100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding onderwijswetenschappen $6.42
Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding onderwijswetenschappen

2 reviews
 512 views  48 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting literatuur + belangrijkste modellen uit hoorcolleges

Preview 3 out of 30  pages

  • October 25, 2023
  • 30
  • 2023/2024
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: guidoslabak • 2 weeks ago

review-writer-avatar

By: deniselodder1310 • 3 months ago

avatar-seller
Week 1 – Startcollege
Literatuur

Biesta - Good education in an age of measurement: on the need to reconnect with the question of
purpose in education.

1 What is education for?
Drie verschillende functies: kwalificatie, socialisatie en subjectieve functie van het onderwijs.

Kwalificatie van kinderen, jongeren en volwassenen. Het ligt in het verschaffen van de kennis,
vaardigheden en begrip, en vaak ook van de neigingen en beoordelingsvormen die hen in staat stellen
‘iets te doen’ – een ‘doen’ die kunnen variëren van zeer specifiek (zoals in het geval van een opleiding
voor een bepaalde baan of beroep, of een opleiding voor een bepaalde vaardigheid of techniek) tot
veel algemener (zoals in het geval van de introductie in de moderne cultuur of westerse beschaving,
het aanleren van levensvaardigheden, enzovoort).

Socialisatie heeft te maken met de vele manieren waarop we, door middel van onderwijs, lid worden
van en deel uitmaken van bepaalde sociale, culturele en politieke ‘orden’. Er kan geen twijfel over
bestaan dat dit een van de daadwerkelijke ‘effecten’ van onderwijs is, aangezien onderwijs nooit
neutraal is, maar altijd iets representeert en dit op een bepaalde manier doet.

Subjectiviteit refereert naar het proces wat een individu doorgaat en staat tegenover socialisatie. Het
doel is om meer autonoom en onafhankelijk te zijn in denken en handelen van een individu.

2 Two examples: Citizenship education and mathematics education
In de literatuur wordt geneigd om burgerschapseducatie te beperken tot kwalificatie; het verschaffen
van kennis, vaardigheden en instelling aan kinderen en jongeren, ook wel burgerschapsdimensies
(citizenship dimensions) genoemd. In dit geval wordt het gezien als aan de ene kant politieke
geletterdheid; kennis over rechten en plichten van burgers en de werking van het politieke systeem en
aan de andere kant een volwaardige vorm van kritische politieke geletterdheid; dynamiek van politieke
processen en praktijken kritisch analyseren.

Angst voor expliciete politieke socialisatie; angst om gezien te worden als voorstander van
indoctrinatie van bepaalde politieke waarden en overtuigingen. Dit wordt meestal uitgedrukt door het
idee dat burgerschapseducatie moet wegblijven van partijpolitiek. Vaak is burgerschapseducatie
gebaseerd op de opvattingen over wat een goede (vaak gehoorzame) burger is.

Moet burgerschapseducatie ook niet de ruimte geven om politieke keuzevrijheid serieus te nemen?
Deze opvatting wordt ook wel subjectificatiedimensie van onderwijs genoemd. Politieke kennis en
begrip (kwalificatie) kunnen een belangrijk element zijn voor de ontwikkeling van politieke manieren
van zijn en doen (subjectificatie), net zoals een sterke focus op socialisatie in een bepaalde
burgerschapsorde feitelijk kan leiden tot weerstand die op zichzelf kan worden tegengegaan.

Vergelijking met wiskundeonderwijs; overdracht van een bepaald geheel van kennis en vaardigheden,
is gebaseerd op een bepaalde epistemologie. Als we wiskunde niet zien als een geheel van kennis en
vaardigheden, maar als een sociale praktijk – een praktijk met een bepaalde geschiedenis en met een
bepaald sociaal ‘heden’ – kunnen we zelfs beginnen een grondgedachte voor wiskundeonderwijs te
ontwikkelen die een centrale plaats voor socialisatie biedt.

Hoorcollege

,Wisselwerking niveaus
Macro  meso & micro: Beslissingen op beleidsniveau hebben invloed
op organisatie/ infrastructuur van scholen en leren van leerlingen

(Andersom) Meso & micro  macro Ervaren dilemma’s onderwijs-
praktijk zijn vaak aanleiding voor beleidsveranderingen

Micro  meso & macro: Beslissingen op microniveau hebben effect op
scholen en bredere arbeidsmarkt en samenleving

(Andersom) Meso & macro  micro: Niet alleen school, maar ook samenleving, arbeidsmarkt, ouders
en wetenschappers hebben invloed op leerprocessen in de klas

Doelen van onderwijs (Biesta, 2009)
Kwalificatie: verwerven van kennis, vaardigheden en houdingen die mensen kwalificeren om iets te
doen

