100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verbintenissenrecht jaar 1 Hogeschool van Amsterdam $5.42   Add to cart

Summary

Samenvatting Verbintenissenrecht jaar 1 Hogeschool van Amsterdam

1 review
 233 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een complete samenvatting van het vak verbintenissenrecht

Preview 10 out of 37  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1,2,3,4,5,6,7,8 en 9
  • November 13, 2017
  • 37
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: sofiewnijboer • 5 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 32 Flashcards
$3.79 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

hoe kan een verbintenis ontstaan?

Answer: uit de wet of uit een overeenkomst

2.

overeenkomst

Answer: afspraak tussen twee partijen waarbij wilsovereenkomst is

3.

schuldeiser/crediteur

Answer: de partij die recht heeft op een prestatie

4.

schuldenaar/debiteur

Answer: de partij die de prestatie moet verrichten

5.

rechtssubjecten

Answer: dragers van rechten en plichten

6.

onrechtmatige daad

Answer: wanneer je iemand schade toebrengt op een manier die onrechtmatig is, de wil van de pleger speelt geen rol

7.

wat is het doel van een schadevergoeding?

Answer: om de benadeelde zo veel mogelijk terug te brengen in de positie waarin hij verkeerde toen de schade nog niet was ontstaan

8.

belangrijkste bronnen van verbintenissen

Answer: overeenkomsten en onrechtmatige daden

9.

rechtmatige daden

Answer: onverschuldigde betaling, zaakwaarneming en ongerechtvaardigde verrijking

10.

hoe ontstaan rechtmatige daden?

Answer: door een feitelijke handeling (of gebeurtenis) in combinatie met de wettelijke bepaling

Flashcards 19 Flashcards
$3.79 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

rechtsgevolg

Answer: het gevolg dat door het recht aan bepaalde feiten of handelingen wordt verbonden en bestaat uiteen wijziging in rechtspositie van een of meerdere rechtssubjecten

2.

obligatoire overeenkomst

Answer: overeenkomst waardoor verbintenissen in het leven worden geroepen

3.

rechtsfeit

Answer: een feit waaraan een of meerdere rechtsgevolgen zijn verbonden

4.

wederkerige overeenkomst

Answer: een overeenkomst waarbij beiden partijen een verbintenis op zich nemen

5.

bloot rechtsfeit

Answer: een feit waaraan rechtsgevolgen zijn verbonden, zonder dat van een menselijke handeling sprake is

6.

feitelijke handeling

Answer: een handeling zonder beoogd rechtsgevolg

7.

rechtspositie

Answer: het geheel aan rechten en verplichtingen van een rechtssubject

8.

nietigheid

Answer: situatie waarin het recht een verrichte (rechts)handeling niet erkent

9.

notariële akte

Answer: een schriftelijk stuk dat door de notaris is opgemaakt, bestemd om als bewijs te dienen

10.

onderhandse akte

Answer: schriftelijk stuk dat tussen partijen onderling wordt opgemaakt zonder ambtelijke tussenkomst, bestemd om tot bewijs te dienen

Verbintenissenrecht
Jaar 1
Privaatstroming
HVA- Hbo Rechten

, Indeling

Onderwijsweek 1 Hoofdstuk 1,2 en 4 Blz. 3

Onderwijsweek 2 Hoofdstuk 3 en 9 Blz. 11

Onderwijsweek 3 Hoofdstuk 5.1-5.2, 6.1- 6.5 en 6.12 Blz. 20

Onderwijsweek 4 Hoofdstuk 6.10 en 6.11 Blz. 23

Onderwijsweek 5 Hoofdstuk 6.5- 610 en 6.13- 6.14 Blz. 25

Onderwijsweek 6 Hoofdstuk 7 Blz. 33

Onderwijsweek 7 Herhaling




2

,Verbintenissenrecht hoofdstuk 1

Plaatsbepaling

Wat is een verbintenis?
Verbintenis kun je omschrijven als: iets wat je volgens het recht verplicht bent om te doen of te laten. Spreken
alleen van verbintenissen als het gaat om een verplichting tot prestaties die ‘geld waard zijn’. De vaste
uitdrukking hiervoor is dat de prestatie op geld waardeerbaar moet zijn. Verbintenissen moeten worden
nagekomen. Dat wil zeggen dat je volgens het recht niet vrij bent om te bepalen of je wel of niet aan je
verbintenis zult voldoen. Kom je de verbintenis niet na, dan ben je aansprakelijk voor de gevolgen.

