Inhoudsopgave
HC 1............................................................................................................................................................... 2
HC 2............................................................................................................................................................. 10
HC 3............................................................................................................................................................. 18
HC 4: 10/3.................................................................................................................................................... 25
HC 5: 17/3.................................................................................................................................................... 33
HC 6: 24 maart............................................................................................................................................. 42
HC 7: 31/3.................................................................................................................................................... 50
HC 8: 21 april............................................................................................................................................... 56
HC 9: 28 april............................................................................................................................................... 63
HC 10: 5 mei................................................................................................................................................. 70
HC 11: 12 mei............................................................................................................................................... 77
HC 12: 19 mei............................................................................................................................................... 83
HC 13: 26 mei............................................................................................................................................... 90
1
, Verkeers- en lokaal strafrecht
HC 1
Cursusmateriaal en examen
Verkeersstrafrecht en beetje transportstrafrecht. Het zal voornamelijk verkeerstrafwetgeving
zijn.
Het belangrijkste is de wegverkeerswet (16 maart 1968) en de misdrijven hieruit. We zullen
daarnaast ook 2 items uit het transportstrafrecht zien.
De wegverkeerswet moet u altijd bij hebben. Klassiek zullen we kijken naar enerzijds naar
materieel strafrecht maar we zullen ook naar een aantal procedureregels kijken.
Materieel strafrecht = strafwetboek
o Algemeen strafrecht: boek I
o Bijzonder strafrecht: boek II
Formeel strafrecht = wetboek strafvordering
Materieel strafrecht: misdrijven
Art. 29: inbreuken op de uitvoeringsreglementen van de wegverkeerswet
De belangrijkste is de Wegcode. De overtreding van die Wegcode wordt geregeld in art. 29
Wegverkeerswet.
Ook hier staan de inbreuken inzake de snelheidsvoorschriften: het overschrijden van de
maximumsnelheid.
Kwalitatieve snelheidsvoorschriften: die volgen de algemene strafbaarstelling
(aanpassen van snelheid aan het weer, aanpassen van snelheid aan het wegdek).
Kwantitatieve snelheidsvoorschriften: heb je aparte strafbaarstelling (bv. meer dan 120
km/u rijden op de autosnelweg) (art. 29, §3 WVW).
Art. 30-32: rijbewijsmisdrijven: het besturen van een voertuig zonder rijbewijs, maar ook
het niet tonen van uw rijbewijs en het is verplicht dat je je rijbewijs altijd bijhebt als je aan het
rijden bent.
Art. 33 (zeer belangrijk misdrijf): vluchtmisdrijf
In 2018 werden de gevangenisstraffen inzake dit misdrijf serieus verhoogd
(steekvlampolitiek), zo kunnen de gevangenisstraffen bij een dodelijk verkeersongeval
oplopen tot 8 jaar.
Daarnaast zijn er verschillende vormen van vluchtmisdrijf en verschillende vormen
van schade (stoffelijke schade, lichamelijke schade…).
Art. 34-37bis: rijden onder invloed van:
(1) Alcohol (modaliteit):
Misdrijf van alcoholintoxicatie: je hebt alcoholmisdrijf waarbij je zeer specifiek een
alcoholpercentage zal vaststellen (art. 34) kwantitatief vaststellen van een
alcoholsituatie
Misdrijf van dronken voeren of het besturen van een voertuig in staat van
dronkenschap: het besturen van een voertuig in staat van dronkenschap: er is een
subjectieve vaststelling van de verbalisanten of de betrokkene dronken achter het stuur
2
, heeft gezeten (o.b.v. een checklist, bv. kan hij nog praten, kan hij nog op een rechte
lijn lopen) (art. 35)
(2) Verdovende middelen zoals drugs (2de modaliteit):
Drugintoxicatie (art. 37bis): cannabis …
o Vergelijkbaar met alcoholintoxicatie, maar een andere substantie
o Via een speekseltest of speekselanalyse kunnen 5-tal verdovende middelen
ontdekt worden
Misdrijf van het besturen van een voertuig o.b.v. verdovende middelen:
o Vergelijkbaar zoals dronken rijden (art. 35): er staat in dit art. ook “in een
soortgelijke staat door bepaalde middelen”
Hoe worden deze misdrijven gedetecteerd?
Alcohol meestal via de ademtestanalyse
Drugs meestal via de speekseltest en -analyse, desgevallend via een bloedtest
Aantal druggerelateerde misdrijven m.b.t. verkeer
Het weigeren van een ademtest
Het weigeren van een bloedonderzoek
Het weigeren van een speekseltest
Iemand aanzetten tot het besturen van een voertuig terwijl die weet dat hij dronken is
Iemand aansporen tot het besturen van een voertuig in staat van dronkenschap
Zelfs een aantal misdrijven in hoofde van derden zijn strafbaar: bv. je geeft je sleutels af
aan iemand waarvan je weet dat die dronken is.
