100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Minor Forensische orthopedagogiek thema 2. $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting Minor Forensische orthopedagogiek thema 2.

 133 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges/literatuur voor de Minor Forensische orthopedagogiek thema 2, periode 1. Met deze samenvatting heb ik de kennistoets gehaald.

Preview 3 out of 25  pages

  • November 12, 2017
  • 25
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING KENNISTOETS MINOR FO THEMA 2.
Verklaringen voor probleemgedrag

CH1. ONTWIKKELINGSMODELLEN
Aard en omvang
- Wordt de jeugd steeds crimineler?  criminaliteit neem af.
- Vermogensmisdrijven (stelen) komt het meest voor

 Jeugddelinquentie: misdadig en wetoverschrijdend gedrag van kinderen/jongeren
 Antisociaal gedrag: gedrag wat bij de leeftijd hoort, stoer doen. Iets doen wat niet hoort tot normen en waarden
 Delinquentie = vaak jongeren. Gedrag dat wet overschrijdt
 Criminelen = herhaaldelijk patroon van extreem ernstige misdaden. Ontwikkelt zich wanneer jeugddelinquentie
doorzet.
 WODC = wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum (onderzoeken crimineel gedrag bij jongeren en
kinderen)
 Vermogensdelicten: inname van eigendommen van iemand anders (stelen, overvallen)

Voor- en nadelen verschillende bronnen
Geregistreerde criminaliteit (zaken/jongeren die bekend zijn bij de politie)
 Er is altijd maar een deel van de daders die worden geregistreerd
 Slechts een deel van de slachtoffers doet aangifte
 Opsporings- en vervolgingsbeleid duidelijk verschil in cijfers
Zelf gerapporteerde criminaliteit (anonieme vragenlijst die jongeren invullen)
 Over- en onderrapportage (sommige zullen niet de waarheid spreken)
 Meestal lichte vormen van criminaliteit
 De échte criminelen zullen minder snel vrijwilliger meedoen

Jeugdigen delinquenten
Het is géén homogene groep. Het is niet één groep die het doet. Je hebt verschillende groepen:
 Risicojongeren:
 Jongeren die nog niet in contact zijn gekomen met de politie en justitie, maar dreigen af te glijden naar het
criminele circuit.
 First offenders
 Jongeren die voor het eerst iets doen, of eenmalig iets doen.
 Licht criminele jongeren
 Zijn al vaker dan één keer met de politie in aanraking geweest.
 Veelplegers
 Als je 5 delicten in een jaar tijd op je naam hebt staan. Maar kunnen eruit komen.
 Harde kernjongeren
 De minste aantal. Maar toch heeft Nederland te maken met deze doelgroep, vooral in de grote steden.
Jeugdbendes -> drugscriminaliteit, geweldsmisdrijven. Gaan nog een stapje verder, zijn minder goed te
corrigeren. Als het ware loop je een carrière. Ze beginnen bij de risicojongeren en dit wordt steeds erger.
Maar niet alle risicojongeren eindigen in de top als harde kernjongeren.
 Groepen worden van boven naar beneden steeds kleiner.

Waarom is de focus op jeugdige delinquenten zo belangrijk? (jeugdcriminaliteit)
 Ernstigste jeugdcriminaliteit komt relatief vaak voor in Nederland (grote steden)
 Deze groep delinquenten berokkenen de maatschappij de grootste schaden (kosten veel)
 Kleine harde kern is verantwoordelijk voor een groot percentage misdrijven
 Deviante loopbaan begint al vroeg in hun leven, vroege interventie gewenst.

Ontstaan en ontwikkeling van delinquentie
 Wie doen het?, Wat doen ze? Hoe vaak?, Hoe komt het?
2 belangrijke aspecten:
Ontwikkelingsverloop: Hoe oud waren ze? Wat doen ze? Hoe vaak doen ze het? Hoe ontwikkelt het?
Verklaringsmodel: Hoe komt het dat ze het doen? Hoe is het ontstaan? Waarom doen ze het?



1

,Nature-nurture debat (verklaringen)
 Voorheen overschatting omgeving (b.v. autisme)
 Gevolg nu: veel aandacht voor invloed erfelijke factoren
 Ook binnen criminologie: veel aandacht geweest voor omgevingsinvloeden (ouders, vrienden).
 Meer aandacht voor biologie maar nog wel gevoelig onderwerp (je stigmatiseert mensen er makkelijk mee)
(veel jeugdigen delinquenten hebben ADHD).

Ontwikkelingsverloop delinquentie: Age-crime curve
Belangrijke grafiek onder de criminologie; iedere criminologie kent de figuur. Gaat niet over de precieze cijfers, maar om de
piek in de afbeelding. De piek ligt in de adolescentie fase (va 15e), hier wordt de meeste criminaliteit gepleegd. En daarna
neemt het net zo snel als het gekomen is, weer af.