Ontstaan van een gebeurtenis
Verbintenissen kunnen op twee manieren ontstaan: uit de wet of uit overeenkomst.

Verbintenis uit overeenkomst
Koopovereenkomsten, arbeidsovereenkomst; uit deze overeenkomsten vloeien rechten en verplichtingen voort:
verbintenissen.

Afspraak
Een overeenkomst is eigenlijk niets anders dan een afspraak tussen twee partijen. Een overeenkomst komt tot
stand door een aanbod en een aanvaarding. Er moet sprake zijn van wilsovereenstemming.

Bij verbintenissen uit de wet ontstaan is de wil van partijen niet van belang. Je bent in dit geval verplicht om iets
te doen, of liever, door de overeenkomst ont staat voor jou een verbintenis om een geldsom terug te betalen.
(als je geld leent van de bank).


Schuldeiser en schuldenaar
De prestatie is het object van de verbintenis. Jij en het telefoonbedrijf zijn rechtssubjecten: dragers van rechten
en plichten. De partij die recht heeft op een prestatie de schuldeiser (of crediteur) wordt genoemd. De partij die
de prestatie moet verrichten is de schuldenaar (of debiteur)

Tekortkoming in de nakoming
Jij, of het telefoonbedrijf, de verbintenis niet goed zou men, noemen we dit wanprestatie. Wanprestatie is
tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Het verbintenissenrecht regelt wie er aansprakelijk is voor de
schade die jij, of het telefoonbedrijf, lijdt door een tekortkoming in de nakoming.

Samenvattend:
- Overeenkomsten ontstaan door een aanbod en een aanvaarding die op elkaar aansluiten. Uit het
aanbod en de aanvaarding blijkt dat partijen willen dat er verbintenissen ontstaan. Er moet sprake zijn
van wilsovereenstemming.
- Bij een verbintenis zijn altijd ten minste twee partijen betrokken. De betrokken partijen zijn
rechtssubjecten: dragers van rechten en plichten.
- Ene partij heeft recht op een prestatie, waar de ander toe verplicht is. De partij die een prestatie moet
verrichten, is de schuldenaar (of debiteur) de partij die recht heeft op de prestatie, is de schuldeiser (of
crediteur).
- De prestatie is het object van de verbintenis en kan bestaan uit een doen of een nalaten.
- Prestaties om iets te doen kunnen bestaan uit: betaling van een geldsom, levering van een goed of het
verrichten van een dienst, of een combinatie hiervan.


Onrechtmatig daad
1. Wanneer je iemand schade toebrengt op een manier die onrechtmatig is kan een verbintenis tot het
vergoeden van de schade ontstaan op grond van onrechtmatige daad.
2. Door de schadevergoeding wordt de benadeelde zo veel mogelijk terug gebracht in de positie waarin
hij verkeerde toen de schade nog niet was ontstaan.
3. Een onrechtmatige daad speelt, anders dan bi) overeenkomsten, de wil van



3

, De pleger van de daad geen rol. De verbintenis ontstaat rechtstreeks uit de wet. Het is de feitelijk
Handeling die, in combinatie met de wettelijke bepaling, de verbintenis doet ontstaan.
4. Ook bij een verbintenis die uit onrechtmatige daad ontstaat, spreken we van een schuldeiser en een
schuldenaar en een te verrichten prestatie. Er ontstaat eenzelfde soort verbintenis als bij
verbintenissen die ontstaan uit een overeenkomst.

