashabani • 1 year ago

review-writer-avatar

By: annekariokkerse2 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Pollieman • 1 year ago

review-writer-avatar

By: donyagroen44 • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
SAMENVATTING ANTOINE BRAET,
RETORISCHE KRITIEK. HOE
BEOORDEEL JE
OVERTUIGINGSKRACHT? (DEN HAAG
2011)

,Samenvatting Braet, Retorische kritiek (2011)




Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding.............................................................................................................................2
1.1 Onderwerp, doel en werkwijze van dit boek................................................................................2
1.2 Retorische situaties......................................................................................................................3
1.3 Aandacht, begrip en aanvaarding.................................................................................................4
Hoofdstuk 2 De retoriek van de inhoud..................................................................................................5
2.1 Inleiding........................................................................................................................................5
2.2 Standpunten, verdedigingslinies en bewijslast.............................................................................5
2.3 Argumenten en weerleggingen....................................................................................................8
2.4 Niet-argumentatieve middelen...................................................................................................11
2.5 Nabeschouwing over topen en topieken....................................................................................14
Hoofdstuk 3 De retoriek van de ordening............................................................................................16
3.1 Inleiding......................................................................................................................................16
3.2 De standaardordening van het klassieke strafpleidooi...............................................................16
3.3 Afwijkende ordeningen van strafpleidooien...............................................................................18
3.4 De ordening van andere betogen...............................................................................................18
Hoofdstuk 4 De retoriek van de verwoording.......................................................................................19
4.1 Inleiding......................................................................................................................................19
4.2 De vier stijldeugden....................................................................................................................19
4.3 Beeldspraak en stijlfiguren.........................................................................................................21
4.4 Stijlniveaus en functies van stijlfiguren.......................................................................................28
Hoofdstuk 5 De retoriek van de presentatie.........................................................................................31
5.1 Inleiding......................................................................................................................................31
5.3 Mondelinge voordracht..............................................................................................................31
5.4 Schriftelijke vormgeving.............................................................................................................32
Hoofdstuk 6 Retorische kritiek.............................................................................................................33
6.1 Inleiding......................................................................................................................................33
6.2 Een methode..............................................................................................................................33




1

,Samenvatting Braet, Retorische kritiek (2011)




Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Onderwerp, doel en werkwijze van dit boek

Betogen
In dit boek draait het om betogen. Dat wil zeggen mondelinge of schriftelijke teksten waarin
sprekers of schrijvers standpunten verkondigen. En waarin ze argumenten aanvoeren, want ze
willen de luisteraars of lezers van de juistheid van hun standpunten overtuigen.
Er zijn veel soorten betogen, die op allerlei manieren van elkaar onderscheiden kunnen
worden. Zo bestaan er lange en korte betogen. Nog één ander onderscheid is dit: betogen
kunnen een privékarakter hebben en een publiek.
Omdat dit boek aansluit bij de klassieke retorica krijgen daarvan drie soorten klassieke
betogen een voorkeursbehandeling: gerechtelijke pleidooien, politieke redes en
gelegenheidstoespraken.

Retoriek
De term retoriek staat voor de retorische middelen om een tekst doel- en publiekgericht te
maken. Bij een betogende tekst gaat het om overtuigingsmiddelen. Omdat het gebruik van
deze middelen leidt tot een tekst met bepaalde eigenschappen, kan retoriek ook opgevat
worden als de retorische eigenschappen van een tekst. De belangrijkste retorische
eigenschappen zijn boeiendheid, duidelijkheid en aannemelijkheid.
De term ‘retoriek’ is verwant aan het woord ‘retorica’. Dit laatste woord betekent ‘de
leer van de welsprekendheid’ of ‘de leer van het overtuigend spreken’. Deze leer is
ontwikkeld in de klassieke oudheid. De retorici gaven adviezen voor alle aspecten van een
tekst die retorisch relevant zijn: de inhoud, de ordening, de verwoording en de presentatie.
Voor elk van die vier aspecten bestaan retorische middelen of vormen van retoriek.

Retorische analyse en kritiek
De overtuigingskracht of effectiviteit van een betoog hangt af van de keuze die de spreker of
schrijver heeft gemaakt uit de beschikbare retorische middelen. Wat een retorische criticus
dus moet doen, is nagaan of er een goede keuze is gemaakt uit die middelen. Dit veronderstelt
in de eerste plaats dat de criticus in het algemeen weet welke retorische middelen, welke
vormen van retoriek, een opsteller van een betoog allemaal ter beschikking staan.
In de tweede plaats moet de criticus in staat zijn in het bijzondere geval van een
bepaald betoog in te schatten hoe groot de kans is dat het beoogde publiek erdoor overtuigd
zal worden.

