Samenvatting van ALLE stof van het vak Verbintenissenrecht, leerjaar 2 aan de Universiteit Utrecht
- Voorgeschreven hoofdstukken uit het boek 'Aansprakelijkheidsrecht' van Cees van Dam, 4e druk
- Voorgeschreven hoofdstukken uit het boek 'Rechtshandeling en Overeenkomst' van prof. mr. Jac. Hijma, ...
Contractenrecht
- WK 1 Gebondenheid aan het contract
- Wilsvertrouwensleer: Gerechtvaardigd vertrouwen
- Precontractuele aansprakelijkheid
- Volmacht en vertegenwoordiging
- WK 2 Het faciliterende karakter van het contractenrecht
- Algemene voorwaarden
- Exoneraties en garanties
- (Taalkundige) uitleg
- WK 3 Grenzen aan het contractenrecht
- Nietigheid ex art. 3:40 BW
- Derogerende werking R&B ex art. 6:248 lid 2 BW
- Onvoorziene omstandigheden ex art. 6:258 BW
- WK 4 Het contractenrecht als beleidsinstrument
- Consumentenkoop
- Consumenten en algemene voorwaarden
- Ambtshalve toepassing EU consumentenrecht
Aansprakelijkheid en schadevergoeding
- WK 5 Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig gedrag
- WK 6 Kwalitatieve aansprakelijkheden
- WK 7 Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding
Afsluiting
- WK 8 Duurzaamheid en het verbintenissenrecht
,Week 1: Gebondenheid aan het contract
Literatuur:
- Rechtshandeling en Overeenkomst: hoofdstuk 1: nrs. 13 t/m 15.
- Rechtshandeling en Overeenkomst: hoofdstuk 2: 2.2.3, 2.2.4 en 2.3.4
- Rechtshandeling en Overeenkomst: hoofdstuk 3: 3.1 en 3.2
Leerdoelen
Na deze week kun je:
- het spanningsveld uiteenzetten tussen de negatieve zijde van de contractsvrijheid,
enerzijds, en de precontractuele aansprakelijkheid dan wel vertegenwoordiging
anderzijds;
- beoordelen waarom en wanneer in de precontractuele fase over een weer
verplichtingen kunnen ontstaan en wat de contractrechtelijke gevolgen zijn van
schending daarvan;
- beoordelen waarom en wanneer sprake is van bevoegde dan wel onbevoegde
vertegenwoordiging en wat daarvan de contractrechtelijke gevolgen zijn.
Uitgangspunten van het verbintenissenrecht
Autonomie van de mens om tot zelfontplooiing te komen
- Positieve versus negatieve contractsvrijheid: de vrijheid tot, en van het contracteren
- Handelingsvrijheid versus bescherming – relationele balans met de medemens
Belangenbescherming via het verbintenissenrecht
- Partijautonomie: vrijheid in de keuze om staatsmacht voor eigen doeleinden in te schakelen
- Bieden van de mogelijkheid tot rechtsherstel en –handhaving met behulp van staatsmacht
Het aanvullende/regelende karakter van het verbintenissenrecht
- Geen geboden of verboden; het contractenrecht vergemakkelijkt transacties
- Aansprakelijkheidsrecht stelt handelingsvrijheid voorop, maar stelt daar ook grenzen aan
Werking van de maatschappelijke aanvaardbaarheid en de maatschappelijke
verantwoordelijkheid
- De staatsmacht wordt niet ingezet om maatschappelijk onaanvaardbare afspraken
afdwingbaar te maken
- Het aansprakelijkheidsrecht normeert gedrag en beleid, mede op basis van maatschappelijke
zorgvuldigheid
Bevorderen van een rechtvaardige samenleving
- Het verbintenissenrecht biedt soms zwakkere (contracts)partijen extra bescherming
- Het aansprakelijkheidsrecht ziet (mede) op een rechtvaardige verdeling van schade
- Het aansprakelijkheidsrecht bevordert gewenst en ontmoedigt ongewenst gedrag
,Grondslagen van het contractenrecht
- Het contractenrecht bevat voornamelijk aanvullend recht
- Dwingend recht in contractenrecht ziet op:
- Bescherming van één van de partijen (zoals consumenten of huurders)
- Bescherming van belangen van derden
- 3 grondbeginselen in het recht van de obligatoire overeenkomst
1. De contractsvrijheid
2. De vormvrijheid ofwel het consensualisme
3. De verbindende kracht van de overeenkomst ofwel pacta sunt servanda
1. De contractsvrijheid
- Partijen zijn vrij om een overeenkomst te sluiten
a. Met wie zij wensen
b. Met de inhoud die zij wensen
c. Op het moment dat zij wensen
- Dit beginsel erkent de autonomie van het individu om tot ontplooiing te komen en is
gebaseerd op de keuzevrijheid van de partijen.