Rechtmatige daad
1. Overeenkomsten en onrechtmatige daden zijn de belangrijkste bronnen van verbintenissen, er zijn
echter nog andere bronnen van verbintenissen.
2. Eén categorie daarvan bestaat uit de rechtmatige daden: onverschuldigde betaling, zaakwaarneming
en ongerechtvaardigde verrijking. Daarnaast kent de wet nog enkele andere bepalingen waaruit
verbintenissen kunnen ontstaan.
3. Net zoals bij de onrechtmatige daad speelt de bij rechtmatige daden geen rol. Het is ook in deze
gevallen de feitelijke Handeling (of gebeurtenis), in combinatie met de wettelijke bepaling, die de
verbintenis doet ontstaan.



Crediteur/schuldeiser De partij die een vorderingsrecht heeft op een
schuldenaar
Debiteur/schuldenaar De partij die verplicht is voor een schuldeiser een
prestatie te verrichten
Rechtssubject Drager van rechten en plichten, zijnde een natuurlijk
of rechtspersoon.
Natuurlijk persoon Mens van vlees en bloed, die als rechtssubject
drager is van rechten en verplichtingen
Privaatrecht Rechtsgebied dat de rechtsverhoudingen tussen
rechtssubjecten onderling regelt, alsmede hun
relatie tot rechtsobjecten (goederen)
Publiekrecht Rechtsgebied dat de inrichting van de overheid
regelt, alsmede de betrekkingen tussen de overheid
en haar burgers
Goederenrecht Rechtsgebied dat de rechtsbetrekkingen tussen
rechtssubjecten (natuurlijke personen en
rechtspersonen) en rechtsobjecten (goederen) regelt
Rechtspersoon Juridische constructie waaraan de hoedanigheid van
rechtssubject is toegekend, waardoor deze drager
kan zijn van rechten en plichten
Verbintenissenrecht Het rechtsgebied dat het ontstaan, de inhoud en het
beëindigen van verbintenissen regelt
Bijzondere overeenkomst Een bepaald type overeenkomst (zoals de koop, huur
of arbeidsovereenkomst) waarvoor de wetgever in
het Burgerlijk Wetboek speciale regels heeft
opgesteld
Gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek De opbouw waarbij de regels in het Burgerlijk
Wetboek van aIgemeen naar bijzonder gaan
Contractsvrijheid Het rechtsbeginsel dat in houdt dat contracterende
partijen de inhoud en werking van de overeenkomst
naar eigen inzicht kunnen regelen, wijzigen en
beëindigen, zolang dit niet in strijd is met de wet
Pacta sunt servanda Het beginsel dat in houdt dat overeenkomsten
moeten worden nagekomen
Dwingend recht Wettelijke bepalingen waarvan op straffe van
nietigheid, niet mag worden afgeweken
Vormvrijheid Het beginsel dat er geen speciale vorm geldt waarin
(rechts) handelingen moeten worden verricht, tenzij
de wetgever anders heeft bepaald


4

,Formeel recht Het deel van het recht dat de regels geeft voor het
starten en voeren van procedures, waarmee het
materiële recht, zo nodig. Verwezenlijkt kan worden
Materieel recht Het deel van het recht dat de inhoud van rechten en
plichten van rechtssubjecten bepaalt
Arrondissement Ambtsgebied van een rechtbank
In der minne schikken Een geschil in onderling overleg oplossen, zonder
tussenkomst van een rechter
Arrest Een uitspraak van een Gerechtshof of de Hoge Raad
Ressort Ambtsgebied van een Gerechtshof
Vonnis Een uitspraak van een rechtbank
Derogeren aan Afwijken van, opheffen van, ‘opzij, zetten van’
Jurisprudentie Rechterlijke uitspraken
Verbintenis Een vermogensrechtelijke relatie tussen twee (of
meer) partijen, waarbij de ene partij verplicht is tot
een prestatie, waarop de andere partij recht heeft.



Verbintenissenrecht hoofdstuk 2: Rechtsfeiten.

Het rechtsfeitenschema
Rechtsfeiten zijn alle feiten waar het recht wél gevolgen aan verbindt. Een overeenkomst ontstaat door een
aanbod en een aanvaarding. Dit is vastgelegd in artikel 6:217 lid 1 BW.
Iemand die een rechtshandeling verricht, wil dus dat er een rechtsgevolg tot stand komt.