 Sterke relatie leeftijd en criminaliteit
 Criminaliteit verhoudingsgewijs meest gepleegd door adolescenten

Volwassenheids-gat; ‘’maturity gap’’: in de adolescentie ben je fysiek al wel volwassen,
maar je hebt nog niet de bijbehorende status. Je bent eigenlijk nog een kind. Je hebt nog
niet de status van volwassenheid. Dit levert frustratie op bij jongeren. Vanuit deze
frustratie gaan adolescenten delicten plegen
 discrepantie tussen fysiek en maatschappelijk volwassen zijn Age-crime curve



Zorgwekkende jongeren (een andere groep jongeren)
Kinderen met duurzame gedragsproblemen  delinquente kinderen  ernstige, gewelddadige en chronische delinquenten.
 Kinderen die op heel jonge leeftijd al gedragsproblemen laten zien, bijvoorbeeld ADHD. Dit kan al beginnen
bij kinderen van 4-5 jaar. Problemen beginnen vaak al op school. Deze kinderen plegen hun eerste delict op
een leeftijd van -12 jaar. Uiteindelijk pleegt deze groep jongeren de ernstige delicten.


Drie modellen voor ontstaan en ontwikkeling van delinquent gedrag
1. Het driepadenmodel van Loeber
 Benadrukt het belang om onderscheid te maken in het type gedrag, met name in confrontationeel gedrag
(fysieke agressie) en heimelijk delinquent gedrag (vermogensdelicten).
2. Tweepadenmodel van Terrie Moffit
 Onderscheid twee typen daders op basis van leeftijdsverloop en oorzakelijke factoren
Persisterend delinquent gedrag begonnen in de vroege kindertijd VS in de adolescentie begonnen delinquent
gedrag dat meestal weer stopt.
3. Antisociaal-Potentieel model van Farrington
 Laat zien waarom het handig is onderscheid te maken in de factoren die de algemene geneigdheid tot
delinquent gedrag tussen mensen verklaren, naast factoren die verklaren waarom iemand een bepaalde tijd
en plaats een delict pleegt.




1. Driepadenmodel Loeber (hiërarchisch model)
Jongeren die crimineel gedrag vertonen, doorlopen een bepaalde carrière. De meeste jongeren die aan de top van de
piramiden zitten, zijn onderaan begonnen (gezag ontwijkend gedrag). Meeste jongeren maken een keuze; links of rechts.
 Dit model kan niks verklaren!
 Ook leefomgeving speel een rol.
 Was vooral een jongens model; maar kan nu ook op meiden toegepast worden.
 Impulsief temperament EN gebrekkige morele ontwikkeling = gevaarlijke combinatie.
 Steeds minder jongens leggen de weg naar boven af




2

, 3

ontwikkelingspaden (leeftijden en voorbeelden kennen)
Openlijke traject – zichtbaar, in confrontatie met een ander (OVERT PATHWAY)
- Impulsieve jongeren, denken niet na over de gevolgen
- De kans dat linkse jongeren dingen doen aan de rechterkant is groot; de linkerkant zijn de ‘’alleskunners’’:
generalisten. Andersom geldt dit niet zo.
Heimelijke traject – stiekem gedrag; dus niet een confrontatie met een ander (COVERT PATHWAY)
- Proberen zo min mogelijk op te vallen (stiekem beschadigen van goederen)
- Zijn vaak de specialisten (auto’s jatten). Zij zullen niet snel iemand verkrachten of iemand fysiek te lijf gaan.
- Met name een beperkte morele ontwikkeling ten grondslag
Gezagsontwijkend traject – autoriteit conflict pad (AUTHORITY CONFLICT PATHWAY)
- Elke criminele carrière start met de middelste driehoek
- Opstandig gedrag en conflicten met autoriteit, gedragingen die in de puberteit niet zo zeldzaam zijn. In dit model
gaat het om het vertonen van dit gedrag (ruim) voor het 12e jaar. Bij jongeren die dit gedrag voor het 12e jaar
vertonen neemt de kans toe dat zij zich op één van beide andere paden gaan begeven.

Meest zorgelijke jongeren
- Vroege start (voor het 10e jaar)
- Divers generalistisch
- Zowel heimelijke als openlijke gedragingen
- Delicten niet alleen in groepsverband(groepsdruk), maar ook alleen
- In meerdere contexten (school, thuis, op straat)
- Vanaf ongeveer 12 jaar stijgt de curve en rond het 20e jaar start en geleidelijke daling
Enkele basisprincipes over risicofactoren
- De invloed is meestal groter als risicofactoren van jongs af aan aanwezig zijn
- Aantal is belangrijker dan de aard van de risicofactoren



2. Het tweepadenmodel Moffit (Dual Taxonomy Model) !
Ontwikkelings- en levenslooptheorieën (wel een verklaringsmodel)
In het twee-paden model van Moffit wordt er onderscheid gemaakt tussen 2 groepen:
1. Adolescent limited delinquenten (late adolescentie starters)
- 95% van de adolescenten zijn de adolescent limited delinquenten  grootste groep
- Alleen tijdens de adolescentie zijn deze crimineel actief (stoppen omdat zij zich realiseren dat het hen niet het
leven oplevert dat ze graag zouden willen).
- Niet pathologisch, maar een normaal maatschappelijk verschijnsel


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JolijnS. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
  Add to cart