Thim Hogeschool voor Fysiotherapie (THIM)
Fysiotherapie
Leerdoelen thema 2
All documents for this subject (4)
1
review
By: Bentini123 • 6 year ago
Seller
Follow
Rolf1995
Reviews received
Content preview
OAC 4 week 1 Pathologie
de betekenis van de volgende begrippen
Total hip/totale heup prothese
gecementeerde en ongecementeerde heupimplantaten
coxartrose = slijtage door zware belasting of ouderdom
reumatoïde artritis = een vorm van gewrichtsontsteking
congenitale afwijkingen = aangeboren afwijkingen, zoals een misvormde kom
van het gewricht waardoor het gewricht snel gaat verslijten
avasculaire necrose = de doorbloeding van de heup is verminderd en
waardoor het gewricht slijtage ondergaat
inflammatoire arthritis = gewrichtsontsteking
minimal invasive chirurgie = hierbij wordt een veel kleiner incisie gebruikt dan
bij een normale operatie
resurfacing = is een operatie waarbij een kunstheup wordt geplaatst op een
botsparende manier. Re-surfacing is afgeleid van het Engelse woord surface,
dat oppervlak betekent. Re-surfacing is letterlijk vertaald: oppervlak
vernieuwing. Bij de resurfacing operatie wordt de vervormde kraakbeenlaag
in het heupgewricht vervangen.
heupluxatie = het uit de kom gaan van het heup gewricht, hier is een
verhoogde kans op na een totale heup prothese
behandelprotocol
better in, better out = = het vooraf doorsturen van de patient naar de
fysiotherapeut dat je beter de operatie in gaat en na de operatie ook weer
naar de fysiotherapeut gaat zodat ze beter en sneller kunnen revalideren.
Het onderscheidt tussen verschillende operatietechnieken en de bijbehorende
revalidatie protocollen van heupimplantaten
Er zijn verschillende operatieve heupbenaderingen, hiermee wordt bedoeld dat er
verschillende manieren zijn om een heup operatie te doen. Hierbij wordt gekeken
naar de snee in de huid, de spieren die opzij gelegd moeten worden en hoe een
patiënt moet liggen op de operatie tafel. De verschillende benaderingen hebben
invloed op welke bewegingen de patiënt niet mag maken na de operatie en op de
revalidatietijd. Zo heb je de volgende benaderingswijzen:
- Postero-laterale
- Antero-laterale
- Anterieure (lastige operatie, kans op veel bloedverlies)
- Direct laterale
- Posterieure
Er is ook een verschil in de soorten heup prothese. Hieronder zie je een afbeelding
van de verschillende heup protheses. Links is de minst intensieve operatie waardoor
de bewegelijkheid hoog blijft en de revalidatie tijd korter wordt. Hoe verder naar
recht hoe meer moeite het kost om te opereren maar ook hoe langer de revalidatie
tijd duurt.
, osteofiet vorming (1e plaatje van links)
Hierbij wordt er niet gebruik gemaakt van een prothese maar wordt de kop van de
heup afgeschaafd zodat deze gladder wordt en dus minder pijn doet bij het bewegen.
hip resufacing (2e plaatje van links)
Hierbij maken ze een nieuwe kop over de kop van de femur.
(4e en 5e plaatje van links)
bij een kleine steel is de prothese botsparend en is het makkelijker om een tweede
operatie uit te voeren, dit zal wel een langere steel zijn omdat er dan al een gat zit in
het bot van de vorige prothese. Als deze niet groter zou zijn zou de prothese niet
blijven zitten. Een kleine steel zoals te zien in de afbeeldingt brengt een klein litteken
mee. Het is relatief sneller om te revalideren omdat het minder grote oppervlakten
van het bot kapot maakt.
standaad gecementeerd (6e plaatje)
Dit is een prothese die minder botsparend is en waarbij de prothese vast gezet moet
worden (gecementeerd). Het is een lange steel dus is het niet botsparend waardoor
het ook langer duurt om te revalideren.
Een steel met een vertikale groef is voor gecementeerd, een steel met dwarse kleine
groefjes is voor ongecementeerd
bij jongere patienten en bij mensen met osteoperose gebruiken ze liever
ongecementeerd omdat een latere operatie dan mogelijk wordt.
revisie ( 7e en 8e plaatje)
het vervangen van de prothese, dit is een prothese die langer en breder is omdat het
dan beter vast zit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rolf1995. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.