Dit is een samenvatting voor het vak Forensische psychopathologie in de minor Werken in gedwongen kader. De samenvatting is gebaseerd op de literatuur uit het boek ´Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk.´
, Leerdoelen
Weekthema’s Leerdoelen
Week 1: Inleiding forensische De student kan de kernbegrippen uit de forensische
psychiatrie en psychopathologie psychiatrie en psychopathologie (diagnose, psychische
stoornissen, psychopathologie en forensische
psychiatrie) uitleggen.
De student kan de relatie tussen forensische
psychiatrie en psychopathologie en het sociaal
agogisch werk in het
gedwongen kader beschrijven.
Week 2: Psychiatrisch onderzoek en De student begrijpt het begrip
(on)toerekeningsvatbaarheid (on)toerekeningsvatbaar- heid en kent de
verschillende vormen.
De student kan het specifieke verband tussen de
belangrijkste psychische stoornissen en daderschap
versus slachtofferschap toepassen en analyseren.
Week 3: Stoornissen ontstaan in de De student begrijpt de verschillende stoornissen die
jeugd: Neurobiologische ontstaan in de jeugd.
ontwikkelingsstoornissen
Week 4: Verslavingsproblematiek De student begrijpt het verband tussen
verslavingsproblematiek en forensische psychiatrie en
kan hier naar handelen.
Week 5: Psychotische stoornissen De student begrijpt diverse begrippen (psychotische
stoornissen, schizofrenie, wanen en hallucinaties)
De student kan de relatie tussen psychotische
stoornissen en de forensische psychiatrie
beschrijven.
Week 6: Seksuele stoornissen en De student heeft een visie hoe
zedendelinquenten zedendelinquenten behandeld worden en
kunnen resocialiseren in de maatschappij.
Week 7: Persoonlijkheidsstoornissen De student kan de relatie tussen
persoonlijkheidsstoornissen stoornissen en de
forensische psychiatrie beschrijven.
3
, Week 1: Inleiding forensische psychiatrie
Hoofdstuk 1 Psychiatrische stoornis en diagnostiek
Psychiatrische ziekte
De definitie van een psychiatrische ziekte is: een stoornis in de cognitieve, affectieve en/of
conatieve functies, die gepaard gaat met significante lijdensdruk in het sociaal functioneren.
→ Zie ook waardeaspect blz 28
Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek
Het doel van psychiatrische diagnostiek is:
1. Het vaststellen of er sprake is van een stoornis;
2. Zoja, welke stoornis;
3. Wat de mogelijke oorzaken zijn;
4. Wat de aangewezen behandeling is;
De psychiater probeert te achterhalen welke psychische klachten en verschijnselen er zijn, en
beschrijft die als symptomen van verschillende psychische functies.
Onderdelen:
- Anamnese: het vragen naar psychiatrische klachten en mogelijke oorzaken
- Eigenlijke onderzoek: het vaststellen van psychiatrische symptomen
Diagnose
Een psychiatrische diagnose heeft als doel het verklaren en begrijpen van de toestand van de
betrokkene om een doeltreffende behandeling te kunnen kiezen. Het gaat hierbij om meerdere
aspecten.
- Symptomen in de samenhang en hun ontwikkeling
- Mogelijke lichamelijke, psychische en sociale oorzaken aandoening
- Sterke en zwakke kanten persoonlijkheid van betrokkene
Methodisch dualisme
Materiewetenschappelijk: Psychiatrische stoornissen kunnen veroorzaakt worden door
lichamelijke factoren. De psychopathogenetische processen kun je verhelderen door
objectief te kijken naar de structuren en functies van de hersenen die een verstoring kunnen
veroorzaken. Het gaat uit van het lichaam, substraat hersenen, neurobiologie, objectieve
blik, verklaren, psychopathogenese en farmacotherapie.
- Betekeniswetenschappelijk: Psychische ervaringen kunnen leiden tot psychiatrische
stoornissen. Het interpreteren en betekenis geven aan gebeurtenissen, psychopathogeen
kun je dit veranderen door een andere betekenis hieraan te geven. Het gaat uit van de
4
,geest, psyche, subjectieve blik, begrijpen en psychopathogenese.
Betrouwbaarheid van een diagnose
Het DSM-classificatiesysteem heeft door het expliciteren van de voor een stoornis vereiste
kenmerken, de mate van tussenbeoordelaars betrouwbaarheid vergroot. Toch kan het
voorkomen dat verschillende onderzoekers, zoals gedragsdeskundigen in het kader van een
rapportage Pro Justitia, tot uiteenlopende diagnostische conclusies komen bij dezelfde
betrokkene.