De klassieke retorica als apparaat voor moderne retorische kritiek
De oudste leer van overtuigingsmiddelen is in ongeveer vijf eeuwen ontwikkeld. Van de
oudste overgeleverde werken is de belangrijkste de Rhetorica van Aristoteles, uit ongeveer
330 v.C.
Omdat de observaties en analyses van klassieke retorici weinig aan geldigheid hebben
ingeboet, zijn ze ook geschikt als uitgangspunt voor analyse en kritiek van moderne betogen.

2

,Samenvatting Braet, Retorische kritiek (2011)


De retorica beschrijft, om zo te zeggen, de universele retorische competentie van de homo
sapiens.
Er bestaan verschillende redenen om vóór of naast moderne inzichten kennis te nemen
van klassieke gedachten. De belangrijkste reden is dat in de klassieke retorica, anders dan in
de moderne specialismen, alle kanten van betogen aan bod komen, en dat in onderling
verband. Klassieke retorici probeerden een totaalbeeld te vormen van het overtuigen van een
publiek met behulp van betogen.

1.2 Retorische situaties

Betogen kun je slechts op waarde schatten als je op meer let dan de mondelinge of
schriftelijke tekst zelf. Zo maakt het veel uit wie de spreker of schrijver is. Het publiek is een
nog veel bepalender factor.

Het grondpatroon van retorische situaties: de driehoeksverhouding
Een aantal vaste typen communicatiesituaties doet de nodige invloed gelden op de eisen die
aan een betoog gesteld kunnen worden. Die typen kunnen om te beginnen in twee
hoofdsoorten onderverdeeld worden: een [1] tweepartijensituatie en een [2]
driehoeksverhouding. In de eerste situatie richten de argumenterende partijen zich tot elkaar,
men probeert elkaar te overtuigen. In de tweede situatie richten de argumenterende partijen
zich niet tot elkaar, men probeert niet elkaar te overtuigen, men richt zich tot een derde
instantie en probeert die voor zijn standpunt te winnen.

Drie typen klassieke situaties: rechtszaken, politieke vergaderingen en
gelegenheidsbijeenkomsten
De klassieke retorica gaat over betogen die in drie typen situaties worden gehouden. In al die
situaties bestaan een driehoeksverhouding tussen partij [1], partij [2] en beoordelende
instantie [3].
Het gerechtelijk proces kan als prototypisch voor de klassieke retorica gelden. In dit
geval zijn er drie welomschreven rollen: de aanklager, de beschuldigde en de rechter. Ieder
moet zijn rol volgens de procesregels spelen. Zowel in de oudheid als tegenwoordig is de
gerechtelijke situatie de meest gereglementeerde van alle retorische situaties.
Voor het politieke overleg bestonden en bestaan ook veel voorschriften, maar toch
duidelijk minder dan voor de gerechtelijke. Hier zijn de drie retorische rollen niet zo duidelijk
aanwijsbaar. Ten eerste hoeft er niet altijd een tegenpleiter te zijn. Ook is de derde instantie in
dit geval niet (helemaal) gescheiden van de sprekende partijen.
De derde retorische situatie, de gelegenheidssituatie, waaronder bijvoorbeeld een
grafrede valt, wijkt nog meer af van het grondpatroon. Gelegenheidssituaties zijn veel minder
gereglementeerd dan gerechtelijke of politieke. Er bestaan bijvoorbeeld ook helemaal geen
stemprocedures. Het publiek vraagt zich in dit soort situaties ook niet zozeer af of het
overtuigd is door de spreker, maar of de spreker de gemeenschappelijke gevoelens goed
vertolkt heeft.



3

,Samenvatting Braet, Retorische kritiek (2011)


Moderne typen situaties
Alle drie de typen klassiek-retorische situaties bestaan nog en ze hebben ook niets aan belang
ingeboet. Maar er zijn veel typen situaties bijgekomen.
Denk aan allerlei soorten situaties waarin reclame gemaakt wordt, van direct mail tot
billboards, en aan rekken met voorlichtingsfolders. Omdat in deze situaties veel moeite
gedaan moet worden om de aandacht van het publiek te trekken, raakt de argumentatie in dit
geval vaak ondergesneeuwd door de aandachttrekkers. Verder zijn de twee partijen en de
onafhankelijke beoordelaar meestal ver te zoeken. Toch bestaan er ook belangrijke
overeenkomsten tussen deze situaties en de klassieke betogen: zowel in doel (beïnvloeding)
als in retorische middelen.

1.3 Aandacht, begrip en aanvaarding

Drie basisvoorwaarden voor communicatie
Welk doel een spreker of schrijver ook wil bereiken, hij zal er altijd voor moeten zorgen dat
zijn tekst aan drie basisvoorwaarden voldoet. In de eerste plaats moet hij de aandacht van zijn
gehoor of lezers zien te trekken en vast te houden. Vervolgens moet zijn tekst ook begrepen
worden, hij moet ervoor zorgen dat men een juist begrip van de boodschap krijgt. Maar als je
niet geloofd wordt, is je poging om te overtuigen nog steeds niet geslaagd. De derde
voorwaarde is daarom aanvaarding van wat je zegt.

