, Hoofdstuk 1: Inleiding
Celleer (cytologie) is begonnen met de uitvinding van de microscoop (hooke). Het staat eigenlijk
tegenover histologie wat de leer van de weefsels is. Cellen zijn eigenlijk de basis van al het leven.
Pasteur heeft uiteindelijk de definiteve celtheorie op punt gesteld: Cellen zijn de kleinste
anatomische en functionele eenheden van leven en worden gemaakt uit andere cellen en zijn in
staat om hun inwendig milieu stabiel te houden. Een eerste onderscheid dat we maken is eencellig
vs meercellig leven. De celtheorie bestaat uit 4 basisconcepten:
1. Cellen zijn de bouwstenen van alle planten en dieren
2. Cellen zijn de kleinste functionerende eenheden van leven
3. Cellen worden gevormd door deling van cellen
4. Cellen hebben een inwendig evenwicht (homeostase)
We hebben twee grote families van cellen: de goed gespecialiseerde
eukaryoten en de weinig gespecialiseerde prokaryoten. Maar toch zijn
alle cellen gekenmerkt door een identieke basischemie, dit is het
centrale dogma van de celbiologie. DNA -> mRNA -> eiwit.
tegenwoordig moet hier wel een nota worden bijgemaakt omdat we
soms ook aan mRNA-editing gaan doen. Dit kan de deaminatie van
adenosine zijn in het DNA waardoor er inosines verschijnen die dan
vertaald worden als guanines. Een cel bestaat uit drie delen:
1. Celmembraan
2. Cytoplasma
3. Celkern
Alle cellen zijn dus op dezelfde manier opgebouwd, maar sommige groepen hebben zich
gespecialiseerd. Alles begint bij de zygote die via klievingsdelingen gaat verkleinen in blastomeren.
Na 16 blastomeren (morula) ontstaat er een blastocyst en dan een embryo. In het embryo zitten er
embryonische stamcellen die zich gaan differentieren op basis van specifieke gen-activaties en
omgevingsfactoren. Hieruit ontstaan er 4 groepen cellen:
Hoofdstuk 2: Celmembraan
Het eerste deel is het celmembraan (een “velletje” die rond elke cel
ligt). Het is een extreem dunne barriere die voor stevigheid en passage
(uitwisseling van stoffen) gaat zorgen. Het celmembraan bestaat uit 3
verschillende bouwstenen:
1. Lipiden (glycerol-fosfolipiden, spingo-lipiden en sterolen)
2. Eiwitten (transmembranair en perifeer)
3. Suikers (glyco-proteine en glyco-lipiden complexen)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dockx101. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.72. You're not tied to anything after your purchase.