Hoofdstuk 21- Rechtsposities in de gedwongen zorg: een overzicht
Systematiek en regeling van rechtspositie
Praktijk, knelpunten en toekomstige ontwikkelingen
5
, Week 2: Psychiatrisch onderzoek en (on)toerekeningsvatbaarheid
Week 2: Psychiatrisch onderzoek en (on)toerekeningsvatbaarheid
Hoofdstuk 18
Inleiding: relevantie van een psychische stoornis voor het recht
De aanwezigheid van een psychische stoornis kan relevant zijn voor het recht. In het civiele recht
(verhouding tussen burgers onderling), kan het gaan over handelingsbekwaamheid. Daarnaast kan
een psychische stoornis relevant zijn voor de aansprakelijkheid in verschillende rechtsgebieden.
Bijvoorbeeld letselschade oplopen van een psychische stoornis. Verder kan een psychische stoornis
relevant zijn bij het begrip gevaarlijkheid.
Methode van onderzoek
4.1 Indicatiestelling: soorten onderzoek
De eerste stap bij het verrichten van een gedragsdeskundige rapportage betreft het bepalen welk
type rapportage het meest geëigend is voor de beantwoording van de vragen. In de praktijk speelt
een consulterende psychiater een doorslaggevende rol bij het indiceren van het type onderzoek.
Afhankelijk van de veronderstelde problematiek wordt besloten tot een onderzoek door een
psycholoog of psychiater, of door twee deskundigen van verschillende disciplines.
Het onderzoek dat alleen door een psycholoog of een psychiater wordt gedaan, wordt een
enkelvoudige rapportage genoemd. Wanneer er sprake is van een onderzoek door een psycholoog
en psychiater, wordt dit een multidisciplinaire rapportage genoemd. Bij het willen opleggen van
speciale maatregelen zoals tbs of een plaatsing in een psychiatrische instelling, vereist de wet dat er
dus zo´n multidisciplinair rapportage nodig is.
Verder kan de deskundige tijdens de zitting worden ondervraagd. Onder meer over hun werkwijze,
conclusies en de beperkingen van hun onderzoek. Een milieuonderzoek kan ook plaatsvinden.
Wanneer een milieuonderzoek er extra bij komt, wordt er een triple-rapportage gemaakt. Een
milieuonderzoek is een onderzoek naar de omgeving van de verdachte.
Bij onduidelijkheid of er sprake is van een psychische stoornis, kan er een tijdelijke observatie
plaatsvinden. Gedurende zeven weken wordt dit gedaan in een psychiatrische instelling of het Pieter
Baan Centrum.
4.2 Eisen aan het onderzoek en rapport
Een rapportage begint met de vermelding van de tenlastelegging(en) en de vraagstelling waarmee
zowel het onderwerp als de grenzen van het onderzoek worden aangegeven. De gedragsdeskundige
dient op inzichtelijke wijze uiteen te zetten welke op gronden hij tot zijn conclusies en
6
,beantwoording van de vragen is gekomen. Deze gronden dienen onderbouwd te worden door
vermelde feiten, omstandigheden en bevindingen.
Ook wordt er beschreven wat de duur was van de gesprekken met de onderzochte en het aantal
keer dat de gesprekken hebben plaatsgevonden. Voor de beantwoording van de vraag naar de
mogelijke aanwezigheid van een psychische stoornis worden de klachten geïnventariseerd en wordt
de eventuele psychiatrische voorgeschiedenis in kaart gebracht. Ook wordt er gevraagd of er
lichamelijke klachten zijn (geweest) en wordt aandacht besteed aan het gebruik van alcohol en
drugs. Daarnaast wordt de levensgeschiedenis in kaart gebracht. Het psychiatrisch onderzoek richt
zich op mogelijk aanwezige psychopathologie.
Knelpunten in de praktijk
6.1 Ontkennende verdachten
Het ontkennen van een verdachte tijdens een onderzoek kan de rapportage bemoeilijken maar
maakt het niet per direct onmogelijk. Naast de informatie van de verdachte wordt er ook gekeken
naar andere informatie, zoals eerdere rapporten of referenten. Deze kunnen ook bijdragen aan de
diagnostiek. Verder werkt de gedragsdeskundige altijd vanuit het ten laste gelegde als hypothese.
Dit maakt dat de gedragsdeskundige bij de beantwoording van de vraag naar
toerekeningsvatbaarheid hieraan toevoegt ´indien bewezen´.
Ook kan het voorkomen dat de verdachte het ten laste gelegde ontkent. Maar dat de verdachte wel
inzicht geeft over zijn gevoelens of gedachten en hoe hij zich toen gedroeg. Dit kan wel bijdragen aan
het onderzoek naar het ten laste gelegde en naar de toerekeningsvatbaarheid.
