Dit is een samenvatting voor aardrijkskunde in 3 vwo. De samenvatting is gemaakt van Hoofdstuk 3 India als opkomend land van de methode DeGeo (Thiememeulenhoff). Deze samenvatting is van paragraaf 1 tot en met paragraaf 5 inclusief alle bijbehorende basisboeklesstof. Deze samenvatting bevat 4026 wo...
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 India als opkomend
land
Paragraaf 1 India land van de moesson
Begrippen
Moesson: halfjaarlijks wisselende wind, die ontstaan door veranderingen in de
luchtdruk bij gebieden waar grote landmassa’s aan grote wateroppervlakken
grenzen, zoals in Azië.
Schiereiland: stuk land met water aan 3 kanten.
Moessonklimaat: Am, het heeft geconcentreerde neerslag in de zomer en in de
winter in de droogste maand minimaal minder dan 60 mm neerslag. Het lijkt veel op
het savanneklimaat (Aw), maar de neerslag is anders verdeeld.
Minimum: laag luchtdrukgebied.
Maximum: hoog luchtdrukgebied.
Frontale neerslag: neerslag die ontstaat door de ontmoeting van warme westenwind
en koude poolwind.
Reliëf
India ligt op het schiereiland Zuid-Azië. Hier vind je veel verschillend cultuur- en
natuurgebied. Het wordt ook wel een subcontinent genoemd doordat het
overduidelijk een apart deel van Azië is.
Kijkend naar het reliëf, kun je in Zuid- Azië 4 verschillende gebieden onderscheiden:
1) De Himalaya: het hooggebergte dat langs de noordgrens. Hier ligt ook
meteen de hoogste berg ter wereld, de Mount Everest (8848 meter hoog). Op
deze hoogte is het extreem koud en ligt er altijd sneeuw en ijs.
2) De laagvlakte: gebied grenzend aan het gebergte met 2 grote rivieren (uit de
Himalaya): de Indus en de Ganges. Dit gebied is heel dichtbevolkt door de
vruchtbare grond, veroorzaakt door de slib van de rivieren. Ook de
kustvlaktes zijn dichtbevolkt.
3) Het Hoogland van Dekan: het midden van India bestaat uit een hoogvlakte.
Dit wordt aan de westkust begrensd door een gebergte: de West-Ghats
(hoogste punt 1600 meter).
4) Tharwoestijn: in het noordwesten, richting Pakistan, ligt de Tharwoestijn.
Deze bestaat voornamelijk uit rots, met een beetje zand in het uiterste
westen. Temperaturen kunnen extreem zijn (45˚C) en het is er ook extreem
droog doordat het zeer weinig meekrijgt van de moesson door haar ligging
achter het Aravalligebergte.
Moessonregens
Het zuidelijke deel van India ligt in de tropen, waardoor ‘t het hele jaar door warm
is, maar ook in het noorden is de temperatuur niet al te laag (zo’n 20˚C).
Maar toch heeft de temperatuur eigenlijk bijna geen invloed op de seizoenen, veel
belangrijker zijn de verschillen in de neerslag die worden veroorzaakt door de
moesson. Dit zorgt ervoor dat de seizoenen in India de droge en de natte tijd zijn.
De regentijd valt in de zomer (rond juli) en de droge tijd valt in de winter (rond
januari). Dit is hoe de moessons rond India werken.
Meestal barsten de moessonregens begin juni los, maar ze zijn over het algemeen
best wel onbetrouwbaar, want soms blijft de regen best wel lang uit of valt er heel
weinig regen. Dat is verschrikkelijk voor de boeren op het platteland. De regens
, beginnen het vroegst in het zuidoosten en houden daar het langste aan, in het
noordwesten beginnen ze het laatst en zijn ze het kortst. In gebieden in de
regenschaduw is vaak ook weinig te merken van de moesson, zoals de
Tharwoestijn.
Wateroverlast
De Indiase mensen zijn altijd mega blij als de regens beginnen, omdat het eindelijk
een einde maakt aan het bloedhete en droge voorjaar. Maar daar komt al snel een
einde aan als er een wateroverschot komt. De neerslaghoeveelheden zijn vaak het
grootst in het noordoosten en zorgen vaak voor overstromingen (dit is alleen fijn om
de grond vruchtbaarder te maken, omdat het water uit de rivieren soms slib achter
laat). Er ontstaan vooral vel overstromingen in het deltagebied van Bangladesh en
dus het stroomgebied van de Ganges.
Luchtcirculatie, het windsysteem op aarde
Begrippen
Tropen: gebied tussen 30˚ NB en 30˚ ZB. Dit gebied is het warmst en kent een laag
luchtdrukgebied, omdat de lucht door de warmte opstijgt en dus bijna niet drukt op
de aarde.
Gematigde zone: gebied tussen 30˚ NB en 60˚ NB en het gebied tussen 30˚ ZB en
60˚ ZB. Dit gebied kent een hoog luchtdrukgebied, omdat de lucht hier afkoelt,
zwaarder wordt door het water en dus daalt.
Polaire zone: gebied vanaf tussen 60˚ NB en 90˚ NB en het gebied tussen 60˚ ZB en
90˚ ZB.
Wind: natuurverschijnsel dat ontstaat als lucht beweegt van een hoog
luchtdrukgebied naar een laag luchtdrukgebied.
Corioliskracht (rotatie): de kracht die ervoor zorgt dat de aarde 24 uur om zijn eigen
as draait.
Wet van Buys Ballot: deze wet stelt vast dat de wind op het noordelijk halfrond een
afbuiging heeft naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afbuiging naar links. Dit
is te verklaren door de corioliskracht.
Laag luchtdrukgebied: dit ontstaat als ergens veel lucht opstijgt. Hier drukt de lucht
dus weinig op de aarde. Dit ontstaat als er veel warmte is op een plek, want dan
wordt de lucht lichter en stijgt het op. Een lage luchtdruk zorgt voor slecht weer met
veel bewolking en regen.
Hoog luchtdrukgebied: dit ontstaat als ergens veel lucht daalt, omdat het is
afgekoeld en dus zwaarder wordt. Een hoge luchtdruk zorgt voor warm weer met
veel zon en weinig regen.
Woestijn: extreem droog gebied dat ontstaat door een hoog luchtdrukgebied
gedurende een groot deel van het jaar.
Verdamping: oppervlakte water dat wordt verwarmd door de inval van loodrechte
zonnestralen op de aarde.
Condensatie: door de verdamping stijgen waterdruppels op en komen ze hoger in
de atmosfeer terecht waar ze afkoelen en samenklonteren tot een wolk. Dit zorgt
voor onweersbuien en stijgingsregens.
Stijgingsregens: regens die voorkomen in de tropen door het opstijgen van de lucht
(het gevolg van de loodrechte inval van de zonnestralen).
Neerslagintensiteit: hoe veel neerslag er valt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Boontje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.