Obligatoire overeenkomsten
Overeenkomsten waaruit verbintenissen voortvloeien noemen we verbintenis scheppende overeenkomsten of.
Obligatoire overeenkomsten. Obligatoir is afgeleid van obligatio, dat verbintenis betekent. Een voorbeeld van
een overeenkomst waaruit niet, rechtstreeks, verbintenissen voortvloeien, is het huwelijk.

Wederkerige en niet-wederkerige overeenkomsten.
Dat volgens artikel 6:213 BW een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling. Er zijn ook meerpartijen
overeenkomsten van drie, vier of nog veel meer partijen, waar tussen verschillende partijen over en weer meer
verbintenissen ontstaan. Een overeenkomst waarbij beide partijen een verplichting op zich nemen, noemen we
een wederkerige overeenkomst. Dit is het geval bij de schenking, waarbij slechts één partij een verplichting op
zich neemt. Der gelijke overeenkomst noemen we een niet-wederkerige overeenkomst.

Overeenkomst is een rechtsfeit
Bij obligatoire overeenkomsten zijn rechtsgevolgen verbintenissen. Overeenkomsten zijn dus rechtsfeiten.

Overige meerzijdige rechtshandelingen
Voor een overeenkomst is wilsovereenstemming tussen de partijen vereist.

Feitelijke handelingen
Ook onrechtmatige daad en de rechtmatige daden zijn rechtsfeiten. Een verbintenis op grond van de wet. Een
feitelijke handeling is dus een rechtsfeit omdat er een rechtsgevolg aan verbonden is. Er is echter, in
tegenstelling tot bij een rechtshandeling, geen op rechtsgevolg gerichte wil voor nodig.

Blote rechtsfeiten
Er zijn hiernaast ook nog feiten waar het recht een rechtsgevolg aan verbindt, waarbij er niet echt sprake is van
een handeling. Geboren worden of overlijden. In al deze gevallen (geboorte, bereiken van een bepaalde
leeftijd, overlijden) is er geen sprake van een daadwerkelijke handeling: het gebeurt gewoon. Omdat het recht
hieraan wel rechtsgevolgen verbindt, zijn het wel rechtsfeiten. We spreken dan van blote rechtsfeiten.

Rechtshandelingen




5

,In dit inleidende boek beperken wij ons om praktische redenen tot de meest voorkomende vorm van
overeenkomsten: de overeenkomst tussen twee partijen. Een overeenkomst tussen twee partijen kun je
beschouwen als een tweezijdige rechtshandeling. De twee onderdelen van deze tweezijdige rechtshandeling
zijn een aanbod en een aanvaarding’.

Het begrip rechtshandeling wordt gedefinieerd in artikel 3:33 BW.
Met een wil bedoelt de wetgever dat het moet gaan om een bewuste verklaring. Artikel 3:37 lid 1 BW bepaalt
dat een verklaring in elke vorm kan geschieden, tenzij anders is bepaald. De vormvrijheid is dit een logische
bepaling.

Rechtsgevolg
Je kunt rechtsgevolg omschrijven als: een verandering van rechtspositie. J e rechtspositie is het geheel aan
rechten en verplichtingen dat je op een bepaald moment hebt.

Reëel mogelijkheid
Het rechtsgevolg moet wel kunnen intreden.

Voorgeschreven vormen
Een verklaring is volgens artikel 3:37 BW vormvrij. Artikel 3:39 BW bevestigt dit. Dit artikel zegt,
uitzonderingsgevallen-die we hier niet zullen behandelen – daargelaten, dat een rechtshandeling die niet in de
voorgeschreven vorm is verricht, nietig is. 4:94 BW bepaalt dat een testament (de wet spreekt over een uiterste
wil) slechts in een bepaalde vorm kan worden opgesteld. Artikel 4:94 BW staat uitzonderingen op deze regel
alleen toe in bepaalde noodsituaties, of voor bepaalde – kleine onderdelen van een erfenis. Omdat in het
voorbeeld de Vader alleen een mondelinge verklaring doet, is dit volgens artikel 3-39 BW geen rechtshandeling.

Wanneer werkt de verklaring?
Artikel 3:37 lid 3 B&W bepaalt, voor verklaringen in het algemeen. Als een gerichte verklaring nooit iemand
bereikt, kan de rechtshandeling immers ook nooit rechtsgevolgen hebben.