6.2 Geclaimde amnesie voor het ten laste gelegde
Sommige verdachten ontkennen het ten laste gelegde niet, maar menen dat zij zich niks meer
hiervan herinneren. Dit wordt delict-amnesie genoemd.
6.3 Weigerende verdachten
Op basis van het beginsel dat niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling kan een
verdachte weigeren mee te werken aan een gedragskundig onderzoek. Het weigeren hangt vooral
samen met de ontwikkelingen en de tenuitvoerlegging van de tbs die geslotener is geworden.
Hierdoor weigeren de verdachten doordat zij denken dat zij hiermee de tbs-maatregel kunnen
ontwijken.
Wanneer er sprake is van weigering van de verdachte, is de gedragsdeskundige gehouden aan zijn
opdracht een rapport uit te brengen. Verder is het mogelijk dat een verdachte weigert mee te
werken aan het onderzoek doordat deze lijdt aan een psychische stoornis. (Bijv. paranoïde). In geval
van weigering vanuit een psychische stoornis spreekt men van een ´pathologische weigeraar´.
6.4 Transculturele aspecten
Wanneer verdachte en deskundige elkaars taal niet spreken, wordt er een tolk ingeschakeld. Wel
wordt het door de taalbarrière alsnog moeilijk voor de beoordelaar om op de juiste wijze de
antwoorden van de verdachten te evalueren. Bij een andere culturele achtergrond is het wenselijk
een cultureel antropoloog in te schakelen. Hierbij wordt gekeken naar in hoeverre de verdachte zich
7
, ook met de Nederlandse cultuur heeft geïdentificeerd. Bij het beoordelen of het gedrag van een
verdachte binnen zijn cultuur als pathologisch wordt beschouwd, is het zinvol om deze vraag voor te
leggen aan anderen uit dienst sociale netwerk, zoals zijn familie.
Hoofdstuk 19 - Toerekeningsvatbaarheid en toerekenen
Inleiding
Het begrip (on)toerekeningsvatbaarheid is binnen het strafrecht gerelateerd aan begrippen als
schuld, schuldsluitingsgronden en opzet.
Schuld heeft bij schulduitsluitingsgronden de betekenis van verwijtbaarheid. Wanneer er geen
strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, wordt de mogelijkheid een straf op te leggen
weggenomen. Ontoerekeningsvatbaarheid is een schulduitsluitingsgrond en staat beschreven in
artikel 39 van het Wetboek van Strafrecht. Op grond van artikel 39 wordt onder
ontoerekeningsvatbaarheid het volgende verstaan: ´Niet strafbaar is hij die een feit begaat dat hem
wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden
toegerekend´.
Een andere schulduitsluitingsgrond is psychische overmacht (art. 40 Wetboek van Strafrecht).
Anders dan bij ontoerekeningsvatbaarheid is bij psychische overmacht niet per se sprake van
psychopathologie. De drang komt van buitenaf, terwijl dit bij ontoerekeningsvatbaarheid vanuit
´binnen´ komt door bijvoorbeeld een stoornis.
Betekenis van het begrip toerekeningsvatbaarheid in Nederland
1. Het ontbreken bij de verdachte van het besef van de wederrechtelijkheid van zijn gedrag
(=wederrechtelijkheid wil zeggen in strijd met het recht)
2. en/of het ontbreken van het besef wat hij doet;
3. en/of het vermogen om in overeenstemming met dat besef zijn gedrag te bepalen.
Methode van onderzoek
4.1 Mogelijke aanwezigheid van een psychische stoornis ten tijde van het ten laste gelegde
Aan de hand van gedragsdeskundig onderzoek wordt nagegaan of er ten tijde van het
tenlastegelegde een of meer psychische stoornissen aanwezig waren. Om tot de conclusie van een
vermindering van toerekeningsvatbaarheid te komen moet er sprake zijn geweest van een
gelijktijdigheidsverband tussen de stoornis en het delict.
Het is belangrijk dat de gedragsdeskundige zo veel mogelijk betrouwbare informatie verkrijgt van de
betrokkene over zijn gedrag voorafgaand aan het delict. Zo mogelijk ook ten tijde van het delict. Dit
kan de gedragsdeskundige doen door informatie te vragen aan naastbetrokkenen, de huisarts of
andere behandelaars.
4.2 Betekenisverband
Een gelijktijdigheidverband tussen stoornis en delict is een noodzakelijke, maar geen voldoende
voorwaarde voor een vermindering van de toerekeningsvatbaarheid. Er kan namelijk sprake zijn
geweest van een stoornis die het delict helemaal niet heeft beïnvloed. (Bijvoorbeeld PTSS).
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsamenke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.22. You're not tied to anything after your purchase.