Two pieces of evidence are independent if the truth or falsity of one would not affect
our assessment of the probability of the other.
We can often assume evidence to be conditionally independent. When A and B are said
to be conditionally independent of each other given C, it means that the probability of
A does not depend on the truth of B as long as some condition C is true.
Independent items of evidence can be combined by multiplying their LRs, when those
LRs are for the same set of hypotheses.
Boek Hoofdstuk 9: Errors of Thinking
Dit hoofdstuk is herhaling van het hoorcollege over de prosecutor’s fallacy (of
transposed conditional) en de defence fallacy.
Reader: Why Experts Make Errors
Category 1: Human error
o Intentional errors: fraude
o Negligent errors: not paying attention
o Competency errors: unable to make the correct judgements
Category 2: Istrumentation and technological errors
o Failure and breakdowns of instruments
Category 3: fundamental methodological factors
o Not a failure of the instrument but more likely the inherent inaccuracy of the
algorithm.
Hoorcollege 18 oktober
De alternatieve hypothese; hierarchie van de hypothesen, case assessment en
interpretation
,2023-2024 Kayleigh de Bruin
de bewijskracht kan niet op een zinvolle manier worden beoordeeld met een enkele
hypothese.
o Het is logisch zinloos om te suggereren dat enig bewijs op zichzelf waarde
heeft als ondersteuning voor een bepaalde hypothese afzonderlijk. De waarde
ervan hangt volledig af van het vermogen om onderscheid te maken tussen de
ene hypothese en de andere. De eerste hypothese zal het geval zijn dat het
openbaar ministerie moet bewijzen. Wat is de tweede, die van de verdediging?
o De eerste hypothese is meestal de tenlastengelegde van de aanklaging maar de
vraag is meestal wat de alternatieve is. Alternatieve hanteerd meestal af van de
strategie van de verdediging.
De bewijskracht en H2
De kracht van bewijs wordt gedefinieerd door hoe (goed) het kan discrimineren tussen twee
hypothesen. Het kan niet worden beoordeeld als er maar één hypothese wordt overwogen.
- H1 is die van de aanklager, deze is vaak vrij duidelijk.
- H2 is die van de verdediging, deze is direct gelinkt aan hun strategie.
In dit voorbeeld stelt de aanklager dat de verdachte het slachtoffer vermoordde en daarbij zijn
DNA achterliet (H1).
- De verdediging kan dan met verschillende alternatieve hypothesen komen:
- H2(a) → het was iemand anders (betwisten van DNA)
- H2(b) → het was de broer van de verdachte (betwisten van DNA)
- H2(c) → verdachte is de bron van het DNA, maar niet de moordenaar (niet betwisten dat het
DNA van verdachte is, maar betwisten hoe het DNA is overgedragen)
- H2(d) → verdachte heeft hem vermoord, maar het was zelfverdediging (niet betwisten dat
de verdachte het slachtoffer heeft vermoord, maar voor zelfverdediging pleiten)
, 2023-2024 Kayleigh de Bruin
H2(a) → DNA van iemand (dader) die toevallig hetzelfde DNA-profiel heeft als de verdachte.
- De random match probability is 1 in 100.000 (dus 0.00001).
- De bewijskracht (LR) is dan 1/0.00001 = 100.000.
- Gezien het feit dat dit sterk bewijs is, kan het de verdediging opvallen dat de random match
probability hoger is voor mensen die familie zijn.
* de populatie van de verdachte is hierdoor teruggebracht naar hem of zijn broer wat
niet handig is voor de verdediging.
H2(b) → het DNA kwam van de broer.
- Voor een direct familielid zoals broer/zus is de random match probability veel hoger,
ongeveer een factor van 100 (dus x100 = RMP van 1 in 1000 dus 1/1000 = 0.001).
- De bewijskracht is dan 1/0.001 = 1000.
- Dit maakt het bewijs dus 100 keer zwakker. Behalve als je de broer zou kunnen testen, dat
maakt het probleem kleiner. Er zijn betere strategieën dan ontkennen dat je de bron van het
bewijs bent.
* herkomst van het spoor is hier belangrijk
H2(c) → verdachte is de bron van het DNA, maar niet de moordenaar.
- Het is veel effectiever om te accepteren dat het DNA van de verdachte afkomstig is, maar
om te betwisten hoe het daar gekomen is. De hypothesen zullen dan erg verschillen van die
wat we hiervoor hebben overwogen. Het betekent ook dat er andere informatie nodig is om de
resultaten goed te kunnen interpreteren.
- Een alternatieve hypothese kan een andere tijd en activiteit geven waardoor het DNA is
overgedragen. De onderzoeker moet de probabilities van overdracht, volharding en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayleighdebruin1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.