Interpretatie
Met ‘bereikt hebben’ bedoelt: het eerste moment waarop redelijkerwijs kennis kon worden genomen van de
verklaring. (Rechtvaardig vertrouwen)

Regelend recht
Artikel 3.37 BW is daarmee een bepaling van regelend recht: er mag van worden afgeweken, maar als partijen
niets regelen vult artikel 3.37 BW de leegte op.

Tijdstip van totstandkoming
Artikel 6:224 BW bepaalt echter dat als tijdstip van de aanvaarding geldt: het tijdstip waarop de verklaring zou
rijn ontvangen als de storende omstandigheid er niet was geweest. Gelet op de tekst van artikel 3.37 lid 3 BW
jo. Artikel 6:224 BW.

Eenzijdige rechtshandeling
Wilsuiting (verklaring) van 1 persoon die tot stand komt.
- De erflater (de persoon die de erfenis ‘achterlaat’) hoeft geen toestemming te hebben hiervoor.
- Voor de opzegging van een contract is de wilsuiting van de opzegger voldoende
- Een gedaan aanbod is een eenzijdige rechtshandeling (totdat het geaccepteerd is)

Meerzijdige rechtshandeling
Meerzijdige rechtshandelingen zijn die rechtshandelingen waarvoor de verklaring van meer personen vereist is.
- Het aangaan van een huwelijk

Gericht of ongericht
Een gerichte rechtshandeling is gericht tot een bepaalde persoon of tot bepaalde personen en moet, om haar
werking te hebben, deze persoon hebben bereikt.
- Brief
- E-mail


6

, - Telefoontje

Een ongerichte rechtshandeling hoeft niemand te bereiken om haar werking te hebben en kent geen duidelijke
geadresseerde.
- Een testament (ongerichte- eenzijdige rechtshandeling)

Andere rechtshandelingen binnen het privaatrecht
Uiterste wil
Het rechtsgevolg van een uiterste wil treedt strikt genomen pas in bi j het overlijden van de erflater. De wil van
de erflater is bij het vaststellen van de uiterste wil echter wel gericht op rechtsgevolg. Rechtshandeling is
daarom eenzijdig. De rechtshandeling is ongericht.

Erkennen van een kind
Erkenning van een kind is een eenzijdige, ongerichte rechtshandeling. Artikel 1:199 lid 1sub c BW bepaalt dat de
vader van een kind degene is die het kind heeft erkend. Artikel 1:203 lid 1 BW bepaalt hoe de erkenning
geschiedt.

Rechtsgevolg Het gevolg dat door het recht aan bepaalde feiten of
handelingen wordt verbonden en bestaat uiteen
wijziging in rechtspositie van een of meerdere
rechtssubjecten
Obligatoire overeenkomst Overeenkomst waardoor verbintenissen in het leven
worden geroepen
Rechtsfeit Een feit waaraan een of meerdere rechtsgevolgen
zijn verbonden
Wederkerige overeenkomst Een overeenkomst waarbij beide partijen een
verbintenis op zich nemen
Bloot rechtsfeit Een feit waaraan rechtsgevolgen zijn verbonden,
zonder dat van een menselijke handeling sprake is
Feitelijke handeling een handeling zonder beoogd rechtsgevolg
Rechtspositie het geheel aan rechten en verplichtingen van een
rechtssubject
Nietigheid Situatie waarin het recht een verrichte (rechts)
handeling niet erkent
Notariële akte Een schriftelijk stuk dat door de notaris is
opgemaakt, bestemt om als bewijs te dienen
Onderhandse akte Schriftelijk stuk dat tussen partijen onderling wordt
opgemaakt zonder ambtelijke tussenkomst, bestemd
om tot bewijs te dienen
Juncto Verbinding met, in verband met
Eenzijdige rechtshandeling Een rechtshandeling waarvoor slechts de wilsuiting
van één persoon benodigd is
Meerzijdige rechtshandeling Rechtshandeling waarvoor de verklaringen van meer
dan een persoon benodigd zijn om het beoogde
rechtgevolg te doen intreden
Ongerichte rechtshandeling Rechtshandeling die, mits aan eventuele overige
voorwaarden is voldaan, niemand hoeft te bereiken
om haar werking te hebben
Openbaar aanbod Aanbieding die niet is gericht tot een of meer
bepaalde personen, maar aan ‘eenieder’
Vernietigbaarheid Situatie waarin een verrichte rechtshandeling
vatbaar is voor vernietiging, waardoor achteraf de
nietigheid kan worden ingeroepen
Rechtshandeling Handeling waardoor een beoogd rechtsgevolg
intreedt of kan intreden
Gerichte rechtshandeling Een eenzijdige rechtshandeling die is gericht tot een