Art. 48-49: misdrijven rond rijverbod: het besturen van een voertuig terwijl u een rijverbod
heeft
Art. 67bis-67ter: misdrijven inzake de identificatie van de bestuurder
De misdrijven die gerelateerd zijn aan de identificatie van de bestuurder met een
camera. Vaak zie je niet op een foto wie er achter het stuur zat.
Er zijn een aantal strafbepalingen die verplichten om mee te delen wie de bestuurder
is. Als je die verplichtingen niet naleeft en je deelt niet mee wie achter het stuur zit,
dan ben je zelf strafbaar.
Doel: mensen aanzetten om binnen een redelijke termijn, voorgeschreven, mee te
delen wie de bestuurder van het voertuig was
Moreel bestanddeel bij verkeersmisdrijven
Zal vaak onachtzaamheid zijn maar sommige misdrijven kunnen alleen gepleegd worden
met bijzonder opzet.
3
, Bestraffing
De Wegverkeerswet van 16 maart 1968 is belangrijk. Hierbij zijn een hele hoop
uitvoeringsreglementen van toepassing, waar de belangrijkste het KB 1975 is, de
Wegcode.
De concrete verkeersgedragingen staan in de Wegcode, de strafbaarstelling is te
vinden in de Wegverkeerswet, maar soms zijn er strafbaarstellingen die volledig in de
Wegverkeerswet staan (bv. rijbewijsmisdrijven, vluchtmisdrijf, rijden onder invloed).
Bestraffing is regelmatig afwijkend van de klassieke bestraffingsregels die je
bestudeerd hebt.
De hoofdstraf voor het verkeersstrafrecht is de geldboete en deze wordt regelmatig
verhoogd.
In 2003 heeft men beslist dat men die gevangenisstraf voor hele reeks van verkeersmisdrijven
ging afschaffen. Eigenaardig zie je de laatste jaren dat er een omgekeerde tendens is bij de
wetgever om terug gevangenisstraffen in te voeren voor bepaalde verkeersmisdrijven.
Bv. gevangenisstraf voor vluchtmisdrijf en voor dronkenschap in staat van herhaling
Probleem: In 2003 schaft men dus de gevangenisstraffen af + verhoging van de geldboete.
Hoe zit het dan met de vergelijking van de straffen?
Klassieke regels: afschaffing van de gevangenisstraffen leidt tot een mildere strafwet
dus dan kan deze retroactief worden toegepast.
GwH 2005-2006: een geldboete verhogen kan zwaarder zijn de afschaffing van de
gevangenisstraf
o Deze arresten zijn er gekomen naar aanleiding van de wet van 2003, hier was
de belangrijke vraag naar de werking in de tijd van deze strafwet.
o Het Hof heeft beslist dat er geen retroactiviteit kan zijn voor deze wet (hoewel
de praktijk vond dat dit wel milder was).
Nog hoofdstraffen:
Werkstraf is nadien gekomen als mogelijke hoofdstraf
ET kan ook maar dan heb je wel gevangenisstraf nodig
Het rijverbod (verval tot het recht van sturen) gaan we ook enorm promoten. Dat is de meest
efficiënte reactie op verkeersmisdrijven. Heeft 3-voudige natuur:
Rijverbod is een bijkomende straf: facultatief of verplicht
o In de regel tijdelijk (8d-5j) maar in sommige gevallen is het levenslang. Je gaat
dat voor ieder misdrijf apart moeten bekijken.
o Ofwel vind je het rijverbod bij het misdrijf zelf. Dit is natuurlijk het
gemakkelijkste.
o Als het niet bij het verkeersmisdrijf zelf is voorgeschreven, staat er in art. 38
een lijst van misdrijven die aanleiding kunnen geven tot rijverbod (je moet
altijd werken met je wetboek).
o Rijverbod als straf kan met uitstel worden opgelegd (eerste 8 dagen moeten
wel altijd effectief zijn)
o Er is zelfs een beveiligingsmaatregel toegevoegd waarbij bij een rijverbod de
strafrechter kan zeggen dat het herstel wordt afhankelijk gemaakt van examens
(theoretisch en/of praktisch; medisch of psychologisch onderzoek). Dit is
facultatief in principe. In een aantal gevallen zijn die examens en onderzoeken
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mayadeboeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.13. You're not tied to anything after your purchase.