- Uitzonderingen:
- Conflict met een belang van hogere orde, te vinden in 3:40 BW
- Nietig wanneer in strijd met:
a. De wet
b. Goede zeden
c. Openbare orde
- Positieve contractsvrijheid
- De mogelijkheden om eigen doelen met behulp van rechtens afdwingbare
contracten na te streven
- Negatieve contractsvrijheid
- De vrijheid om niet gedwongen te worden contracten aan te gaan die niet zijn
gewild
- De balans van de vrijwillige gebondenheid
- Je bindt alleen jezelf, en slechts wanneer jij dat wilt, maar eenmaal
verbonden; gebonden
- In de woorden van Domitius Ulpianus (ca. 170-223): volenti non fit iniuria
(degene die instemt wordt geen onrecht aangedaan)
2. Het consensualisme(vormvrijheid)
- Verklaringen kunnen in beginsel in elke vorm geschieden
- Wilsovereenstemming (consensus) kan dus op elke manier tot uitdrukking komen
- Te vinden in art. 3:37 lid 1 BW
3. Pacta sunt servanda (de verbindende kracht van de overeenkomst)
- Te vinden in art. 6:248 lid 1 BW
- Een overeenkomst heeft de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen.
- Belofte maakt schuld
, Drie uitbreidingen van gebondenheid aan de overeenkomst
1. Wilsvertrouwensleer:
- Ondanks ontbreken wil, toch gebonden indien gerechtvaardigd vertrouwen
wederpartij
2. Precontractuele fase:
- Soms gebonden of aansprakelijk voordat een overeenkomst is gesloten
3. Vertegenwoordiging en volmacht:
- Iemand anders kan jou binden – en soms zonder dat je dat hebt gewild
1. Wilsvertrouwensleer
Totstandkoming overeenkomst
- Aanbod, aanvaarding, overeenkomst:
- Dit zijn rechtshandelingen (art. 6:213 lid 1 jo. 6:217 lid 1 BW)
- Er is pas sprake van een rechtshandeling als het betreffende rechtsgevolg is gewild, en die wil
zich door middel van een verklaring heeft geuit (art. 3:33 BW – theorie van de wilsverklaring)
- Die verklaring is in beginsel vormvrij (beginsel van consensualisme)
Wat nu als er een discrepantie bestaat tussen wil en verklaring?
- Bijvoorbeeld: geestelijke stoornis, grap, verspreking of verschrijving (of ‘verklikking’)
Drie klassieke theorieën over de grondslag van de contractuele gebondenheid
- Wilstheorie:
- Geen overeenkomst als er geen wil is
- Nadeel: benadeling wederpartij.
- Bovendien: is men nog gebonden als men dat niet langer wil?
- Verklaringstheorie:
- Wel een overeenkomst als er een verklaring is
- Nadeel: biedt wederpartij meer bescherming dan gerechtvaardigd
- Vertrouwenstheorie: (correctie op verklaringstheorie)
- Doorslaggevend is het vertrouwen van de wederpartij
- Nadeel: Vertrouwen wederpartij in de prestatie in plaats van de wil
- Wilsvertrouwensleer: (correctie op wilstheorie)
- Grondslag van de gebondenheid is de wil van verklarende, of bij uitzondering
gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in deze wil.
- Zie art. 3:33 jo. 3:35 BW
Uitzondering bij gerechtvaardigd vertrouwen
- Bij afwijking wil-verklaring toch rechtshandeling in geval van gerechtvaardigd vertrouwen
wederpartij (art. 3:33 jo. 3:35 BW – de wilsvertrouwensleer)
- Afwijking van wil en verklaring door een misverstand wordt ook wel oneigenlijke dwaling
genoemd
- “Redelijkerwijze” (art. 3:35 BW), vertrouwende partij moet ‘te goeder trouw’ moet zijn ex
art. 3:11 BW
- “Behoorde te kennen” (art. 3:11 BW) duidt op onderzoeksplicht
- Zie bij geestelijke stoornis, art. 3:34 BW (zwakzinnigheid, dronkenschap, Alzheimer,
overspannenheid, etc.), en bij derdenbescherming, art. 3:36 BW
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller broenacnossen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.