7

, bepaalde persoon of tot bepaalde personen en deze
moet hebben bereikt om haar werking te hebben,
zie ook artikel 3:37 lid 3 BW
Niet-wederkerige overeenkomst Een overeenkomst waarbij slechts een van de
partijen een verplichting op zich neemt, ook wel
eenzijdige overeenkomst genaamd

Verbintenissenrecht hoofdstuk 4: Ontstaan van verbintenissen uit overeenkomst

Bron van verbintenissen
Overeenkomsten zijn voor de praktijk de belangrijkste bron van verbintenissen. Overeenkomst die in de praktijk
meeste voorkomt: de overeenkomst tussen twee partijen waaruit, in beginsel, twee verbintenissen
voortvloeien. Afhankelijk van de preomstandigheden kun je de afzonderlijke verplichtingen van de leverancier
echter als aparte verbintenissen beschouwen.

Praktijk
De overeenkomst die in de praktijk het meeste voorkomt: de koopovereenkomst. Deze overeenkomsten komen
tot stand door aanbod en een aanvaarding.

Rechtshandelingen
Aanbod en aanvaarding zijn, zoals we hebben gezien, rechtshandelingen. Uit een overeenkomst vloeien
rechtens afdwingbare verbintenissen voort.

Juridische relevant?
Vermogensrechtelijk wijst erop dat een verbintenis altijd, op de een of andere manier, op geld waardeerbaar
moet zijn.

Aansluitende aanvaarding
Artikel 6:225 lid 1 BW bepaalt dat een aanvaarding die van het aanbod afwijkt, een nieuw aanbod moet worden
beschouwd.

Bepaalbaarheid
Verbintenissen moeten bepaalbaar zijn. Dit volgt uit artikel 6:227 BW. Uit het feit dat verbintenissen bepaalbaar
moeten zijn, volgt dat aanbod en aanvaarding ook voldoende bepaalbaar moeten zijn. De belangrijkste
bestanddelen van een overeenkomst worden wel de essentialia genoemd. Artikel 6:248 lid 1 BW bepaalt dat
een overeenkomst niet alleen die gevolgen heeft die partijen overeengekomen zij n, maar ook welke, naar de
aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte, of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.

Essentialia
Wat de Essentialia zijn, is afhankelijk van de aard van de overeenkomst. Bij de koop van soortzaken kan de
hoeveelheid, volgens de wet al voldoende zijn.

Herroepelijk en onherroepelijk aanbod
Artikel 6:219 lid 1 BW maakt een verschil tussen herroepelijke aanbiedingen onherroepelijke aanbiedingen.

Verworpen aanbod vervalt
Lid 2 van artikel 6:221 BW bepaalt nog dat een aanbod ook al bevat het een ter, vervalt als het wordt
verworpen.


Verwijzing naar de algemenen voorwaarden
Artikel 6:225 lid 3 BW geeft nu een regel voor situatie waarin een aanbiedende partij een aanbod doet met een
verwijzing (bij’ voorbeeld op het briefpapier) naar algemene voorwaarden die op de overeenkomst van
toepassing zullen zijn en de aanvaardende partij het aanbod aanvaardt, maar daarbij (ook weer via het
briefpapier) verwijst naar eigen algemene voorwaarden.




8

,Overeenkomst langs elektronische weg
Artikel 6:227a tot 227c BW geven een algemene regeling voor de totstandkoming van overeenkomsten via
elektronische weg.