Socialisatie: de wijze waarop, middels het onderwijs, mensen deel worden van sociale, culturele en
politieke tradities en praktijken: overdracht van normen en waarden

Subjectivering: tegenovergestelde van socialisatie, ontwikkeling van de individualiteit en subjectiviteit
van mensen




Week 2 – Basiscollege Onderwijssociologie
Literatuur

Het onderwijsstelstel en kansengelijkheid: op zoek naar een meritocratie (Mijs, 2016)

, 1 Inleiding
Hoe, op basis van theorie en onderwijspraktijk, richten we het onderwijsstelsel zo in dat het gelijke
kansen biedt aan alle leerlingen, ongeacht hun sekse, sociale herkomst en etniciteit?

1.1 Het ontwerpen van een meritocratie
Meritocratie is een systeem waarin mensen op waarde worden geschat. Merite = waarde, geleverde
prestatie. Op school is dit een diploma, rapport of cijfers die gebaseerd zijn op en een goeie reflectie
geven van de inzit en prestaties van leerlingen.
Meerdere obstakels: niet iedereen krijgt een kans, meten van kennis en vaardigheden leerlingen lastig,
autonomie van leerkracht die vaak subjectief is en als laatste verschillende startposities van kinderen
uit verschillende milieus.

2 Kenmerken van onderwijsstelsels
Vier kenmerken van het onderwijsstelsel: 1. Mate van differentiatie; 2. Mate van flexibiliteit; 3. Mate
van beroepsoriëntatie; 4. Mate van standaardisering van het onderwijsstelsel.

2.1 Differentiatie
Welke verschillende typen onderwijs worden aangeboden, welke verschillende oriëntaties of niveaus
bedoeld voor dezelfde leeftijdsgroep? In het geval van vmbo, havo en vwo spreek je van een
ongedifferentieerd basisonderwijs en gedifferentieerd secundair onderwijs. Nederland: sterk
gedifferentieerd, want er zijn veel onderwijsstromen naast elkaar en leerlingen worden op vroege
leeftijd voor een bepaald schooltype geselecteerd.
Denemarken: zwakke differentiatie, want voor een groot deel maar één onderwijsstroom, leerlingen
kiezen pas rond hun 15e of 16e welke onderwijsniveau zij willen doen.

2.2 Flexibiliteit
In welke mate kan je overstappen tussen verschillende onderwijsstromen? Flexibel als er meer
overstapmogelijkheden bestaan. Drie overstapmogelijkheden: 1. Via andere niveaus op het gewilde
niveau komen; 2. Nog geen vastgesteld niveau (bijv. brugklas); 3. De mogelijkheid om van niveau te
wisselen. Het is lastiger over te stappen als een school bijvoorbeeld alleen gymnasium of athenea
aanbiedt. Een andere vorm van onderwijsstelsel is het Amerikaanse stelstel, waar leerlingen per vak
een niveau kunnen kiezen. Dit wordt gezien als een flexibelere vorm, omdat leerlingen tot de
afrondende fase van niveau kunnen wisselen.

2.3 Beroepsoriëntatie
Is het onderwijsstelsel gericht op een bepaald beroep of specifieke arbeidsmarktsector? Nadruk op
specifieke cognitieve, sociale en praktische vaardigheden die passen bij een bepaald beroepsveld.
Sterke beroepsoriëntatie als één of meerdere onderwijsstromen goed aansluiten op de arbeidsmarkt.

2.4 Standaardisering
Gelijkschakelen van het curriculum of schoolprogramma, examen, financiering en salaris. Bij hoge
standaardisering is er een bepaalde standaard overeengekomen die van alle scholen worden verwacht.
Onderscheid tussen standaardisering van input en output. Input betreft een nationale standaardisering
van de voorwaarden waaronder een schoolorganisatie haar lessen aanbiedt (budget, inhoud
curriculum, opleiding). Output gecentraliseerde toetsen die prestaties vergelijkbaar maken.

3.1 Stelselkenmerken en kansengelijkheid
Hoe langer een leerling de kans krijgt zijn of haar talenten in het onderwijs te ontplooien, des te groter
de kans dat eventuele achterstand (samenhangend met ouderlijke milieu), leefomstandigheden of
nadelige omstandigheden te boven kan komen. Hoe vroeger het selectiemoment, des te groter rol van
ouderlijk milieu en de leefomstandigheden op de schoolloopbaan van de leerling.

Differentiatie Flexibiliteit Beroepsoriëntatie Standaardisering
Kansengelijkheid - + +/- +

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evajanine. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  48x  sold
  • (2)
Add to cart
Added