Samenvatting Praktijk leerjaar 1 (Onderzoek)

PAS 3&4 Onderzoek
Anamnese
1. Personalia van de patënt
2. Hulpvraag
3. Gezondheidsprobleem en toestand
4. Historie en beloop
5. Invloeden op het probleem
6. Relate met vroegere en andere problemen
7. Behandeling en resultaten
8. Restrictes en adviezen
9. Contra-indicates
10. Individuele omstandigheden
11. Verwachtngen
12. Lekenoordeel
13. Oplossing van de patënt


Observeren
Rubor: Lokale roodheid
Dolor: Lokale pijn
Calor: Lokale warmte
Tumor: Lokale zwelling

Gewoontehouding
- Alignement: Stand van de gewrichten t.o.v. elkaar
 Enkel  Valgus/Varus  Valgus = X, Varus = O
 Knie  Valgus/Varus
- Anterieur, posterieur + lateraal kijken, structuur aanbrengen,
- Van beneden naar boven of andersom
- Anterieur en posterieur:
Gewichtsverdeling
Rotatestand van de benen
Koplood / Basislood (Scoliose)
Luchtfiguren
Okselcontact
- Lateraal: Lijn van Matthias en lijn van Appleton
 Lijn neergelaten vanuit gehoorgang, door schouderkop, door heupkop, voor
draaiings-as knie, voor draaiings-as enkel.
 Afwijkingen (komen later aan bod) :
Anteroposite hoofd
Protracte schouders
Voorwaartse neiging
Achterwaartse neiging
Foreward carriage

Backward carriage

,  Lijn vanaf het occiput raakt ideaal thoracaal kyfose, os sacrum en hiel
 Vergrote thoracale kyfose: pronocerende punt is >18mm van de lijn.
 Vergrote lumbale of cervicale lordose: loodrechte afstand tot het diepste punt is
>25mm.


Gecorrigeerde houding
- Controle of de opvallende punten in de gewoontehouding veranderd zijn


- Lokale observate
 Op de plaats zelf en aanverwante biomechanische regio´s
 Observatepunten
 Zwelling (Tumor)
 Botstructuur
 Huid
 Haar
 Wonden
 Trofie/Atrofie
 Daarna palpate om huidtemperatuur te voelen.

Ganganalyse
• Voldoende ruimte, niet steeds stoppen, inspecte voeten en wondjes, schoenen uit, schoenen
inspecteren om te kijken naar voetafwikkeling

Kwalitatef
- Gehaast/ rustg
- Houterig/ soepel/ ritmisch
- Onzeker / doelbewust
- Blij /boos
- Bang/ Verdrietg
- Afwachtend / initatefnemend
- Trots / Nuchter

Observeren
– Waar is de mobiliteit?
– Waar is de stabiliteit?
– Is de ROM voldoende?
– Is de stabiliteit voldoende?
– Welke spieren zijn daarbij op welke manier actef?
– Hoe worden deze geïniteerd?

, Kwanttatef (Algemeen)
- Voetafwikkeling
- Paslengte
- Spoorbreedte
- Bekkenspel/ Romprotates
- Armzwaai ( Groot / klein, telgang/kruisgang)
- Tempo, ritme, frequente

Kwanttatef (Specifiek)
- Stand schouders hoofd
- Romprotates (flexie-extensie / lateroflexie-
extensie)
- Bekken (voor- en achteroverkanteling)
- Heup (flexie extensie rotate en
circumducte)
- Knie (flexie-extensie)
- Enkel (dorsaalflexie en plantairflexie)


Swing fase
- Inital Swing (ISw)  Accelerate fase
- Mid-Swing (MSw)
- Terminal Swing ( TSw)  Decelerate fase