Overeenkomst op afstand: algemeen
Dit zijn voorbeelden van overeenkomsten op afstand.
- Telefonisch
- Per post
In artikel 6:230g tot en z BW heeft de wetgever een groot aantal artikelen opgenomen die consumenten
beschermen bij overeenkomsten op afstand, alsmede overeenkomsten die buiten een normale verkoopruimte
(bijvoorbeeld bij een verkoper op straat) worden afgesloten.

Plas-Valburg
Standaardarrest voor aansprakelijkheid voor afgebroken onderhandelingen HR 18 juni 1982, NJ 1983,723 (Plas-
Valburg). In deze zaak had bouwonderneming plas op verzoek van de gemeentesecretaris van de gemeente
Valburg i offerte ingediend voor een te bouwen zwembad. Het zwembad zou ongeveer € 6oo.ooo gaan kosten.
Het maken van de plannen voor het zwembad, die nodig; waren om de offerte op te stellen, had plas ongeveer
€ 15.000 gekost plas had het ontwerpen van de plannen namelijk, onder meer, adviseurs ingehuurd. Nadere
details van de zaak kunnen we niet uitgebreid bespreken. Het kwam erop neer dat Plas, alhoewel alle
omstandigheden daarop wezen, het contract niet kreeg en dat de aannemer die het contract wel kreeg
waarschijnlijke had kunnen profiteren van de plannen die Plas had gemaakt Deze afnemer had hiervoor geen
kosten hoeven maken en kon dus mede om deze reden een goedkopere indienen. De Hoge Raad oordeelde dat
hier terecht aansprakelijkheid aangenomen voor de gemeente Valburg, plas mocht er, door de handelingen van
de gemeente, gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij het contract zou krijgen. Plas had op die grond recht op
een schadevergoeding.

Aanbod (Eenzijdige) rechtshandeling welke door aanvaarding
tot een overeenkomst leidt, zie art.6:217 e.v. BW
Aanvaarding Een (eenzijdige) rechtshandeling waardoor een
aanbod wordt geaccepteerd en een overeenkomst
tot stand komt, zie art. 617 e.v. BW
Species zaak Een zaak, die op grond van individuele kenmerken
van andere (soortgelijke) zaken kan worden
onderscheiden, ook wel een individueel bepaalde
zaak of unieke zaak genoemd
Genuszaak Een zaak, die niet op grond van individuele
kenmerken van andere (soortgelijke) zaken kan
worden onderscheiden. Ook wel een soortzaak
genoemd.
Herroepelijk aanbod Aanbod dat (nog) herroepen kan worden;
herroeping is alleen mogelijk zolang het aanbod nog
niet aanvaard is of een mededeling met daarin de
aanvaarding is verzonden, zie art.6:219 lid 2 BW
Onherroepelijk aanbod Een aanbod dat (nog) herroepen kan worden: een
herroeping is alleen mogelijk zolang het aanbod nog
niet aanvaart is of onherroepelijkheid met daarin de
aanvaarding is verzonden, zie artikel 6:219 lid 1 BW
Vrijblijvend aanbod Aanbod, dat zelfs na aanvaarding nog kan worden
herroepen; wanneer aanbod de mededeling bevat
dat het vrijblijvend wordt gedaan, kan herroeping
nog onverwijld van de aanvaarding geschieden, zie
artikel 6:219 lid 2 BW
Ontvangsttheorie Leer dat een verklaring zijn werking heeft als deze de
wederpartij heeft bereikt of onder normale
omstandigheden had behoren te bereiken, zie art.
3:37 lid 3 BW



9

, Precontractuele fase Fase die voorafgaat aan een (mogelijke)
overeenkomst.
Essentialia De onmisbare bestanddelen van een overeenkomst,
zonder welke niet kan worden vastgesteld waarop de
overeen komst betrekking heeft
Algemene voorwaarden De schriftelijke, algemene bedingen die zijn
opgesteld om bij een aantal overeenkomsten te
worden opgenomen maar met de kern van de
prestaties aangeven, zie artikel 6:231 sub a BW




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisaNadia21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42  1x  sold
  • (1)
  Add to cart