Aandacht, begrip en aanvaarding bij betogen
Een eerste probleem is dat betogen vaak nogal lang zijn. Dat maakt vooral het vasthouden van
de aandacht lastig. Een andere hindernis is dat het publiek in bepaalde gevallen maar matig
geïnteresseerd is in het onderwerp van de tekst.
Betogen gaan vaak over tamelijk ingewikkelde kwesties. Bijna altijd heb je behoorlijk
wat achtergrondkennis nodig om tot echt begrip in staat te zijn. Zeker bij matige interesse zal
het publiek snel de draad kwijtraken.
Nog lastiger is het om een betoog aanvaard te krijgen. Een betoog is immers gericht
tot twijfelaars of tegenstanders. Die aanvaarden het betoog pas als ze overtuigd raken van het
verkondigde standpunt.
Mensen van vlees en bloed laten zich overigens niet alleen door argumenten
beïnvloeden. Afhankelijk van het onderwerp is het mobiliseren van gevoelens soms een
effectiever middel.

Ideale en reële situaties
Van een ideale situatie is sprake wanneer de personen tot wie het betoog gericht is ideale
beoordelaars zijn. Dat wil zeggen personen die met geconcentreerde aandacht het betoog
volgen, die in staat zijn om het goed te begrijpen en die hun oordeel louter laten afhangen van
zakelijke argumenten. Dit ideaal wordt het dichtst benaderd in zuiver wetenschappelijke
communicatiesituaties en ook in de gerechtelijke situatie. Maar de meest reële situaties wijken
toch meer of minder van het ideaal af: noch op aandacht, noch op begrip, noch op louter
afgaan op argumenten kan zonder meer worden gerekend.


4

, Samenvatting Braet, Retorische kritiek (2011)




Hoofdstuk 2 De retoriek van de inhoud

2.1 Inleiding

Argumentatieve en niet-argumentatieve middelen
De klassieken onderscheiden twee soorten middelen bij de retoriek van de inhoud. De
belangrijkste zijn de argumentatieve middelen, die gevormd worden door het standpunt en de
argumenten. Minder belangrijk, maar meestal toch onmisbaar, zijn de niet-argumentatieve
middelen. Daartoe behoren inleidende en afsluitende opmerkingen, achtergrondinformatie en
de irrationele persuasiemiddelen ethos en pathos.

2.2 Standpunten, verdedigingslinies en bewijslast

Standpuntbepaling eerst
Volgens Hermagoras van Temnos, een zeer invloedrijk retoricileraar rond 150 v.C., moet
iemand die een betoog voorbereidt, beginnen met het kiezen van zijn standpunt. De reden
hiervoor is dat het hele betoog op deze keuze moet worden afgestemd.
Er vallen twee groepen standpunten te onderscheiden: de standpunten waarmee partij
[1] de discussie opent en de standpunten die partij [2] daartegenover kan plaatsen.

Drie klassieke typen standpunten, met bijbehorende verdedigingslinies
Het soort standpunt dat de inzet vormt van strafprocessen is een beschuldiging. Algemeen
verwoord komt een beschuldigend standpunt hierop neer: de beschuldigde heeft zich schuldig
gemaakt aan misdaad x (en moet daarom gestraft worden). De aanklager, partij [1] moet dit
standpunt beargumenteren. De beschuldigde krijgt als partij [2] de kans hierop te reageren. De
rechter moet zich afvragen of hij overtuigd is geraakt van de juistheid van het standpunt.
In een schema kunnen de posities in een strafgeding zo weergegeven worden:

Aanklager Rechter Beschuldigde
Standpunt: beschuldigde Geen standpunt (onschuldig Geen standpunt (onschuldig
heeft zich schuldig gemaakt tot het tegendeel blijkt) tot het tegendeel blijkt)
aan misdrijf x
Bewijslastpunten: Vraagpunten: Verdedigingslinies:
1. Bewijzen dat de 1. Gepleegd? (Feit 1. Ontkennen/betwijfelen
beschuldigde de daad bewezen?) 2. Anders
gepleegd heeft 2.Valt eronder? (Feit omschrijven/betwijfelen
2. Bewijzen dat die daad strafbaar?) 3. Beroep op
onder misdrijf x van de wet 3. Aanwezig? rechtvaardigende of
valt (Strafuitsluitingsgronden?) verontschuldigende
3. Weerleggen dat er 4. Aanwezig? omstandigheden
rechtvaardigende of (Procedurefouten?) 4. Beroep op
verontschuldigende procedurefouten
omstandigheden waren
5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annalisa21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$6.99  78x  sold
  • (12)
  Add to cart